---
Kamervragen en antwoorden
---
Antwoorden op vragen van de Kamerleden Timmermans en Blom over het
JSF-project
8-3-2004 13:42:00
In de bijlage bied ik u mede namens de minister van Economische Zaken
de antwoorden aan op vragen van de Kamerleden Timmermans en Blom over
het JSF-programma.
DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE
BIJLAGE
Antwoorden op vragen van de Kamerleden Timmermans en Blom over het
JSF-project (uw kenmerk: 2030406340)
1. Herinnert u zich uw antwoorden van 12 januari 2004 op onze vragen
over het JSF-project, waarin u bevestigt dat Nederland over een andere
versie van de JSF zal beschikken dan de Amerikanen?
In antwoord op uw eerdere vragen over dit onderwerp heb ik u een
toelichting gegeven op het Delta SDD-programma.
2. Wanneer zal Nederland duidelijkheid krijgen over de technologieën
die niet in de exportversie van de JSF, de JSF-lite, terecht zullen
komen? In welke fase van de ontwikkeling zullen de Amerikanen hierover
duidelijkheid geven?
4. Wat zijn precies de technologieën die niet zullen worden gedeeld?
Heeft dit te maken met stealth? Zo ja, zijn er verschillende vormen
van stealth mogelijk? Welke additionele maatregelen zijn denkbaar die
in de plaats kunnen komen van stealth en tegelijkertijd een zelfde
niveau van bescherming bieden aan het vliegtuig en de vlieger?
5. Op welke andere gebieden zullen verschillen ontstaan en zijn
additionele maatregelen nodig? Kunt u precies aangeven waar het
hierbij om zal gaan? Wanneer kunt u een inschatting geven van de
gevolgen van het niet delen van technologieën voor de kwaliteit van de
JSF-lite? Welke invloed hebben de internationale partners op deze
discussie?
Zoals ik in mijn antwoorden van 12 januari 2004 heb toegelicht, gaat
het om technologieën die op basis van de Amerikaanse "National
Disclosure Policy" (NDP) niet worden vrijgegeven aan andere landen.
Zolang de aan Nederland te leveren vliegtuigen voldoen aan de eisen
van het "Operational Requirements Document" (ORD) heeft het niet delen
van een (beperkt) aantal technologieën geen gevolgen.
"Stealth" houdt verband met een verminderde detecteerbaarheid, met
name voor radarsystemen. De versie van de JSF die aan Nederland en
andere partners zal worden geleverd, beschikt - inherent aan het
ontwerp over deze eigenschappen.
3. Kan er wel sprake zijn van een gelijkwaardige deelneming aan een
ontwikkelingsprogramma als zo lang onduidelijk blijft welke
technologieën nu wel of niet gedeeld zullen worden? Wat betekent dit
voor de wijze waarop de Nederlandse deelnemers aan de ontwikkeling
kunnen werken?
Buitenlandse deelneming aan Amerikaanse ontwikkelingsprogrammas is
alleen mogelijk binnen de beperkingen van het NDP. Deze beperkingen
gelden dus ook voor de deelneming aan het SDD-programma van de JSF. De
VS hebben, evenals een aantal partnerlanden, aanvullende eisen die
voor een deel mogelijk met aanvullende technologieën worden ingevuld.
Hierin krijgen andere landen slechts beperkte inzage. Aangezien voor
het gezamenlijke, overgrote deel van het programma voldoende
informatie wordt verkregen, is er geen reden te twijfelen aan een
adequate deelneming van Nederland aan de ontwikkeling van de JSF.
6. Als sommige technologieën niet worden toegepast in de
exportvariant, deelt u toch de mening dat daarmee de JSF-lite van
mindere kwaliteit zal zijn dan de Amerikaanse JSF? Dat beide
toestellen voldoen aan de vooraf gestelde eisen betekent toch niet dat
daarmee ook beide toestellen gelijkwaardig zijn? Ligt het dan niet
voor de hand dat anders in dit geval ook minder betekent?
7. Vindt u de verschillen tussen de toestellen onder alle
omstandigheden aanvaardbaar zolang de Nederlandse versie maar voldoet
aan de vooraf gestelde eisen, ook als daarmee de Amerikanen de
beschikking krijgen over een JSF die veel beter is dan de Nederlandse
versie?
8. Zo ja, waarom mogen Nederlandse vliegers meer risicos lopen dan hun
Amerikaanse collegas? Welke operationele beperkingen in de
samenwerking met de Amerikanen en andere partners bent u bereid te
aanvaarden, als gevolg van een eventuele mindere kwaliteit van de
Nederlandse JSFs?
Nederland heeft met het tekenen van het SDD-MoU ingestemd met de eisen
uit het ORD. Met de uitvoering van het Delta SDD-programma wordt geen
afbreuk gedaan aan deze eisen. Dat geldt ook voor alle eisen die zijn
gesteld aan het vermogen om te overleven ("survivability") en de
interoperabiliteit. In antwoord op uw eerdere vragen over dit
onderwerp heb ik gemeld dat Nederland met het te leveren toestel
interoperabel zal zijn met alle belangrijke bondgenoten, inclusief de
Verenigde Staten.
Technologieën die niet worden gedeeld betreffen vooral ontwerp- en
productietechnologieën zonder dat dit gevolgen heeft voor de
toegepaste technologie in het vliegtuig zelf. Een voorbeeld is het
gebruik van "stealth" technologie. Er bestaat voor "stealth" geen
inzage in de productietechnologie, maar de partnerversie zal wel
inherent aan het ontwerp - beschikken over "stealth" technologie.
Bovendien worden de benodigde gegevens over prestaties, gebruik en
onderhoud met alle partners gedeeld.
Nieuws
Ministerie van Defensie