Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken (ACVZ)

PERSBERICHT 02-03-2004
Advies Inburgering als voorwaarde voor verblijf in Nederland

Het inburgeringsexamen in het buitenland voor vreemdelingen die langdurig in Nederland willen verblijven mag. Het zelfde geldt voor een inburgeringsexamen als voorwaarde voor een permanente verblijfsvergunning. Dat schrijft de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken (ACVZ) in haar vandaag gepubliceerde advies over inburgeringsvoorwaarden dat op verzoek van de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie is uitgebracht. Internationale regelgeving laat zulke maatregelen in beginsel toe. Bij deze conclusies maakt de ACVZ wel een aantal serieuze kanttekeningen.

De ACVZ steunt de Minister in haar opvatting dat inburgering essentieel is voor het goed functioneren van nieuwkomers. Zoals de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling in een door de ACVZ gevraagd advies zegt: taalvaardigheden zijn belangrijk, maar praktische vaardigheden -(vrijwilligers)werk, stages, maatschappelijke taken- moeten er voor zorgen dat het gebruik van de taal en de maatschappelijke vaardigheden ook werkelijkheid worden. Voor het verkrijgen van een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd kan het behalen van een dergelijk examen met twee onderdelen worden geëist. De ACVZ merkt wel op dat degenen die het examen niet halen in de meeste gevallen niet uitgezet kunnen worden. Dat geldt zeker voor erkende vluchtelingen en hun gezinsleden.
Overigens pleit de ACVZ voor het combineren van exameneisen met positieve prikkels, zoals lagere kosten naar mate men eerder slaagt en als het examen wordt gehaald na (minimaal) 3 jaar het direct afgeven van een permanente verblijfsvergunning.

Basale kennis van het Nederlands en de Nederlandse maatschappij mag voor de binnenkomst in Nederland worden geëist, omdat het effectief bijdraagt aan de maatschappelijke contacten van de vreemdeling in de Nederlandse samenleving. Problemen kunnen op die manier worden voorkomen. De eis om over die kennis te beschikken is aanvaardbaar omdat het in het belang is van het economisch welzijn en de openbare orde van Nederland. Wel moet de maatregel aan iedereen worden opgelegd die daarvan niet op grond van EG-regels is vrijgesteld, om strijd met het gelijkheidsbeginsel danwel discriminatie naar nationaliteit te voorkomen.
Het inburgeringsexamen in het buitenland is niet in strijd met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en evenmin met de door de EG vastgestelde gezinsherenigingsrichtlijn die ook voor gezinsvorming geldt. Voor vluchtelingen en andere asielstatushouders moet echter een uitzondering worden gemaakt. Dat geldt eveneens voor hun gezinsleden die voor gezinshereniging- of vorming komen, omdat zij geen plek buiten Nederland hebben waar het gezinsleven kan worden genoten. De ontwerpregeling dient daarop te worden aangepast.

Het vooraf-inburgeringsexamen zal voor velen uitstel en soms afstel van plannen om samen een gezin in Nederland te vormen betekenen. Het is belangrijk dat het selectiekarakter van de maatregel niet overheerst en integratie het hoofddoel blijft. Het halen van het examen in het buitenland moet derhalve reëel zijn. Daarom is wenselijk dat de overheid zeker stelt dat de benodigde kennis, als het ware als een leerboekje voor het theoretisch rijexamen, voor iedereen in de meest gebruikte talen beschikbaar is; ook op internet en via CD/cassetteband. Uitzonderingen moeten kunnen worden gemaakt als het objectief onmogelijk is het vooraf-inburgeringsexamen te halen. Analfabetisme is niet een dergelijke objectieve belemmering. Om willekeur te vermijden is eenvormige examenbeoordeling nodig.

Het advies kan worden gedownload van de webpagina van de ACVZ: www.acvz.com
Nadere inlichtingen kunnen worden verstrekt door de wrnmd. Secretaris van de ACVZ, dhr. dr. J.J. van Miert, 070-3811410 of via e-mail: jmiert@acvz.com

---