Uitspraak Hoge Raad LJN-nummer: AO4944 Zaaknr: KG 04/267 Pee
Bron: Rechtbank Amsterdam
Datum uitspraak: 4-03-2004
Datum publicatie: 4-03-2004
Soort zaak: civiel - civiel overig
Soort procedure: kort geding
Pee/HO
vonnis 4 maart 2004
RECHTBANK IN HET ARRONDISSEMENT AMSTERDAM
VOORZIENINGENRECHTER IN KORT GEDING
VONNIS
i n d e z a a k m e t r o l n u m m e r v a n :
1. de besloten vennootschap . (thans MMWOPS BEHEER B.V.),
gevestigd te ,
2. de besloten vennootschap TV INDUSTRY B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
e i s e r e s s e n in conventie bij dagvaarding van 10 februari 2004,
v e r w e e r s t e r in reconventie,
procureur mr. I.M.C.A. Reinders Folmer,
advocaat mr. B. Besseling te Amersfoort,
t e g e n :
de besloten vennootschap .,
gevestigd te ,
g e d a a g d e in conventie,
e i s e r e s in reconventie,
procureur mr. L.M. Graal.
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
Ter terechtzitting van 23 februari 2004 hebben eiseressen in
conventie, verder gezamenlijk te noemen en afzonderlijk
respectievelijk de Vennootschap, gesteld en gevorderd
overeenkomstig de in fotokopie aan dit vonnis gehechte dagvaarding.
Ter zitting heeft haar eis vermeerderd als hierna onder 2
vermeld. De naam van is door een recente statutenwijziging
op 28 januari 2004 gewijzigd in MMWOPS Beheer B.V.. Gedaagde, verder
te noemen , heeft verweer gevoerd met conclusie tot
weigering van de gevraagde voorziening, en vervolgens in reconventie
gevorderd als hierna onder 5 vermeld. heeft de vordering
in reconventie bestreden. Na verder debat hebben partijen stukken
overgelegd voor vonniswijzing.
GRONDEN VAN DE BESLISSING
In conventie en in reconventie :
1. In dit vonnis wordt uitgegaan van de volgende feiten.
a. staat als bestuurder en enig aandeelhouder aan het hoofd
van de IMCA Media Groep B.V., verder IMG. Op 8 november 2002 hebben
, Ready Productions B.V. - ook te noemen -, ieder
voor 50% aandeelhouder in de Vennootschap, en een
participatie- en aandeelhoudersovereenkomst getekend met betrekking
tot de overdracht van 50% van de aandelen in de Vennootschap aan
, inhoudende - voor zover hier van belang -:
"(..)
2.1 Binnen 20 (zegge: twintig) werkdagen nadat alle Opschortende
Voorwaarden zijn vervuld, (..), zullen en Ready de
Transactieaandelen aan verkopen en leveren, en zal
van en Ready de Transactieaandelen kopen en de
levering aanvaarden.
2.2 Na de overdracht zullen de Aandelen als volgt worden gehouden:
(..) (50%)
(..) (25%)
Ready (..) (25%)
(..)
3.1 Deze overeenkomst wordt aangegaan onder de Opschortende
Voorwaarden dat:
a) De Vennootschap en de leningsovereenkomst hebben
getekend (..)
b) met de Belastingdienst en de Bedrijfsvereniging een voor Partijen
passende regeling is getroffen (..).
(..)
5.1 en Ready zullen ervoor zorgen dat tussen het sluiten
van deze Overeenkomst en de Leveringsdatum de activiteiten van de
Vennootschap op de gebruikelijke wijze worden voortgezet, met dien
verstande dat tussen het sluiten van deze Overeenkomst en de
Leveringsdatum geen dividenden door de Vennootschap zullen worden
uitgekeerd en er geen wijziging in of bezwaring of vervreemding van de
Aandelen zal optreden."
Op 8 november 2002 is eveneens de leningsovereenkomst gesloten tussen
de Vennootschap en inzake een renteloze lening van EUReuro
1.700.000,--, die ter beschikking zou worden gesteld in twaalf
achtereenvolgende maandelijkse termijnen, startende 15 november 2002.
Tot op heden zijn de aandelen niet geleverd en heeft de
lening niet ter beschikking gesteld aan de Vennootschap.
b. Op 8 december 2003 zijn alle aandelen in de Vennootschap geleverd
aan Beheer B.V. en vervolgens op 14 januari 2004 teruggekocht
door en geleverd aan .
c. Op 18 december 2003 zijn partijen blijkens een door partijen
ondertekend verslag overeengekomen - voor zover hier van belang -:
"Uit hoofde van de koopovereenkomst gedateerd 8 november 2002 is
overeengekomen dat partijen de / en Imca Media Group
(namens , hierna verder te noemen IMG zorg zouden dragen
voor een totaal garantiekapitaal van Euro 1.700.000,00. Op basis van
het chaotische verloop met betrekking tot de door beide partijen
beschikbaar gestelde gelden is overeengekomen dat indien IMG een
eenmalige storting zal verrichten van Euro 162.500,00 beide partijen
aan hun garantieverplichting hebben voldaan ten opzichte van TV
Industrie BV. TV Industry BV zal geen aanspraak meer maken op
garantiekapitaal uit hoofde van voornoemde koopovereenkomst.
De gestorte bedragen zijn weergegeven in de bijlage.(..) In beginsel
zullen de stortingen worden omgezet in een achtergestelde lening.
(..)
IMG zal als volgt de bedragen storten:
Heden 18 december 2003 Euro 100.000,00
Bij levering aandelen (zie punt 3) Euro 62.500,00
2 - Overdracht aandelen:
en zullen onmiddellijk na ontvangst van de eerste
betaling van Euro 100.000,00 van IMG aan TV Industry BV een
onherroeppelijke notariële volmacht afgeven voor de overdracht van 50%
van de aandelen in TV Industry BV aan IMG. (..)"
d. Bij brief van 20 februari 2004 heeft het UWV aan de Vennootschap
meegedeeld dat haar verzoek om gedeeltelijke kwijtschelding van de
vordering wordt ingewilligd onder bepaalde voorwaarden.
e. Bij brief van 23 februari 2004 heeft de belastingdienst Amsterdam
aan de Vennootschap meegedeeld dat het ingediende
schuldsaneringsvoorstel akkoord is, nu de bedrijfsvereniging heeft
besloten haar instemming te verlenen.
f. Na verkregen verlof van de voorzieningenrechter van deze rechtbank
heeft op of omstreeks 19 februari 2004 conservatoir
derdenbeslag gelegd onder de ABN AMRO Bank N.V. ten laste van
.
In conventie voorts:
2. vordert, na vermeerdering van eis, - kort gezegd -
te veroordelen een bedrag van EUR euro 1.700.000,00 aan TV
Industry te voldoen; tot vergoeding van de door TV Industry gemaakte
advocaatkosten van EUR euro 37.401,71; een bedrag van euroEUR
76.124,48 aan wettelijke rente te voldoen; aan de
betalingsverplichtingen die voortvloeien uit de getroffen regeling met
de belastingdienst en bedrijfsvereniging te voldoen; de kosten
verbonden aan het gelegde beslag te voldoen.
3. stelt daartoe dat zij, vanaf het moment dat
niet tot betaling van de eerste termijn van de lening overging,
contact heeft gehouden met en heeft aangedrongen op
nakoming. Ondanks alle goede intenties van kwam er
feitelijk niets tot stand. Het enige resultaat van de vele
besprekingen over het jaar 2003 was dat de financiële toestand van de
Vennootschap steeds verder achteruit ging. is van mening
dat de overeenkomst van 8 november 2002 nog steeds van kracht is.
Inmiddels is een regeling getroffen met de belastingdienst en de
bedrijfsvereniging, zodat geen beroep meer kan doen op de
in artikel 3.1 sub b genoemde opschortende voorwaarde. Door de
transactie met Beheer is de toestand van de Vennootschap niet
wezenlijk veranderd, maar zelfs van een dreigend faillissement gered,
zodat ook een beroep op artikel 5.1 van de overeenkomst van 8 november
2002 niet opgaat. heeft tot op heden niet gevorderd dat de
aandelen worden geleverd, maar de aandelen kunnen worden geleverd. Er
zijn thans twee aandeelhouders van MMWOPS Beheer, te weten de heer en
mevrouw . De overeenkomst van 18 december 2003 is niet tot
stand gekomen, aangezien tot op heden de overeengekomen EUR
euro 100.000,-- niet heeft betaald. heeft dus geen
afstand gedaan van de overeenkomst van 8 november 2002 en de lening
van EUREUReuroEUR 1.700.000,00. Verder vordert
aanvullende schadevergoeding, gebaseerd op het feit dat
heeft nagelaten vanaf 15 november 2002 de renteloze lening ter
beschikking te stellen. Tot slot heeft de Vennootschap een
overeenkomst met een derde niet na kunnen komen door het ontbreken van
de lening en heeft hierdoor een bedrag van EUReuro 37.401,71 aan
advocaatkosten moeten maken.
4. heeft ter afwering van de vordering primair aangevoerd
dat in de overeenkomst van 18 december 2003 door partijen expliciet
wordt afgesproken dat nakoming van de overeenkomst van 8 november 2002
(inclusief lening) niet meer aan de orde is. Als diezelfde
dag navraag doet bij de Kamer van Koophandel blijkt dat sinds 8
december 2003 Beheer B.V. als enig aandeelhouder van de
Vennootschap staat ingeschreven, zodat de die dag gemaakte
afspraak op dat moment niet kan nakomen. Bovendien was de intentie van
partijen gericht op een samenwerking tussen en .
Deze gang van zaken heeft gezorgd voor een vertrouwensbreuk.
Subsidiair heeft aangevoerd dat door het geschuif van
aandelen in de Vennootschap de oorspronkelijke samenwerkingsintentie
van partijen is doorkruist. Bovendien is niet zeker of de
de aandelen nog wel kan leveren. Meer subsidiair heeft te gelden dat
de opschortende voorwaarde tot op heden niet is vervuld. Uit de
brieven van 20 en 23 februari 2004 volgt - gelet op de vele
voorwaarden - niet dat er een definitieve regeling met de
belastingdienst en de bedrijfsvereniging is.
In reconventie voorts:
5. vordert in reconventie - kort gezegd - opheffing van de
op of omstreeks 19 februari 2004 gelegde beslagen. Zij verwijst
daartoe naar hetgeen zij in conventie heeft aangevoerd.
6. heeft het gevorderde gemotiveerd betwist. Hetgeen in
conventie is gesteld, wenst zij als hier ingelast en herhaald te
beschouwen.
Beoordeling van het geschil in conventie:
7. Een geldvordering is in kort geding alleen toewijsbaar, indien
voldoende aannemelijk is dat de vordering in een eventuele
bodemprocedure zal worden toegewezen en van de eiser niet gevergd kan
worden dat hij de afloop van de bodemprocedure afwacht.
8. Ten tijde van het sluiten van de overeenkomst van 18 december 2003
mocht erop vertrouwen dat zij was ontheven van haar
verplichtingen voortvloeiende uit de overeenkomst van 8 november 2002.
De stelling van dat de overeenkomst van 18 december 2003
niet tot stand is gekomen, nu die dag in gebreke is
gebleven met betaling van euroEUR 100.000,00, faalt. In de
overeenkomst is een dergelijke ontbindende of opschortende voorwaarde
niet overeengekomen. heeft bovendien niet betaald, omdat
diezelfde dag na kadastrale recherche bleek dat de aandelen van de
Vennootschap - die na betaling van voornoemd bedrag zou
overdragen aan - niet meer in handen waren van .
Dit had echter niet vermeld aan , zodat
de betaling kon opschorten, zolang onduidelijk was wie de
aandeelhouder was en of de aandelen kon leveren.
9. De overeenkomst van 18 december 2003 is rechtsgeldig tot stand
gekomen, ook al was op dat moment geen aandeelhouder van de
Vennootschap. Vooralsnog valt niet in te zien dat , nu zij
de aandelen weer in haar bezit heeft, niet kan voldoen aan de
overeenkomst van 18 december 2003. Met deze overeenkomst heeft
afgezien van de overeenkomsten van 8 november 2002.
Zolang de overeenkomst van 18 december 2003 enerzijds niet is
ontbonden en anderzijds door geen beroep op de
vernietigbaarheid is gedaan, duurt zij voort en bestaat geen aanspraak
op nakoming van de verbintenissen voortvloeiende uit de overeenkomsten
van 8 november 2002. De vraag of er verplichtingen zijn blijven
bestaan uit de overeenkomst van 18 december 2003 is niet aan de
voorzieningenrechter voorgelegd.
10. Uit het voorgaande volgt dat de vorderingen van niet
voldoen aan het onder 7 geformuleerde criterium, zodat deze worden
afgewezen. worden als de in het ongelijk gestelde partij
veroordeeld in de kosten van dit geding.
Beoordeling van het geschil in reconventie:
11. Een conservatoir beslag kan onder meer worden opgeheven indien
summierlijk blijkt dat de vordering (of: het recht) ter verzekering
waarvan het is gelegd ondeugdelijk is.
12. Het in conventie overwogene ten aanzien van de overeenkomst van 8
november 2002 brengt mee dat het gevorderde in reconventie wordt
toegewezen als na te melden.
13. zal als de in het ongelijk gestelde partij in de
kosten van dit geding worden veroordeeld. Gezien de samenhang tussen
conventie en reconventie, zullen de kosten van dit geding in
reconventie worden gesteld op nihil.
BESLISSING IN KORT GEDING:
De voorzieningenrechter:
In conventie :
1. Weigert de gevraagde voorzieningen.
2. Veroordeelt hoofdelijk in de kosten van dit geding,
tot heden aan de zijde van begroot op:
- EUR 241,= aan vastrecht en
- EUR 703,= aan salaris procureur.
In reconventie :
3. Heft op de op of omstreeks 19 februari 2004 door ten
laste van gelegde conservatoire derdenbeslagen onder de ABN
AMRO Bank N.V..
4. Veroordeelt hoofdelijk in de kosten van dit geding,
tot heden aan de zijde van begroot op nihil.
5. Wijst het meer of anders gevorderde af.
In conventie en in reconventie :
6. Verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Gewezen door mr. J.A.J. Peeters, vice-president van de rechtbank te
Amsterdam, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van donderdag 4
maart 2004, in tegenwoordigheid van de griffier.
Coll.:
Hoge Raad der Nederlanden