Toespraak van Minister Dekker van VROM bij de officiële opening van de
nieuwe behuizing van ReVaBo en Stivako te Oss op woensdag 3 maart 2004
Dames en heren,
Ik zal nog eens goed naar het hang- en sluitwerk kijken, maar op het
eerste gezicht ziet dit nieuwe onderkomen er prima uit! Felicitaties
voor de aankomend vaklieden die hier hebben gewerkt aan hun eigen
school. En niet alleen aan hun eigen school. Dit pand huisvest naast
de regionale vakopleidingen Bouwbedrijf en Wegenbouw ook
theorielokalen voor enkele ROC's en kantoorruimte voor BouwNed en een
uitzendorganisatie.
Deze gecombineerde huisvesting werd mogelijk door samenwerking in de
regio Oss/Veghel tussen de vakopleiding in de Burger- en
Utiliteitsbouw ReVaBo en de Grond-, Weg- en Waterbouw Stivako. Ook de
landelijke koepels van samenwerkingsverbanden zijn sinds kort
verenigd. Zij opereren nu onder de naam: Federatie Vesin Vesan.
De bouwwereld maakt economisch moeilijke tijden door. De berichtgeving
over de bedrijfstak is weinig positief. De samenwerkingsinitiatieven
die in deze nieuwe behuizing onderdak hebben gevonden werken aan een
ándere bouwwereld. Een branche die kiest voor openheid, innovatie en
toekomstperspectief. Een bedrijfstak die kiest voor kostenefficiënte
en kwalitatief hoogstaande scholing.
Dat is hard nodig, zeker in een tijd dat het werk niet voor het
oprapen ligt. Minder werk betekent immers ook minder werkplekken voor
leerlingen op de bouwplaats. Werkplekken voor aankomend vaklieden die
juist in de praktijk een groot deel van hun opleiding moeten krijgen.
Om de scholingskosten voor de bedrijven die deelnemen in de
samenwerkingsverbanden zo draaglijk mogelijk te houden was de nieuwe,
doelmatige organisatie van de opleidingsplaatsen beslist noodzakelijk.
Deze investering in de toekomst zou best eens snel terugverdiend
kunnen worden. De Bouwprognoses 2003 -2008, zijn voorzichtig
optimistisch gestemd. Zowel in de B&U- als in de GWW-sector wordt
vanaf 2004 weer productiegroei verwacht met uitzondering van de bouw
van kantoren. Deze productiegroei komt uit nieuwbouw en groot
onderhoud, maar ook steeds meer uit herstel en onderhoud.
Dat heeft natuurlijk ook gevolgen voor de arbeidsmarkt. In 2003 is de
werkgelegenheid nog sterk afgenomen. In de loop van 2004 wordt weer
een licht herstel in de bouw voorzien. In de jaren daarna verwachten
we een gestage verdere stijging met ruim 3 % per jaar. Dit houdt in
dat de werkgelegenheid in de bouw in 2008 hoger zal zijn dan in het
topjaar 2001. Er zit dus veel werk aan te komen! Er zal vooral veel
vraag zijn naar modern geschoolde vaklieden voor de bouw. Dat heeft
verschillende oorzaken.
Ondanks de huidige krapte op de woningmarkt en de achterblijvende
nieuwbouwproductie staat de onderstroom richting kwaliteit en
consumentgericht bouwen. We willen immers niet bouwen voor de
leegstand van morgen!
Bij kwaliteit in de bouw denk ik overigens ook aan het bouwproces
zelf. De arbeidsomstandigheden op de bouwplaats, de veiligheid en
gezondheid van de werknemers en `Last but not least': de zorg voor het
milieu.
Kwaliteit hoeft niet te leiden tot hogere bouwkosten, maar vraagt wel
de nodige zorg en aandacht. Zowel in de voorbereiding als bij de
uitvoering op de bouwplaats. Goede samenwerking in teams met respect
voor elkaars werkzaamheden. Want steeds meer moeten verschillende
disciplines samen de klus klaren.
Werken in de bouw vereist daarom professionaliteit en vakmanschap. In
de samenwerkingsverbanden kunnen de leerlingen hun eerste schreden
zetten op weg naar dat vakmanschap. Het verstevigt bovendien de band
met de bedrijfstak.
Het lijkt er nu even niet op, maar de sector heeft straks weer volop
behoefte aan bouwprofessionals. De vergrijzing in de bouw is dus een
flink probleem. Niet alleen omdat we straks handen te kort komen, maar
vooral omdat er te weinig vernieuwing door jong bloed zal zijn. Dat is
niet goed voor een branche die zich concurrerend en innoverend moet
kunnen handhaven in een open binnenlandse en steeds grotere Europese
markt.
Er zijn dus voldoende redenen om jongeren te blijven motiveren voor
een toekomst in de bouw. Belangstelling voor techniek in zijn
algemeenheid en voor de bouw in het bijzonder moet reeds in het
basisonderwijs worden gewekt. Techniek dient een duidelijke plaats in
de basisvorming te krijgen, zodat er meer belangstelling komt voor het
technisch vervolgonderwijs.
Met mijn collega van OC&W en het bedrijfsleven in de bouw, metaal,
metalektro en de installatiebranche wil ik meer aandacht voor techniek
in het basisonderwijs. Het gezamenlijk streven is om in zes jaar tijd
op tenminste 2500 basisscholen techniek in het lesprogramma te
integreren. Nog eens 1500 scholen zouden tegen die tijd op zijn minst
een eerste start hebben moeten maken.
Werken in de bouw begint het best met een goede vakscholing. Ik heb u
aan het begin van mijn toespraak gezegd dat de bouwproductie in 2004
waarschijnlijk weer gaat toenemen en dus ook de werkgelegenheid. Zo
wordt een lichte groei verwacht in de vraag naar timmerlieden en
dakdekkers en is er een afnemende vraag naar metselaars. De vraag naar
uitvoerders in de B&U zal naar verwachting flink groter zijn. De
behoefte aan hogere kwalificaties neemt dus duidelijk sterker toe. Het
aandeel ongeschoolden in de bouw is op dit moment te hoog.
Het beroepsonderwijs is een belangrijk instrument om de
jeugdwerkloosheid, een belangrijk speerpunt van dit kabinet, te
bestrijden. Juist deze vorm van leren, met veel praktische oefening,
biedt jongeren een mogelijkheid om vakbekwaamheid te verwerven en
daarmee meer zekerheid als het gaat om werk en inkomen.
Maar ook hun eigenwaarde en hun plaats in het maatschappelijk verkeer
kan hierdoor een hechter fundament krijgen. Meedoen is niet voor niets
een belangrijk woord in het regeerakkoord dat aan dit kabinet ten
grondslag ligt.
Trots zijn op wat je kan en met elkaar tot stand brengt. Dat is in de
bouw van vitaal belang. Daarvoor moet ook de bouw als branche trots op
zichzelf kunnen zijn. Dat is nu niet het geval. De bouw toont nog
altijd onvoldoende animo om afstand te nemen van de oude
branchecultuur. Van de concurrentiebeperking, de prijsafspraken en de
cadeautjes. Die breuk moet nu en radicaal tot stand komen. Men heeft
elkaar te lang klemvast gehouden in oude gewoonten en afspraken. Daar
is de bouw een beetje lui en weinig vernieuwend van geworden.
De nodige veranderingen kunnen niet wachten op een nieuwe generatie in
de bouw, maar een nieuwe generatie moet er wel voor zorgen dat de
veranderingen die vandaag worden ingezet beklijven. Om te waarborgen
dat de bouw straks een normale bedrijfstak is met trotse werknemers.
In de nieuwe behuizing van ReVaBo en Stivoka zal een stukje van die
nieuwe bouwbranche groeien. Dat is een mooi idee. Het feit dat dit
onderkomen is gerealiseerd als leerlingbouwplaats, geeft dat idee een
extra dimensie. Leerlingbouwplaatsen vormen een belangrijke schakel in
de opleiding tot geschoold vakman en vakvrouw. Vorig jaar heeft het
EIB een onderzoek gedaan naar het rendement van deze opleidingsvorm.
Het resultaat is dermate positief dat het O&O-fonds en ik hebben
besloten om de subsidie voor leerlingbouwplaatsen te continueren. Ook
als opdrachtgever voor rijkshuisvesting wil ik hier blijvend een
bijdrage aan leveren. Jaarlijks worden door de Rijksgebouwendienst
diverse projecten aanbesteed als leerlingbouwplaats. Ik pleit ervoor
dat andere opdrachtgevers en de bouwwereld dit goede voorbeeld blijven
volgen, ook in economisch wat mindere tijden.
Geachte aanwezigen, leerlingen en bouwers van deze school. Nogmaals
gefeliciteerd met deze schitterende behuizing. Ik hoop en verwacht dat
hier een belangrijke bijdrage zal worden geleverd aan het opleiden van
vakbekwaam personeel voor een innovatieve en concurrerende
bouwbranche, die een open markt aankan.
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer