Nationale Bank van België
2004-03-02
PERSCOMMUNIQUÉ
Interbancaire risico's: een empirische analyse van het systeemrisico van het Belgische
bankstelsel
NBB Working Paper No. 43 - Research Series http://www.nbb.be/Sg/Nl/Produits/publication/4410n.htm
Deze Working Paper maakt een empirische analyse van de mogelijke gevolgen van zowel de nationale als
grensoverschrijdende interbancaire verwevenheid van de Belgische banken voor de financiële stabiliteit.
De interbancaire markten zijn belangrijk voor de goede werking van moderne financiële stelsels. Op
micro-economisch vlak verschuiven de financiële instellingen via de interbancaire markten liquide middelen
van instellingen met een kasmiddelenoverschot naar instellingen met een kasmiddelentekort. Op
macro-economisch vlak versterken de interbancaire markten de financiële integratie, maar verhogen zij
tevens de verwevenheid en de gemeenschappelijke blootstelling aan risico's binnen de banksector. Deze
markten vormen bijgevolg een potentieel belangrijk besmettingskanaal waarlangs de problemen die één
bank of één land treffen, kunnen overslaan naar andere banken en andere landen.
De belangrijkste doelstelling van deze Working Paper bestaat erin na te gaan of een kettingreactie op de
interbancaire markt - dat wil zeggen een situatie waarbij het onvermogen tot terugbetaling van één bank
zou leiden tot het onvermogen van één of meerdere van haar interbancaire crediteuren - aanleiding zou
kunnen geven tot grotere systeemrisico's. Andere vragen die worden onderzocht, zijn: (i) welke weerslag
hebben de consolidatie en de internationalisering op de interbancaire markt gehad? (ii) hoe belangrijk is de
interbancaire marktstructuur bij het verklaren van het interbancaire besmettingsrisico? (iii) in welke mate
zou het onvermogen van banken in het bankstelsel van een ander Europees land de Belgische banken
kunnen treffen via de grensoverschrijdende interbancaire verwevenheid? (iv) hoe is het interbancaire
besmettingsrisico in de loop der tijden geëvolueerd? (v) hoe staat het met de beoordeling van het
besmettingsrisico in België in vergelijking met de beoordeling in andere landen?
De paper hanteert unieke tijdreeksgegevens om het risico en de impact van besmetting als gevolg van
interbancaire posities van de Belgische banken te analyseren. Daarbij wordt gebruik gemaakt van
tijdreeksinformatie over de totale bedragen van de interbancaire posities van de Belgische banken evenals
van de grote bilaterale interbancaire posities waarvan de banken melding maakten. Het Belgische
financiële stelsel vormt een interessante gevalstudie om diverse redenen. Ten eerste is de Belgische
interbancaire markt zeer internationaal gericht, en heeft het Belgische financiële stelsel in de
jaren 1998-2001 een periode van bankconsolidatie doorgemaakt. Bovendien is de structuur van de
Belgische interbancaire markt in de loop van het laatste decennium veranderd. Deze evolueerde van een
"volledige" structuur (waarbij alle banken symmetrische koppelingen hebben) naar een structuur met
"meervoudige geldcentra" (waarbij de centra symmetrisch gekoppeld zijn aan enkele banken, zonder dat
deze banken onderling gekoppeld zijn). Op grond van deze vaststellingen kunnen diverse interessante
vragen worden bestudeerd die ook relevant zijn voor de stabiliteit van financiële stelsels in andere landen.
In de analyse wordt een onderscheid gemaakt tussen het potentiële besmettingsrisico veroorzaakt door het
onvermogen van een Belgische bank en het potentiële besmettingsrisico van buitenlandse oorsprong, dat
wil zeggen teweeggebracht door het onvermogen van een buitenlandse bank. Als gevolg van de
toenemende internationale financiële integratie is er een verschuiving opgetreden naar een permanente
afhankelijkheid van grensoverschrijdende interbancaire stromen. Het probleem van het potentiële
besmettingsrisico van buitenlandse oorsprong verdient daarom speciale aandacht. In de Working Paper
wordt tevens onderzocht hoe het besmettingsrisico dat verbonden is aan het onvermogen van een
Belgische bank, in de loop der tijden is geëvolueerd. Bovendien wordt de gevoeligheid van de resultaten
nagegaan voor verscheidene Loss Given Defaults ("LGD"), waardoor deels rekening kan worden gehouden
met de beperking van het interbancaire besmettingsrisico dat voortvloeit uit het toenemende gebruik van
risicoverminderingstechnieken, zoals interbancaire leningen tegen onderpand of repurchase agreements
(repo's).
Communicatie de Berlaimontlaan 14 tel. + 32 2 221 46 28 BTW BE 203 201 340
Nationale Bank van België n.v. BE-1000 BRUSSEL www.nbb.be HRB 22 300
---
Uit de empirische analyse blijkt dat het besmettingsrisico als gevolg van binnenlandse interbancaire
onvermogen gedurende het laatste decennium is gedaald, en momenteel zeer gering is. In de Working
Paper wordt tevens onderzocht of het besmettingsrisico verband houdt met de structuur van de
interbancaire markt. De resultaten tonen aan dat de structuur van de interbancaire markt in belangrijke
mate het besmettingsrisico in de tijd verklaart. In het bijzonder worden het risico en de impact van
besmetting verminderd zowel door een verschuiving van een "volledige structuur" naar een structuur met
"meervoudige geldcentra" als door een grotere concentratie van de bancaire markt. Daarenboven beperkt
een stijging van het aandeel van grensoverschrijdende interbancaire activa het risico en de impact van
lokale besmetting. Dit wijst er echter op dat het potentiële besmettingsrisico dat voortvloeit uit buitenlandse
interbancaire posities, groter is geworden. Volgens de simulaties zou het onvermogen van bepaalde
buitenlandse banken een aanzienlijk effect kunnen sorteren op de activa van de Belgische banken. De
buitenlandse banken van wie het interbancair onvermogen in de simulaties een beduidende weerslag had,
zijn echter alle internationaal erkend en hebben een hoge rating. Bovendien blijkt uit de simulaties dat
grensoverschrijdende interbancaire onvermogen enkel voor hoge waarden van LGD's een doorslaggevend
effect op het Belgische financiële stelsel hebben, en dat de Belgische banken momenteel relatief grote
percentages gewaarborgde interbancaire posities aanhouden, die de neiging vertonen om de LGD's te
beperken.
_____