-
Humanitaire situatie in Palestijnse gebieden kritiek
9 maart 2004
Vijf Nederlandse politici concluderen na een vierdaags bezoek aan
Israël en de bezette Palestijnse gebieden dat de Israëlische
maatregelen in de bezette gebieden tot een kritieke humanitaire
situatie hebben geleid.
De delegatie onderzocht onder andere de gevolgen van de bouw van de
muur in bezet gebied. De delegatie heeft veel waardering voor het werk
van Israëlische en Palestijnse mensenrechten- en vredesorganisaties,
die zich in blijven zetten voor een duurzame vrede in het gebied. Mede
in het kader van het Nederlandse voorzitterschap van de EU ligt het op
de weg van de Nederlandse regering initiatieven te nemen om een uitweg
uit de huidige impasse van het Midden-Oosten conflict te bevorderen.
Hoewel bekend met de situatie is de delegatie geschokt over de
leefsituatie in zowel Israël als de bezette gebieden. De bevolking in
beide gebieden ondervindt de gevolgen van ingenomen posities die
onveranderbaar lijken. De angst voor geweld is bij voortduring
aanwezig op de achtergrond. Helaas is geweld ook een dagelijks
terugkerend fenomeen. Het doorbreken van deze geweldspiraal is een
absolute voorwaarde voor de totstandkoming van een nieuwe stabiliteit.
Er zullen arrangementen moeten gaan ontstaan die een veilig leven in
beide gebieden mogelijk maken. In dit vredesproces zal centraal moeten
staan dat beide (toekomstige) landen recht hebben op een
gelijkwaardige duurzame toekomst waar vrede en geweldloosheid
vanzelfsprekendheid zijn.
De delegatie sprak tijdens haar bezoek met Israëlische voor- en
tegenstanders van de bouw van Israëlische nederzettingen in bezet
gebied. De delegatie concludeerde dat het stelselmatig continueren van
het creëren van facts on the ground, zoals de bouw van nederzettingen
en de muur, niet alleen een van de belangrijkste elementen is die de
hervatting van het vredesproces belemmert maar ook de feitelijke
mogelijkheid tot het realiseren van een geloofwaardige levensvatbare
Palestijnse staat wegneemt.
De delegatie constateert tevens dat aan beide kanten, door het
uitblijven van de afdwinging van elementaire rechtsregels, een klimaat
is ontstaan waarin illegaal geweld de boventoon voert. De
zelfmoordaanslagen vormen een ernstige ondermijning van de veiligheid
van Israëlische burgers. Deze vereisen ook maatregelen van de
Israëlische regering. De delegatie is echter van mening dat veel van
deze maatregelen die voor dit doel lijken te worden genomen buiten de
grenzen van het internationaal humanitair recht vallen. Duidelijke
voorbeelden daarvan zijn de bouw van een muur, voortdurende
beschietingen van burgerdoelen (huizen, scholen) met alle gevolgen van
dien en de collectieve bestraffingen, zoals de op handen zijnde
afsluiting van komend weekend. Feitelijk vormen de genomen
veiligheidsmaatregelen een eenzijdig system of control. De uitwerking
hiervan kan niet anders uitgelegd worden dan een ernstige inbreuk op
de mensenrechten van alle Palestijnen en op hun menselijke
waardigheid.
Mede hierdoor is er in de bezette gebieden een humanitaire
noodsituatie ontstaan. In gesprekken met de delegatie benadrukten
verschillende Israëlische en Palestijnse organisaties de ernst van de
situatie. Investeringen in ontwikkelingsprojecten en de voortgaande
humanitaire hulp hebben niet geleid tot economische vooruitgang.
Tegelijk viel het de delegatie op, dat door het relatief goede
onderwijs en de hoge motivatie van de inwoners van de bezette
gebieden, een groot potentieel voor ontwikkeling aanwezig is. Het
voortduren van de afsluitingen en de gerichte vernielingen van huizen,
wegen, en andere civiele infrastructuur hebben echter tot een
verslechtering van de situatie geleid, waardoor nu meer dan zestig
procent van de mensen onder de armoedegrens leven en van gemiddeld 2
dollar per dag moeten rondkomen, een derde van de beroepsbevolking is
werkeloos. De humanitaire en economische wurggreep waarin de
Palestijnse gebieden zich bevinden, verhindert iedere vorm duurzame
ontwikkeling. Op dit moment is het de internationale gemeenschap die
nog enigszins voorziet in elementaire voorzieningen, die eigenlijk
vallen onder de verantwoordelijkheid van de bezettende macht volgens
de regels van het internationaal humanitair recht.
De delegatie waardeert in hoge mate de moed van vredes- en
mensenrechtenorganisaties aan beide kanten, die ondanks dit klimaat
werken aan menselijke waardigheid. Juist het herstellen van het
contact tussen mensen draagt bij aan het doorbreken van de angst
spiraal waarin beide bevolksingsgroepen jegens elkaar zitten. De
delegatie is er van overtuigd dat deze initiatieven een onmisbare
bijdrage vormen in de totstandbrenging van een nieuwe dialoog tussen
de burgers van beide samenlevingen. Deze dialoog van onderop en
respect voor mensenrechten kunnen een werkelijk fundament leggen onder
toekomstige vredesinitatieven. Het verdient dan ook aanbeveling om
vanuit Nederland en de Europese Unie een veelvoud van dergelijke
initiatieven te steunen.
Om uiteindelijk te komen tot een fundamentele doorbraak dient de
internationale gemeenschap haar verantwoordelijkheid te nemen. Dat wil
voor ons zeggen dat de Europese Unie en Nederland direct en actief
betrokken dienen te zijn bij het verbeteren van de
mensenrechtensituatie en het herstellen van de dialoog.
De delegatie is van mening dat:
Een onmiddellijke stopzetting van al het geweld in zowel Israël als in
de bezette gebieden noodzakelijk is. Echter om dit te bereiken zal er
ook een perspectief moeten bestaan op een werkelijke oplossing. Hier
moet op politiek niveau met de groots mogelijke inzet aan gewerkt
worden.
Het aanstaande Nederlandse voorzitterschap van de Europese Unie biedt
hiervoor een unieke mogelijkheid. Van Nederlandse zijde mag en moet,
gegeven onze goede betrekkingen met zowel Israël als de Palestijnen,
worden verwacht dat zij daarom reeds nu initiatieven onderneemt. Dit
geldt temeer daar vredesinitiatieven als gevolg van de Amerikaanse
verkiezingen in een vacuüm terecht dreigen te komen. Het Nederlands
voorzitterschap zou het tot haar taak moeten rekenen om juist in die
periode de inspanningen van het Kwartet rondom de implementatie van de
road map te doen intensiveren.
Het bevorderen van het werk van mensenrechtenorganisaties en de
dialoog van onderop moet tegelijk gebeuren met inspanningen binnen het
Kwartet. Daarbij hoort eveneens dat Nederland zich binnen de EU sterk
maakt voor de juiste naleving van de samenwerkingsverdragen met
Israël. De EU mag niet berusten in de schending van het EU-Israël
Associatieakkoord, zoals ten aanzien van het toekennen van
handelsvoordelen aan producten uit de Israëlische nederzettingen in
bezet gebied. Tegelijk moet de EU zich sterk maken voor de handel
vanuit de Palestijnse gebieden naar Europa, zoals bedoeld was met het
EU-PLO Associatieakkoord.
De Europese Unie heeft een bijzondere taak om respect af te dwingen
voor het internationaal humanitair recht, zoals de Vierde Geneefse
Conventie, zolang de bezetting voortduurt. Israël moet voldoen aan
zijn eigen verantwoordelijkheden in dit kader. De delegatie is van
mening dat het respecteren van het internationaal humanitair recht en
het zorgen voor bescherming van burgers een absolute voorwaarde is
voor het herstel van vertrouwen in een vredesproces dat tegemoet komt
aan de legitieme rechten van beide partijen. Onderdeel daarvan is het
herstel van vrijheid van beweging in de bezette gebieden, waardoor ook
het organiseren van vrije democratische verkiezingen voor de
Palestijnse Autoriteit mogelijk wordt.
Juist het respecteren van het internationaal humanitair recht
rechtvaardigt een directe stopzetting van de Israëlische
bouwactiviteiten in de bezette gebieden wat betreft bijvoorbeeld de
nederzettingen en de muur, en opschorting van andere maatregelen die
een schending vormen, zoals de beperkingen van de bewegingsvrijheid
(checkpoints, blokkades, etc.).
De huidige situatie rechtvaardigt een internationale monitoring van de
ontwikkelingen. Indien dit niet op de korte termijn gerealiseerd kan
worden, dienen het Kwartet, dan wel de EU zelfstandig, in beeld te
brengen en daarover te rapporteren naar het Europees parlement.
De delegatie heeft met grote zorg geconstateerd dat de kansen voor een
rechtvaardige vrede met de dag verminderen. De delegatie benadrukt
daarom de urgentie om de mogelijkheden die de Nederlandse regering
langs de weg van het Europese voorzitterschap heeft ten volle in te
zetten. Natuurlijk gaat het primair om een inzet van de Israëlis en
Palestijnen, maar een strategische inzet van de EU kan wezenlijk
bijdragen om de situatie te keren en de Palestijnse en Israëlische
bevolking het perspectief op een vreedzame toekomst niet te laten
verliezen.
Het bezoek van de delegatie werd georganiseerd door United Civilians
for Peace, een samenwerkingsverband van de ontwikkelings- en
vredesorganisaties Cordaid, ICCO, IKV, Kerkinactie, Novib en Pax
Christi. Het vierdaagse bezoek (1-4 maart) werd besteed aan
ontmoetingen met maatschappelijke organisaties van beide kanten,
veldbezoeken aan de muur en aan Rafah in het zuiden van Gaza, en aan
ontmoetingen met Israëlische en Palestijnse regeringsfunctionarissen.
Noot voor de redactie (
GroenLinks