Koninklijke bibliotheek

Dossier Hella Haasse

Hella S. Haasse : draden trekken door het labyrint / Aleid Truijens, cop. 1997

Heren van de thee / Hella S. Haasse, 2002

Ik maak kenbaar wat bestond : leven en werk van Hella S. Haasse, 1993

Een doolhof van relaties / Hella S. Haasse, 2002

Hella Haasse / Ed Popelier, 1977

Het dieptelood van de herinnering / Hella S. Haasse, 2003

Een handvol achtergrond : 'Parang sawat' / Hella S. Haasse, 1993

Literatuur


* Titels van Hella Haasse

* Titels over Hella Haasse en autobiografisch werk
* Vertalingen

* Diversen

Hella Haasse wordt vaak de Grand Old Lady van de Nederlandse literatuur genoemd, een benaming die haar deed glimlachen in het marathoninterview dat Karen de Bok in 1993 met haar hield. Al vindt ze het een compliment, ze ziet zichzelf zo niet. Maar wie Haasses werk beschouwt, kan haast niet tot een andere conclusie komen. Sinds haar debuut in 1945 Stroomversnelling, haar enige dichtbundel schreef ze een omvangrijk oeuvre bijeen van meer dan vijftig zelfstandig verschenen titels over allerlei onderwerpen: romans, essays, toneelstukken fictie en nonfictie. En dan hebben we het nog niet over de artikelen, of over de bundels die ze samenstelde.

Nederlands-Indië speelt in haar werk een grote rol. Dat is natuurlijk geen wonder. In dat land werd Hella Haasse in 1918 geboren en daar bracht ze de eerste 20 jaar van haar leven door. In 1938 vertrok ze naar Nederland om Nederlands te gaan studeren in Utrecht, maar daar aangekomen schreef ze zich in voor Scandinavische talen aan de Universiteit van Amsterdam. De bedoeling was dat haar ouders en broer zich later bij haar zouden voegen, maar de Tweede Wereldoorlog verhinderde dat. Zo trok ze haar eigen plan. Tijdens de oorlog brak ze haar studie af de colleges over Germaanse heldensage maakten haar letterlijk onpasselijk - en ging naar de toneelschool. Die rondde ze met succes af waarna ze een contract sloot met het Centraal Tooneel van Cees Lasseur. In februari 1944 trouwde ze met de jurist Jan Lelyveld en in november werd hun eerste kind geboren, dat echter twee jaar later overleed. Daarna kreeg ze nog twee dochters. Zij speelde nog steeds toneel, bleef daar ook een band mee houden zo schreef ze in de loop der tijden enkele toneelstukken maar ging toch steeds meer publiceren.

In 1948 won Haasse de novelleprijs van de CPNB met Oeroeg, dat toen anoniem als boekenweekgeschenk uitgebracht werd. Achteraf bezien is dat een bijzondere prestatie. Ze had tot dan toe nog maar weinig gepubliceerd en wist hiermee door te breken tot het grote publiek. Maar Oeroeg is dan ook een bijzonder aansprekend verhaal dat helder de gecompliceerde verhouding tussen Nederland en Nederlands-Indië belicht. Door het thema, én doordat het een dun boekje is, lazen generaties middelbare scholieren het voor hun eindexamen. De laatste zin is een voorbode naar veel van haar later werk: Ben ik voorgoed een vreemde in het land van mijn geboorte, op de grond, vanwaar ik niet verplant wil zijn?. Dat land van mijn geboorte of land van herkomst zoals Du Perron het noemt, komt in veel van Haasses boeken terug. Ze schreef er een aantal autobiografische teksten over zoals Zelfportret als legkaart (1954), over haar jeugd en leven tot dan toe, Krassen op een rots (1970) en Een handvol achtergrond Parang Sawat (1993), met teksten uit de twee eerdere boeken en niet eerder gepubliceerd materiaal. Ook in haar romans komt het land van haar jeugd tot leven. Het meest bekend is wel Heren van de thee (1992), een aangrijpende roman over het leven in ons Indië in de tweede helft van de 19e eeuw. En zeer recent in 2002 verscheen Sleuteloog, een roman waarin ze in feite het thema van Oeroeg opnieuw uitwerkt: in hoeverre was vriendschap mogelijk tussen een Nederlands en een Indisch kind, in hoeverre konden ze elkaar echt kennen en begrijpen?

Hoezeer Hella Haasse ook bekend is door haar boeken over haar land van herkomst, het is slechts een onderdeel van haar oeuvre. Minstens zo belangrijk zijn haar andere historische romans. Daarbij maakt ze vaak gebruik van originele documenten bijvoorbeeld voor de brievenromans over de familie Bentinck en Koningin Sophie. Ook voor andere historische romans deed zij uitgebreid bronnenonderzoek, bijvoorbeeld voor Schaduwbeeld of Het geheim van Appeltern (1989), waarin ze een belangrijke historische figuur, Joan Derk van der Capellen tot den Pol voor een groot publiek tot leven bracht. Andere, niet historische, romans als Berichten van het Blauwe Huis of Huurders en onderhuurders zijn minder bekend maar vormen een net zon belangrijk onderdeel van haar totale oeuvre. Ook hier draait het om de zoektocht naar het eigen verleden en het kennen van de ander.

Wie de waarheid tracht te vangen door natuurgetrouwe weergave van de werkelijkheid krijgt een vlakke prent waaraan juist de levensuggererende dimensies ontbreken, een beeld, bedrieglijk gelijkend op het gezochte, maar een schim, schreef Haasse in 1954 in het autobiografische boek Zelfportret als legkaart. Bijna vijftig jaar later, in 2002, laat ze de ik-figuur in Sleuteloog zeggen Ik weet dat ergens in mijn geheugen alle stukken te vinden zijn die samen een sluitend beeld van de waarheid vormen. Ik heb ze niet herkend, of ze niet willen zien, toen ze opdoken in de werkelijkheid van mijn leven. Tussen die twee uitspraken over waarheid ligt een enorm oeuvre, een breed en rijk oeuvre, waarin Haasse op oprechte wijze bezig is met waarheid, de waarheid van haar hoofdpersonen, de waarheid van haar eigen persoon en de waarheid van Nederlands-Indië.

Het werk van Hella Haasse werd in vele talen vertaald: Duits, Engels, Hongaars, Italiaans, Pools, Portugees, Roemeens, Sloveens, Spaans en Zweeds. Ze ontving een aantal prijzen ondermeer de Internationale Atlantische prijs (1960), de Constantijn Huygensprijs (1981), de P.C. Hooftprijs (1984), de CPNB Publieksprijs (1993), de Annie Romeinprijs (1995) en in 2003 won zij met Sleuteloog de Dirk Martensprijs en de NS Publieksprijs voor het Nederlandse Boek. Bovendien schreef ze driemaal het boekenweekgeschenk: in 1948 (Oeroeg), in 1959 (Dat weet ik zelf niet) en in 1994 (Transit). Al wordt ze dan niet in één adem genoemd met de grote drie (Hermans, Reve, Mulisch) Hella Haasse is met recht de enige echte 'Grand Old Lady' van de Nederlandse Literatuur.

Dit dossier is bijgewerkt tot 2 maart 2004

Koninklijke Bibliotheek - Nationale bibliotheek van Nederland