Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Rijpstra over de mogelijke toename van
ontucht in de sportwereld (2030408000)
1
Hebt u kennisgenomen van de berichten `Turnsport schrikt van ontucht' 1) en `Toename
ontucht in sportwereld'? 2)
1
Ja.
2
Is het waar dat er geen goed beeld bestaat over de cijfers van seksuele intimidatie binnen de
(top)sport? Zo neen, bent u bereid een onderzoek te verrichten naar de omvang van dit
toenemende probleem in de sportwereld?
2
Het beeld dat bestaat over sexuele intimidatie in de (top)sport is gebaseerd op enerzijds de
meldingen die via de telefonische hulplijnen binnenkomen en anderzijds een risico-
inventarisatie die in 1997 door Transact is uitgevoerd. Om die reden heb ik aan NOC*NSF in
2003 subsidie verstrekt voor een onderzoek naar de incidentie van sexuele intimidatie in de
sport. Bij de toewijzing van het subsidieverzoek was ik mij bewust van het feit dat een
dergelijk onderzoek wordt gecompliceerd door de drempels die nog altijd worden ervaren bij
het naar buiten brengen van sexuele intimidatie, zowel door sporters, hun begeleiders als
andere vertegenwoordigers van sportverenigingen en -bonden. Uit dit onderzoek zal mogelijk
blijken of er sprake is van een toename in het aantal en/of de ernst van de sexuele
intimidatie in de sportwereld. Uit recente informatie van NOC*NSF blijkt dat dit onderzoek
nog niet is afgerond, derhalve kan nog geen mededeling worden gedaan over het moment
dat men ons de resultaten zal kunnen presenteren.
3
Welke rol vervult NOC*NSF als het gaat om de registratie ongewenste intimidatie en
ontucht?
3
NOC*NSF verzorgt de registratie van meldingen van sexuele intimidatie en ontucht in de
sport. Sinds 2003 heeft NOC*NSF zelf een telefoonlijn, waar men hulpvragen en meldingen
over ongewenste intimiteiten in de sport kan doorgeven en voorleggen aan een netwerk van
vertrouwenspersonen.
4
Bent u bereid te bezien op welke wijze u een rol kan vervullen in het doorbreken van het
taboe, zoals seksuele intimidatie binnen de sportwereld? Zo ja, op welke wijze?
4
Sinds 1996 wordt NOC*NSF ondersteund in haar beleid om sexuele intimidatie
bespreekbaar te maken in de sportorganisaties en hen te ondersteunen concrete acties te
nemen om intimidatie te voorkomen en de negatieve effecten ervan te bestrijden. Dit heeft
ertoe geleid, dat in de sport inmiddels de randvoorwaarden voor preventie en bestrijding van
sexuele intimidatie zijn gecreëerd. Deze investering loopt parallel aan die in andere sectoren,
zoals het onderwijs en de zorg. Het is primair de verantwoordelijkheid van sportorganisaties
zelf om de stappen te zetten, die nodig zijn om hun beleid gericht op het tegengaan van
sexuele intimidatie in de organisatie vorm te geven en deze handreikingen verder te
implementeren.
5
Deelt u de mening dat trainers en begeleiders in de sportwereld, net zoals mensen die in het
onderwijs of de jeugdzorg werken, een belangrijke verantwoordelijkheid en voorbeeldfunctie
hebben ten opzichte van hun leerling of pupil? Bent u bereid om met de sportwereld overleg
te voeren over de mogelijkheden voor afgifte van een verklaring van goed gedrag voor
trainers, coaches en andere sportbegeleiders als voorwaarde om hun beroep uit te oefenen?
Zo neen, waarom niet?
5
Trainers en begeleiders in de sportwereld hebben een belangrijke verantwoordelijkheid en
voorbeeldfunctie ten opzichte van hun pupil. Uitgaande van de eigen verantwoordelijkheid
van de sportorganisaties ben ik bereid dit onderwerp in een overleg aan de orde te stellen,
en nader te bezien hoe het beleid ter voorkoming van sexuele intimidatie eventueel kan
worden aangescherpt. Daarbij zal ook worden gekeken naar de mogelijkheid die vanaf 1 april
ontstaat om via het Centraal Orgaan Verklaring Omtrent goed Gedrag (COVOG) een
verklaring van gedrag aan te vragen voor vrijwilligers. Inmiddels heeft de NFWS met steun
van VWS een beroepscode voor trainers ontwikkeld waarin ook aandacht wordt besteed aan
preventie van sexuele intimidatie.
6
Hebt u inzicht of er tijdens de sportopleidingen, in de meest brede zin, aandacht wordt
besteed aan seksuele intimidatie binnen de sport?
6
Met subsidie van VWS heeft NOC*NSF opleidingsmodules ontwikkeld die gemakkelijk
kunnen worden opgenomen in of toegevoegd aan bestaande (sport)opleidingen. Op deze
wijze is ook een gedragscode ontwikkeld die sportbonden en verenigingen kunnen inzetten
om hun trainers/coaches en begeleiders te helpen om situaties waarin sexuele intimidatie
gemakkelijk kan ontstaan, te voorkomen. Beide instrumenten zijn facultatief: veel bonden en
verenigingen maken gebruik van deze instrumenten, maar ze zijn niet in alle sportopleidingen
opgenomen.
Tenslotte wordt gewerkt aan een nieuwe erkenningsregeling voor sportopleidingen. De
erkenning van sportopleidingen zal dan afhankelijk worden gesteld van de aantoonbare
aanwezigheid van een aantal competenties, waaronder ook de zogenaamde
burgerschapscompetenties. Onder dit begrip zal ook aandacht worden besteed aan het
vermogen om de veiligheid van sporters te waarborgen en vormen van intimidatie tegen te
gaan.
---- --
---
URL: http://www.opennieuwsbank.nl/inp/2004/01/28/F008.htm?fmt=KAAL
Result: ERROR: No DOCS found in http://www.opennieuwsbank.nl/inp/2004/01/28/F008.htm?fmt=KAAL
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport