ST.SINGER MEMORIAL FOUNDIATION
Singer Laren verwerft nieuw ontdekt werk van Chris Beekman
Singer Laren presenteert met trots een belangrijke nieuwe aanwinst.
Met steun van de Vereniging Rembrandt kocht de Stichting Vrienden van
het Singer Museum het werk Drie figuren met handkar van Chris Beekman
(1887-1964)uit 1917. Het werk bevond zich sinds 1918 in particulier
bezit. Het schilderij vormt het aandoenlijke middelpunt van een groep
werken van Bart van der Leck en Peter Alma, die de ontwikkeling van de
geometrisch abstracte kunst in de kunstenaarskolonie Laren
vertegenwoordigt.
Velen denken bij Larense schilderkunst alleen aan boereninterieurs en
genretaferelen van Evert Pieters en Albert Neuhuys, moeders met
kinderen bij haardvuren, Larense vrouwen bij wiegjes en
kousenstoppende boerenmeiden. Lammert Wortel, Jan Majoor de bulleboer,
Teus Kok, Griet Smit-Calis, Betje Grob zijn de titels van portretten
in de Singer collectie die je in de buurt brengen van de autochtone
inwoners van Laren en Blaricum die model hebben gezeten voor de
kunstenaars van toen, maar wiens leef- en denkwereld ver van die van
hen vandaan gestaan moet hebben. In dezelfde periode voltrok zich
echter in Laren een van de meest spectaculaire fenomenen van de 20ste
eeuwse kunst: de ontwikkeling van geometrisch abstracte kunst onder
aanvoering van Piet Mondriaan en Bart van der Leck, op de voet gevolgd
door Chris Beekman. Het nieuwe werk van Beekman is precies uit die
periode.
Drie figuren met handkar is een werk uit Beekmans Gooise tijd. Geboren
in 1887 in Den Haag, was hij in 1916 verhuisd naar Eemnes en
onderhield nauwe banden met Bart van der Leck die in datzelfde jaar in
Laren was gaan wonen. Beiden verkeerden in de Gooise kring van Peter
Alma en Piet Mondriaan. Bij deze groep kunstenaars vindt in die
periode de belangrijke en cruciale ontwikkeling van vereenvoudiging en
geometrisering van de geschilderde werkelijkheid plaats. Drie figuren
met handkar is een aansprekend voorbeeld van die overgangsfase van
figuratief naar abstract. De kinderen die de kar voortduwen en de
bomen en het huis op de achtergrond zijn zondermeer herkenbaar maar
wel helemaal plat en vlak geschilderd. Beekman is met dit werk ook
zichtbaar op weg naar het schilderen van vlakjes in de primaire
kleuren rood, geel en blauw, wat hij in een aantal werken korte tijd
later ook echt zal doen. Heel even werkt hij dan volledig abstract,
maar al snel verwerpt hij toch de absolute abstracte kunst en na 1920
zien we hem weer figuratief werken.
De Beekman-aanwinst past in de groep geometrisch abstract
geöriënteerde kunstenaars waarvan Singer al meer werken bezit. In 1997
kocht Singer een tekening van Beekman, Voorstudie voor een kop, ca.
1918. In 2002 werd in langdurige bruikleen verworven van
Kröller-Müller Museum, het schilderij Gezichten uit 1918 van Beekman
met een verdere uitwerking van datzelfde onderwerp. Daarnaast verwierf
het museum enkele schilderijen van Bart van der Leck in langdurige
bruikleen van Kröller-Müller Museum en particuliere bruikleengevers.
Singer bezit ook een geabstraheerde landschapstekening van Peter Alma
uit 1913. Sinds Singer in 1980 haar aandachtsgebied verruimde naar de
modernistische periode is de collectie aangevuld met indrukwekkende
aanwinsten en bruiklenen van o.a. Jan Sluijters, Leo Gestel, Jan
Toorop, Mommie Schwarz, Else Berg en Herman Kruyder. De nieuwe Beekman
zal de komende maanden worden geëxposeerd in samenhang met de
tentoonstellingen en de vaste presentatie van de eigen collectie, die
tot medio 2005 te zien zal blijven. Daarna bereidt Singer Laren zich
voor op haar jubileumjaar 2006, waarin het vijftigjarig jubileum van
het museum en theater gevierd gaan worden.
Chris Beekman in Nieuw in Nederland, AVRO, Ned. 1, zaterdag 6 maart,
17.10 uur
met toelichting, interviews en andere schilderijen van Beekman en
anderen.