Ingezonden persbericht
PERSBERICHT
Rotterdam, 2 maart 2004
CBRB pleit voor aanpassing laad- en lostijden en overlegregelingen in het
Burgerlijk Wetboek
Het CBRB heeft, mede namens Kantoor Binnenvaart, aan het Ministerie van
Justitie
verzocht een aanpassing voor te bereiden van het Besluit Laad- en Lostijden
en Overliggeld in de binnenvaart.
De herhaalde verzoeken van leden zijn hiervoor de reden. Daarnaast is van
belang dat het besluit inhoudelijk dateert uit 1981. In 1998 is een geringe
verhoging van het overliggeld doorgevoerd.
Door inflatie en kostenverhogingen de afgelopen jaren zijn de bedragen van
het overliggeld die in het besluit genoemd worden, sterk achterhaald.
Niet onbelangrijk hierbij is dat de innovatie en de technische mogelijkheden
bij het laden en lossen van binnenschepen zodanig verbeterd zijn, dat de
laad- en lostijden aanzienlijk beperkt kunnen worden.
Onlangs zijn door het NEA in opdracht van het CBRB onderzoeken uitgevoerd om
de kosten van de exploitatie van binnenschepen te berekenen. Dit onderzoek
bevestigt de achterhaalde regelgeving voor zover het de hoogte van het
overliggeld betreft.
Tevens is door het NEA een onderzoek naar de internationale regelingen voor
de laad- en lostijden uitgevoerd. Dit onderzoek maakt zichtbaar dat de laad-
en lostijden aangepast zouden moeten worden aan de huidige praktijk en meer
parallel moeten lopen met huidige regelgeving in Duitsland, waar uitgegaan
wordt van actuele kosten.
Noot voor de redactie (