Embargo tot 8 maart 19.00 uur
Alleen gesproken tekst geldt!
Speech bij ontvangst rapport Nederland Integratieland
Marja van Bijsterveldt Voorzitter CDA
Dames en heren,
Ik ben de commissie Van der Tak zeer erkentelijk voor het rapport 'Nederland Integratieland'. De opdracht aan de breed samengestelde commissie waarin zowel allochtonen als autochtonen zitting hadden, was te komen met concrete beleidsaanbevelingen voor een eigentijds christen-democratisch integratiebeleid. Sjaak van der Tak en de zijnen zijn daar in geslaagd. Met dit rapport heeft de partij nu een aantal belangrijke documenten beschikbaar om uiteindelijk door de fractie een heldere inzet te kunnen laten formuleren voor dit zo wezenlijke vraagstuk.
Dames en heren,
Het is daarbij van groot belang dat het debat over integratie evenwicht kent en gevoerd wordt
- vanuit een openheid met helder zicht op de eigen waarden die we overeind willen houden;
vanuit een tolerantie en waardering naar religies die zich niet laat verblinden door naïviteit;
vanuit kritische reflectie die niet leidt tot generalisatie;
vanuit veeleisendheid met inlevingsvermogen.
Het is dát evenwicht dat het CDA wil zoeken in dit debat. Dat blijkt uit het WI rapport, dat blijkt uit de speech van Maxime Verhagen en dat blijkt opnieuw uit dit rapport van Van der Tak.
Het is immers zo dat júist deze evenwichtigheid de verantwoorde ruimte biedt om dáár scherp te zijn waar de vinger op de zere plek gelegd moet worden, om zo nodig vraagstekens te plaatsen bij instituties, gedragingen en inspiraties waarvan de impact voor onze rechtstaat niet helder is en gevoelens van verontrusting veroorzaken.
Ik zou het beleid van het CDA willen typeren met de woorden, scherp en rechtvaardig. Scherp naar verkeerde ontwikkelingen in wijken scholen, arbeidsmarkt en publieke ruimte, scherp waar jongeren gevaar lopen door hun achtergrond en opvattingen op een gevaarlijke wijze gemarginaliseerd te raken, scherp ook op het behoud van de kernwaarden van onze rechtsstaat, vooral ten aanzien van dit laatste kunnen we niet scherp genoeg zijn.
Echter ook rechtvaardig naar de vele nieuw Nederlanders die, soms met veel strijd en inzet hun plek in de Nederlandse samenleving hebben verworven. Zij verdienen lof en hulde en mogen nímmer de dupe worden van een doorgeslagen debat.
In Nederland hebben wij te vaak de neiging om als een klepel van een klok met onze discussie van de ene kant naar de andere kant door te schieten. Het vraagstuk integratie kan zich dat níet permitteren.
Rol van religie
In de dialoog tussen allochtonen en autochtonen kan religie een belangrijke, samenbindende factor zijn. In de religie staat de verhouding van de mens tegenover zijn Schepper, en de verhouding tot de naasten centraal. Dat heeft gevolgen voor de wijze waarop gelovigen in de samenleving en wereld staan. Met andere woorden: gelovigen zullen zowel in het privé-domein als in het publieke domein willen handelen conform hun geloofsopvattingen. Daar moet ook ruimte voor zijn en blijven. Op dat punt heeft Nederland een traditie hoog te houden. In het rapport van het WI 'Ínvesteren in Integratie' zijn daarover behartigenswaardige woorden geschreven.
Maar niet ongelimiteerd; daar waar religie juist die esséntie voor vrijheid van denken en handelen ondermijnd, kunnen we niet scherp genoeg zijn, en nogmaals zeker níet naïef.
Ruimte dus voor de beleving van religie, ook in het onderwijs. De stelling dat islamitisch onderwijs integratie tegenwerkt, is onbewezen. Maar ook hier geldt:
ruimte geven, grenzen stellen, ik ben daarom blij met de voorstellen van de commissie, eerder ook gedaan door Maxime Verhagen, dat de kernwaarden van onze rechtsstaat actief en passief onderdeel moeten vormen van ons onderwijs.
Veel Nederlanders zijn onbekend met gedachten en uitwerking van de nieuwe religies in ons land. Dat geeft hier en daar verontrusting en wantrouwen en dat is begrijpelijk en hier en daar zeker ook niet onterecht. Ook hier geldt evenwel het belang van evenwichtigheid.
Wanneer in sommige vormen van de Islam, de hardst groeiende religie in Nederland, sprake is van intolerantie en verwerpen van belangrijke grondwaarden van ons land als vrijheid van denken en gelijke behandeling van mensen mag daar niet langs heen gegaan worden. Er is te veel van waarden om daar laconiek en naïef mee om te gaan. Echter dit mag nooit leiden tot generalisatie. De enige verantwoorde weg uit dit lastige dilemma is die van bewustwording van onze waarden, het doorleven daarvan door allochtonen en autochtonen en het vastleggen daarvan in instituties en wetgeving.
Emancipatie van de allochtone vrouw
Een van die kernwaarden in onze democratische rechtsstaat is de gelijkwaardigheid van man en vrouw. Het zal duidelijk zijn dat er op dit punt nog veel moet gebeuren. Teveel allochtone vrouwen hebben onvoldoende kansen in het onderwijs en op de arbeidsmarkt. Zij worden soms door hun mannen gedwongen thuis te blijven, of belanden, vanwege onvoldoende arbeidsmarktkwalificaties, in een uitkering en vormen meer dan gemiddeld een slachtoffer van huiselijk geweld.
De emancipatie van de allochtone vrouw schreeuwt om verder gaande maatregelen. Temeer wanneer wij ons realiseren dat vrouwen een belangrijke rol spelen bij de opvoeding van hun kinderen: het risico dat achterstelling wordt " doorgegeven" aan nieuwe generaties is daarom levensgroot aanwezig. Het rapport van de commissie-Van der Tak bevat, mede vanwege de betrokkenheid van het CDAV, op dit punt belangrijke aanbevelingen.
Aparte aandacht vraagt het (seksuele) geweld tegen allochtone vrouwen. Achter de voordeur spelen zich grote drama's af. Een harde aanpak tegen dit geweld is noodzakelijk. Het voorstel om het daders van geweld jarenlang onmogelijk te maken opnieuw een bruid uit het land van herkomst te laten overkomen is een stap in de goede richting.
Een ander onderwerp op dit vlak is de vrouwenbesnijdenis. Minister Donner van Justitie heeft een wetsvoorstel aangekondigd om in het buitenland verrichte vrouwenbesnijdenis in ons land strafbaar te stellen. Een uitstekend initiatief. Probleem blijft echter hoe wij erachter kunnen komen dat vrouwen besneden worden; de controle plaatst ons voor dilemma's. Pasklare oplossingen lijken er op dit moment niet te zijn. Gezien de enorme impact die besnijdenis heeft op het leven van een kind en vrouw en de enorme inbreuk op de fysieke integriteit vind ik dat echt heel goed gekeken moet worden of er controlemogelijkheden zijn die preventief werken.
De allochtone vrouw kan alleen emanciperen als de -financiële - afhankelijkheid van haar echtgenoot afneemt. Laat ik me corrigerend toespitsen: emancipatie is alleen mogelijk als er geen kwetsbare afhankelijkheden zijn. Dat men voor een rolverdeling kiest, is een goede zaak. Maar dat die rolverdeling een opgelegd karakter krijgt omdat men de taal niet voldoende spreekt, omdat men niet kan werken en geen eigen inkomen kan verwerven is dat niet goed. Dan worden afhankelijkheden van de partner kwetsbaar en vatbaar voor misbruik. Het is goed dat het probleem onder ogen wordt gezien. Ik zou, in het verlengde van het idee van Sjaak van der Tak over het gefaseerd ingroeien in het gebruik van sociale voorzieningen ook willen studeren op een andere oplossing. Vorige week verscheen het adres van de heren Van der Zwan, Zijderveld en andere prominenten in onze samenleving. Daar wordt gepleit voor borgstelling voor een periode van bijvoorbeeld vijf jaar ten behoeve van de huwelijksmigrant, waaruit evt. aanspraken op bijstand kunnen worden betaald. Je zou die borgstelling aan een ander, beter criterium kunnen verbinden. Borgstelling zou dan plaats moeten vinden voor de periode dat de huwelijksmigrant zich nog niet toereikend geschoold heeft, om kansrijk te kunnen functioneren in de Nederlandse samenleving. Is aan die scholing voldaan dan ontvangt men de borg uiteraard terug. Zonder me op de uitkomsten te willen vastleggen, vind ik die gedachte het bestuderen waard.
Immers, de nieuwe sociale kwestie vraagt om een veeleisend integratiebeleid
Dames en heren,
Het integratievraagstuk is decennia lang in samenleving en politiek onderschat. Er is te lang en te vaak uitgegaan van verkeerde vooronderstellingen zoals de gedachte dat het om een tijdelijk verblijf in ons land zou gaan. Aan het eind van de 19e eeuw, in het industriële tijdperk, kwam de sociale kwestie op. Ook nu is er opnieuw sprake van een sociale kwestie
Het integratievraagstuk dreigt een nieuw armoedevraagstuk te worden. Een tweedeling in de samenleving, dit keer langs etnische lijnen, tekent zich af.
Deze nieuwe sociale kwestie vraagt om een onorthodoxe aanpak. Het vraagt om een veelomvattend Deltaplan met maatregelen op allerlei terreinen: bij de inburgering, in het onderwijs, op de arbeidsmarkt, in de wijken en buurten, op het gebied van de huisvesting, op het vlak van religie en rechtsstaat etc..
Het Deltaplan moet veeleisende maatregelen bevatten, juist ter wille van de allochtonen zelf. Veeleisend, ook naar de jonge generatie, ook de allochtonen kinderen van vandaag vormen immers onze Nederlandse samenleving van morgen.Veel ouders leveren -omdat er thuis geen Nederlands wordt gesproken - hun kinderen met grote taalachterstanden af op de basisschool. Zij verzuimen daarmee te investeren in hun, beter ónze kleuters. Een achterstand die vaak nauwelijks meer te corrigeren is. Daarbij komt dat de belastingbetaler vervolgens het inlopen van die achterstanden moet betalen. Het is belangrijk vanuit rechtvaardigheidsoogpunt en prikkel als de ouders van de kinderen daar zelf - ook in financiële zin- op worden aangesproken.
Sociaal-cultureel vraagstuk
Maar integratie is meer dan scholing, arbeid en huisvesting. Het is ook een sociaal-cultureel vraagstuk. Inburgeren is meer dan de Nederlandse taal leren, naar school gaan, werken en wonen in leefbare buurten.
Integratie is ook nee, juist daadwérkelijk inburgeren en deel uitmaken van de Nederlandse samenleving. Of zoals Blair dat in zijn nota "Secure Borders, save Haven" zo goed verwoordt: ,,To join this community is to share in that history, culture and identity".
De Nederlandse taal leren, de kernwaarden van onze democratische rechtsstaat naleven en daadwerkelijk voor-leven aan nieuwe generaties, op de hoogte zijn van de cultuur en de geschiedenis van ons land, is essentieel. Allochtonen moeten zich daadwerkelijk Nederlander voelen, en dat ook willen zijn. Integreren is ook kiezen voor het Nederlanderschap. Het hebben en houden van een dubbele nationaliteit belemmert integratie. Vandaar dat het CDA de dubbele nationaliteit voor de derde generatie wil afschaffen en bij de tweede generatie weer van regel naar uitzondering.
Voor onze partij geldt immers dat Nederland Integratieland moet zijn.
Ik dank u voor uw aandacht
CDA