Gemeente Utrecht
2004 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
24 Vragen van mevrouw drs. M.C. Mos en mevrouw mr. M. Schuring
(ingekomen 3 maart 2004)
GroenLinks maakt zich zorgen over de herhuisvestingsmogelijkheden van Ondiepers. In hoeverre kan het college garanderen dat elke inwoner van Ondiep die terug wil keren naar de wijk hiervoor straks een woning kan vinden die hij ook nog kan betalen?
In een brief aan wethouder van Kleef kaartte GroenLinks deze zorgen aan. De wethouder antwoordde dat "voor bewoners uit te slopen woningen een DUO-urgentie uitgewerkt wordt waardoor de slaagkans om in de eigen woonomgeving een andere woning te vinden sterk wordt vergroot. Op die manier wordt mede inhoud gegeven aan de belofte dat iedereen die dat wil kan terugkeren in Ondiep".
GroenLinks heeft begrepen dat deze DUO-urgentie inhoudt dat bewoners wier huis wordt gesloopt op het moment dat er nog geen nieuwe huurwoningen beschikbaar zijn een "joker" krijgen. Zij verhuizen tijdelijk naar elders, maar kunnen desgewenst met de "joker" een stadsvernieuwingsurgentie krijgen waarmee zij ter zijner tijd terug kunnen keren naar een nieuwe woning in Ondiep. Dit kan alleen indien zij bij de eerste verhuizing van sloophuis naar elders geen stadsvernieuwingsurgentie gebruiken maar via het reguliere systeem op basis van wachttijd of woonduur een andere woning verkrijgen. Bewoners met een korte woonduur die alleen met een stadsvernieuwingsurgentie in aanmerking kunnen komen voor een woning elders hebben dus geen mogelijkheid om later terug te keren in Ondiep.
Ouders met inwonende kinderen boven de 18 jaar kunnen zich gezamenlijk inschrijven en een stadsvernieuwingsurgentie krijgen voor een nieuwe woning waarbij de kinderen meeverhuizen. Dit betekent echter dat een eerdere inschrijving van een of meer kinderen voor zelfstandige woonruimte vervalt. Indien de kinderen er voor kiezen om niet met de ouders mee te verhuizen maar zelfstandig te gaan wonen krijgen zij geen stadsvernieuwingsurgentie. Onduidelijk is of deze kinderen op het moment van sloop
via het reguliere systeem tijdig een woning kunnen vinden. Waarom wordt desgewenst de aanvraag niet gesplitst en aan ouders en kind apart een stadsvernieuwingsurgentie verleend indien het kind niet wil meeverhuizen? De wethouder zegt hierover in eerdergenoemd antwoord op de brief van GroenLinks dat zij bereid is te bekijken of de regelgeving aangepast moet worden. GroenLinks wil hier graag meer informatie over.
Dit leidt tot de volgende vragen:
Zijn de bovengenoemde regels omtrent stadsvernieuwingsurgentie correct weergegeven?
Zo ja, is het college bereid de urgentieregels zo bij te stellen dat de bewoner voor wie op het moment van sloop geen woning in Ondiep beschikbaar is een stadsvernieuwingsurgentie behoudt waarmee hij later met voorrang kan terugkeren naar Ondiep? Ook als dit betekent dat sommige bewoners daarvoor wellicht twee keer een beroep moeten doen op een stadsvernieuwingsurgentie?
Heeft het college al bekeken of de regelgeving ten aanzien van de positie van bij hun ouders inwonende kinderen dient te worden aangepast? Komt er een aanpassing en wat behelst die aanpassing?
Op welke wijze gaat het College de bewoners voorlichten over de regels terugkeer in Ondiep?
Antwoord van Burgemeester en Wethouders
(Verzonden 30 maart 2004)
Nee, de regels zijn niet correct weergegeven. Bewoners die wegens sloop van hun woning moeten verhuizen, krijgen twee urgenties: een stadsvernieuwingsurgentie en een DUO-urgentie. De DUO-urgentie kunnen zij gebruiken om binnen de eigen buurt/wijk andere definitieve woonruimte te vinden. Dit kan zijn een passende nieuwbouw- huur- of koopwoning (beneden de vrije sectorgrens van EUR 181.512,00) of een passende bestaande huurwoning. Een DUO-urgentie geeft voorrang op andere urgenten. Na gebruik van de DUO-urgentie vervalt de urgentiestatus en de opgebouwde woonduur. Een DUO-urgentie is in geval van sloop van de woning geldig totdat de laatste nieuwgebouwde woning binnen het project is opgeleverd en verhuurd of verkocht. Lukt het de bewoner met een DUO- urgentie niet om vóór de sloopdatum een andere definitieve woning te vinden, dan kan hij de stadsvernieuwingsurgentie gebruiken voor een andere tijdelijke woning buiten de eigen buurt. Wanneer deze bewoner zich binnen een maand opnieuw inschrijft als woningzoekende, behoudt hij zijn DUO-urgentie en zijn opgebouwde woonduur. Deze DUO-urgentie kan hij gebruiken om terug te keren naar een woning zoals hierboven aangegeven in de eigen buurt.
De huidige regels staan dit al toe, verdere aanpassing op dit punt is niet nodig.
Wanneer ouders met inwonende kinderen boven de 18 jaar, die een eigen inschrijving voor een zelfstandige woonruimte bij WoningNet hebben, een stadsvernieuwingsurgentie of DUO-urgentie gebruiken om een andere woning te vinden, dan vervalt de inschrijving van de inwonende kinderen niet. Zij behouden hun inschrijving en hun opgebouwde inschrijvingsduur. Deze kinderen zijn dus niet genoodzaakt om voor de sloopdatum een eigen, nieuwe woning te vinden. Er is daarom ook geen grond om kinderen een eigen urgentiestatus te verlenen, aangezien zij zonder verlies van inschrijvingsduur met de ouders kunnen meeverhuizen, daarbij gebruik makend van de urgentiesstatus van de hoofdhuurder.
De regels voor terugkeer in Ondiep en de overige herstructureringswijken zullen bekend gemaakt worden via artikelen in de Woningkrant. Daarnaast zal voorlichting worden gegeven over de werking van de DUO-urgentie aan professionals die met urgenten te maken hebben: medewerkers van Woningnet, gemeente en corporaties, opbouwwerkers, etc. Bewoners kunnen op deze wijze op meer plaatsen terecht met vragen over de mogelijkheden van terugkeer naar de eigen buurt. Voor de bewoners (en de professionals) zullen folders en brochures gemaakt worden over de manier waarop zij de urgenties kunnen gebruiken.
---- --