European Commission

IP/04/283

Brussel, 2 maart 2004

Europees Handvest voor kleine ondernemingen: het klimaat voor kleine ondernemingen verbetert omdat de lidstaten leren van elkaars sterke punten

De lidstaten hebben vooruitgang geboekt bij de verwezenlijking van de drie prioritaire doelstellingen die voor het jaar 2003 in het Europees Handvest voor kleine ondernemingen zijn opgenomen en die bijdragen tot de verbetering van het klimaat voor deze ondernemingen, namelijk toegang tot financiering, innovatie en technologieoverdracht en raadpleging van kleine ondernemingen. Uit het vierde verslag over de uitvoering van het Europees Handvest voor kleine ondernemingen blijkt ook dat de lidstaten steeds meer van elkaar leren door de uitwisseling van in het Handvest geïdentificeerde goede werkwijzen. De verbetering van het klimaat voor kleine ondernemingen vergt echter een volgehouden inspanning. Het is van cruciaal belang dat de lidstaten de aanbevelingen van het Handvest in acties blijven omzetten. Uit het verslag over de uitvoering van het Handvest blijkt dat aanzienlijke vooruitgang is geboekt op het gebied van steun aan startende ondernemingen in de toetredingslanden en de kandidaat-lidstaten.

Bij de publicatie van het nieuwe verslag over de uitvoering van het Handvest verklaarde de heer Erkki Liikanen, lid van de Commissie bevoegd voor ondernemingenbeleid en de informatiemaatschappij: "De combinatie van benchmarking, het volgen van de vooruitgang en het uitwisselen van goede werkwijzen is succesvol gebleken in het kader van het Handvest. Steeds vaker putten de lidstaten inspiratie uit maatregelen die in andere landen zijn ontwikkeld en uit aanbevelingen ter verbetering van het ondernemingenklimaat die in het kader van projecten van de Commissie zijn opgesteld. Dit leidt tot tastbare vooruitgang en is de beste manier om prestatieverschillen binnen de EU te overbruggen."

Zweden ontwikkelt momenteel een methode om de administratieve last te meten, op basis van de ervaring die in België, Denemarken en Nederland is opgedaan. Naar het voorbeeld van Nederland heeft België een meldpunt voor tegenstrijdige regelgeving en onnodige administratieve kosten opgericht, waar individuele burgers en bedrijven aangifte kunnen doen van tegenstrijdige of moeilijk toepasbare regelgeving. Spanje stuurt samenvattingen van de resultaten van ieder project van de Commissie naar ministeries, regio's, bedrijfsorganisaties en KMO-deskundigen en wijst de deskundigen die aan de projecten deelnamen erop dat ze de aanbevelingen in acties moeten omzetten.

Conclusies van de verslagen

Op het prioriteitsgebied "raadpleging van het MKB" zijn in 2003 bemoedigende ontwikkelingen vastgesteld in de lidstaten. Met de uitwisselingsprogramma's tussen overheidsambtenaren en MKB-ondernemingen in Nederland en het Verenigd Koninkrijk is bijvoorbeeld een nieuw middel geïntroduceerd voor het luisteren naar MKB-ondernemingen. Hoewel een aantal landen over gedegen systemen voor het raadplegen van MKB-ondernemingen beschikt, bestaan er nog steeds verschillen tussen de lidstaten. Het regelmatig en systematisch raadplegen van MKB-ondernemingen moet nog steeds met nadruk worden aangemoedigd.

In het afgelopen jaar is verdere vooruitgang geboekt wat de toegang tot financiering betreft. Interessante voorbeelden hiervan zijn de Finse DIILI-regeling voor het aantrekken van bekwaam personeel dat deelt in het aandelenkapitaal van het bedrijf, het Oostenrijkse model voor startkapitaalverstrekking door de overheidssector en de Franse "FIP's" (lokale investeringsfondsen). Bedrijven zien het gebrek aan financiering nog steeds als een belangrijke beperking. Toekomstige maatregelen moeten vooral aandacht besteden aan financiering in de beginfase en vermogensuitbreiding.

Op het gebied van innovatie en technologieoverdracht zijn diverse nieuwe maatregelen genomen. Voorbeelden van signalen voor betere coördinatie van innovatieprogramma's zijn het Nederlandse initiatief "TechnoPartner" en het Portugees Innovatiebureau. Toch ondervinden veel MKB-ondernemingen nog grote problemen bij pogingen om hun innovatieprestaties te verbeteren. Er is behoefte aan maatregelen om technologieoverdracht, bedrijfsnetwerken en -clusters te vergemakkelijken. De programma's PROINNO in Duitsland en STRAPAMO in Oostenrijk zijn goede voorbeelden van transnationale samenwerking.

De toetredingslanden en kandidaat-lidstaten tonen een grote bereidheid om hun verbintenissen in het kader van het Handvest na te leven. Deze landen hebben verdere vooruitgang geboekt op het vlak van het goedkoper en sneller starten van een onderneming, opleiding in ondernemerschap en het verbeteren van de on-linetoegang. Wat innovatie, toegang tot financiering en de vertegenwoordiging van de belangen van kleine ondernemingen bij het opstellen van beleid en wetten betreft, blijven echter grote problemen bestaan.

De landen van de Westelijke Balkan zijn enthousiast begonnen met de uitvoering van het Handvest. Vooral op het gebied van de beschikbaarheid van vaardigheden, bedrijfsondersteunende diensten, raadpleging van bedrijven en faillissementwetgeving hebben zij zich bijzonder actief getoond. Uitdagingen die zij in de toekomst moeten aangaan, hebben onder meer betrekking op informatie- en communicatietechnologieën, e-business en fiscale en financiële kwesties.

Achtergrond

Kleine bedrijven vormen een belangrijke bron van werkgelegenheid, bedrijfsdynamiek en innovatie. Om ervoor te zorgen dat kleine bedrijven kunnen gedijen in de meest gunstige omstandigheden, hebben de staatshoofden en regeringsleiders in juni 2000 in Santa Maria da Feira het Europees Handvest voor kleine bedrijven bekrachtigd. De Commissie stelt jaarlijks een verslag op waarin zij nagaat welke vooruitgang de lidstaten hebben geboekt bij de toepassing van het Handvest. Het vierde en meest recente verslag bevat een overzicht van de belangrijkste maatregelen die de lidstaten en de Commissie in het afgelopen jaar hebben genomen met het oog op de toepassing van het Handvest.

Het Handvest is in april 2002 in Maribor bekrachtigd door de kandidaat-lidstaten, waarna de landen van de Westelijke Balkan hun goedkeuring hebben verleend op de top EU-Westelijke Balkan die in juni 2003 te Thessaloniki plaatsvond. Inmiddels passen 34 landen het "kleinbedrijf-vriendelijke"-principe van het Handvest toe.