De Unie
PDE -Directie kiest voor eendimensionale oplossing
8 maart 2004 - Het is nu drie jaar geleden dat Benteler de aandelen
PDE van NedCar heeft overgenomen. Hiermee kreeg PDE een belangrijke
kans om zich verder te ontwikkelen. Omdat er op termijn geen vaste
basis van opdrachten vanuit Volvo en Mitsubishi zou zijn, was het van
groot belang om ook opdrachten te verwerven bij andere belangrijke
OEMers. Een noodzakelijke ontwikkeling dus om op de langere termijn
bestaansrecht te hebben.
Nu, drie jaar later
Nu, drie jaar later, maakt De Unie zich ernstige zorgen over de
achterblijvende voortgang in dit ontwikkelingsproces. Om beter in
staat te zijn opdrachten uit de markt binnen te halen en met name de
winstgevendheid op peil te houden heeft de PDE directie gekozen voor
een botte bezuinigingsoperatie, met name op de arbeidsvoorwaarden van
medewerkers.
De Unie vindt dit een eendimensionale benadering die mogelijk
voorbijgaat aan eventuele structurele problemen binnen PDE. Verder
draagt dit niet bij aan de motivatie van medewerkers, de belangrijkste
asset van PDE.
De Unie maakt zich al geruime tijd ernstige zorgen over de voortgang
van het hierboven genoemde ontwikkelingsproces. Deze zorgen hebben we
ook al diverse malen aan uw directie kenbaar gemaakt. Na drie jaar
moeten we immers constateren dat er eenvoudigweg te weinig opdrachten
vanuit de markt naar binnen gehaald worden. Hiermee blijft de
afhankelijkheid van de bestaande accounts Volvo en Mitsubishi te hoog.
Verder is het ook geen gezonde ontwikkeling indien onderdelen van het
Benteler concern verplicht zijn om opdrachten bij PDE neer te leggen.
Een dergelijke situatie waarbij PDE deels aan het infuus ligt van
Benteler kan enkel en alleen tijdelijk aan de orde zijn. PDE zal
zichzelf een gezonde uitgangspositie moeten verwerven in de markt wil
het op termijn bestaansrecht hebben. Hier moeten alle inspanningen en
investeringen op gericht zijn. Tot dusverre zijn veel investeringen
gericht op het verwerven van een aantal engineeringfirmas in het
buitenland. Op zich een begrijpelijke strategie en keuze gezien het
feit dat veel OEMers eisen dat er aanspreekpunten dicht in de buurt
gevestigd zijn om opdrachten te kunnen verwerven. Echter investeringen
in de hoofdvestiging en in de medewerkers van PDE in Helmond moeten en
mogen niet achterblijven.
Door tegenvallende ontwikkelingen op de markt is aan het geformuleerde
ambitieniveau nooit adequaat invulling gegeven kunnen worden. Het
tegenzittende economische tij enerzijds en de hoge kostenstructuur van
PDE anderzijds, waardoor er geen concurrerend tarief geoffreerd zou
kunnen worden, is volgens uw directie hier met name debet aan. De hoge
kostenstructuur wordt door uw directie voornamelijk toegeschreven aan
het feit dat er binnen PDE geen evenwichtige leeftijdsopbouw bestaat,
waardoor er in verhouding tot de concurrentie te hoge arbeidskosten
zijn. Verder is men van mening dat de omvang en het niveau van de
arbeidsvoorwaarden niet passend zouden zijn.
Standpunt en inzet De Unie
De oorzaken van de hierboven genoemde achterblijvende ontwikkeling van
PDE kunnen natuurlijk legio zijn. Hierbij komt de vraag naar voren of
deze oorzaken enkel een conjunctureel door de markt ingegeven karakter
hebben of dat er ook sprake is van structurele problemen binnen PDE
zelf die het ontwikkelingsproces belemmeren. Met andere woorden, er
kan sprake zijn van een complex van problemen die maatwerk vragen om
tot structurele oplossingen te komen.
De Unie wenst geen struisvogelpolitiek te bedrijven en wil haar ogen
niet sluiten voor dit probleem. Het is immers een gezamenlijk belang
van medewerkers en aandeelhouder, dat PDE in zijn algemeenheid en de
hoofdkantoorvestiging in Helmond in het bijzonder op termijn
bestaansrecht heeft en houdt. Daarvoor zijn voldoende opdrachten en
een adequate winstgevendheid natuurlijk de beste garantie.
Wij hebben daarom dit najaar voorgesteld om een onafhankelijk
onderzoek uit te laten voeren naar
de kostenstructuur van PDE en de tarieven die PDE de markt als
afgeleide daarvan moet vragen. Een en ander in vergelijking met
concurrenten van PDE. Voor zover hier structurele problemen binnen PDE
aan het licht komen, wil De Unie in overleg met haar achterban zoeken
naar sociaal te verantwoorden structurele oplossingen voor deze
problemen. Zoals gezegd, wij willen onze kop niet in het zand steken,
maar samen met onze leden een bijdrage leveren aan
de ontwikkeling van PDE zodat er op termijn ook nog een boterham
verdiend kan worden.
Eendimensionale aanpak directie
Aanleiding voor bovenstaand voorstel was de presentatie van uw
directie van het zogenaamde pakket A, waarin eenzijdig
kostenbesparings-maatregelen op arbeidsvoorwaarden werden doorgevoerd.
Verder wenste de directie ook met ons voorstellen te gaan bespreken
over verdergaande arbeidsvoorwaardelijke besparingen waarvoor zij
echter de instemming van vakorganisaties nodig heeft, het zogenaamde
pakket B.
Hiermee kiest uw directie naar onze mening voor een eendimensionale
oplossing. Je kunt natuurlijk je winstgevendheid vergroten door
structureel je arbeidsvoorwaardelijke kosten omlaag te brengen. Vraag
is echter of hiermee eventuele structurele problemen oplost worden en
men op termijn niet weer opnieuw geconfronteerd wordt met problemen en
wederom verdere bezuinigingen noodzakelijk zijn.
Verder werken dergelijke ingrepen demotiverend naar het personeel, de
belangrijkste asset van PDE. Dit zal zeker het geval zijn als de sense
of urgency niet door de medewerkers wordt ervaren en daarom geen
draagvlak is voor dergelijke
rbeidsvoorwaardelijke ingrepen.
Ingrepen in arbeidsvoorwaarden zijn voor vakorganisaties pas
bespreekbaar als het voortbestaan van de organisatie ernstig bedreigd
wordt. Verder moeten deze arbeidsvoorwaarde-lijke ingrepen dan ook
daadwerkelijk een bijdrage leveren aan het voortbestaan van de
organisatie op termijn. Het heeft immers geen zin om een druppel op
een gloeiende plaat te gooien.
Alhoewel wij ons zorgen maken over de ontwikkeling van PDE heeft De
Unie nog geen onderbouwing van uw directie ontvangen die aantoont dat
een dergelijke noodsituatie bestaat. Verder hebben wij ook niet de
indruk dat dit als zodanig door medewerkers/leden wordt beleefd en er
dus geen draagvlak bestaat voor dergelijke ingrijpende maatregelen.
Vandaar ons aanbod om bovengenoemd onafhankelijk onderzoek te laten
uitvoeren om te zien hoe de vlag er nu daadwerkelijk bij hangt.
Dit aanbod is echter na beraad met de aandeelhouder helaas door uw
directie afgewezen. De directie blijft bij haar eendimensionale
benadering van vergaande arbeidsvoorwaardelijke besparingen. De Unie
betreurt dat de directie de geboden hand niet aanneemt. Daarom hebben
wij aan uw directie medegedeeld dat zij zelf maar de medewerkers moet
informeren over de voorgenomen maatregelen van pakket B. Zij zal zelf
de medewerkers van nut en noodzaak moeten overtuigen. Immers op basis
van de huidige informatie kunnen wij dit niet.
Tot op heden is er echter sprake van radiostilte. Dit terwijl de
geruchtenstroom binnen PDE toeneemt. Op 18 maart staat weer een
periodiek overleg met uw directie gepland. Wij houden u verder op de
hoogte.
Bert Keulen,
Bestuurder
maandag, 8 maart 2004