Ministerie van Financiën

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Postbus 20018

2500 EA Den Haag

Datum Uw brief Ons kenmerk (Kenmerk)

008-04-Fin BFB 2004 - 471M

Onderwerp

Kabinetsbeleid en Stabiliteits- en Groeipact

In antwoord op de schriftelijke vragen van de leden Crone (PvdA) en Vendrik (GroenLinks), naar het doel waarop het kabinet zich in 2004 richt met betrekking tot het begrotingstekort, deel ik u het volgende mee.

Het Verdrag van Maastricht stelt helder: 'Lidstaten zullen buitensporige tekorten vermijden.'

Bovendien hebben de toenmalige staatshoofden en regeringsleiders in 1997, in de Resolutie van de Europese Raad aangaande het Stabiliteits- en Groeipact, de lidstaten er uitdrukkelijk toe verbonden 'onverwijld de begrotingsaanpassingen uit te voeren die zij noodzakelijk achten wanneer zij informatie ontvangen waaruit blijkt dat er een buitensporig tekort dreigt'.

Mogelijke uitzondering

Bij het overschrijden van de referentiewaarde van 3% uit het Verdrag kan een begrotingstekort conform de regels van het Stabiliteits- en Groeipact als niet buitensporig worden aangemerkt als de overschrijding uitzonderlijk en tijdelijk en niet te ver afwijkend van 3% is.

- Uitzonderlijkheid

Het Stabiliteits- en Groeipact stelt dat de Europese Commissie een overschrijding als uitzonderlijk kan beschouwen bij een daling van het reële BBP met ten minste 2%. De Raad zal bij het besluit of al dan niet een buitensporig tekort bestaat, rekening houden met eventuele opmerkingen van de betrokken lidstaat dat een daling met minder dan 2% toch uitzonderlijk is. In de voorgenoemde Resolutie hebben de lidstaten zich er uitdrukkelijk toe verbonden geen beroep te doen op de clausule van uitzonderlijkheid, tenzij zij een ernstige recessie doormaken, waarbij als referentiewaarde geldt een daling van het reële BBP van ten minste 0,75% op jaarbasis.

Naar huidige inzichten is in 2003 de economische groei uitgekomen op -0,8% en is het EMU-tekort net onder de grens van 3% gebleven. In 2004 dreigt het tekort zonder aanvullend beleid de grens van 3% te overschrijden. De economische groei in 2004 zal volgens het CPB-rapport van december 2003 naar verwachting uitkomen op 1%.

- Tijdelijkheid

Naast uitzonderlijkheid dient volgens het Verdrag sprake te zijn van tijdelijkheid om een tekort van meer dan 3% als niet-buitensporig te kunnen aanmerken. Zoals u gemeld bij brief van 1 maart liggen de EMU-tekorten die voor 2003 en 2004 zijn genotificeerd aan de Europese Commissie net onder de grens van 3%. Zonder aanvullend beleid zou het tekort in 2004 naar verwachting de grens uit het Verdrag van Maastricht overschrijden. Vervolgens zou ook het tekort in 2005 boven de grens van 3% uitkomen, als gevolg van de doorwerking van de verslechteringen van het budgettaire beeld in 2003 en 2004.

Conclusie

In het licht van het Verdrag en het Stabiliteits- en Groeipact zal Nederland de nu aanwezige dreiging van een EMU-tekort van meer dan 3% in 2004 afwenden. Dat is, mede met het oog op het belang van gezonde overheidsfinanciën en de aankomende lasten als gevolg van de vergrijzing, de doelstelling van het kabinet. Hierbij is van belang dat het beleid, dat het kabinet u in de Voorjaarsnota zal presenteren, niet alleen de situatie voor 2004 zal verbeteren, maar tevens een gunstig effect heeft op het tekort in 2005. Het op zijn beloop laten van de budgettaire verslechteringen vergroot, zoals het verleden heeft laten zien, de aanpassingslasten in de toekomst en brengt het functioneren van de overheid en de Nederlandse economie schade toe.

De minister van Financiën,

G. Zalm


---

'Notificatie van Nederland aan de Europese Commissie over het EMU-saldo en de EMU-schuld', brief d.d. 1 maart. Kamerstukken 2003-2004, 29200 IXB, nr. 12, Tweede Kamer.