Aan de Voorzittervan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Binnenhof 4
Den Haag
- Directie Zuidoost en Oost-Europa
Afdeling Westelijke Balkan
Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag
Datum
1 maart 2004
Behandeld
- Pauline Diepenbroek
Kenmerk
- DZO/WB-42/2004
Telefoon
- 070-3485157
Blad
- 1/2
Fax
- 070-3485329
Bijlage(n)
- - pauline.diepenbroek@minbuza.nl
Betreft
- Situatie in het opvangcentrum Grab Potok
-
Ten vervolge op mijn brief van 19 februari 2003 (vergaderjaar 2002-2003, nr. 805), waarin ik inging op vragen van het lid Kant (SP) over het project om de leef omstandigheden in het opvangcentrum Grab Potok te verbeteren, bericht ik u graag over de laatste ontwikkelingen rond dit project.
De werkzaamheden aan het centrum zijn inmiddels afgerond. Alle verdiepingen van het gebouw zijn klaar en reeds deels betrokken door nabestaanden van slachtoffers van Srebrenica. De voorzieningen zijn een aanzienlijke verbetering ten opzichte van de barakken waarin de mensen aanvankelijk verbleven. De sociale situatie onder bewoners is soms gespannen door de gedragsproblemen die zij vanwege hun oorlogstrauma's hebben. De sociale en medische zorg die de Bosnische non-gouvernementele organisatie
Snaga Zene verleent, is kwalitatief goed.
De selectie van bewoners vindt plaats op basis van door de betrokken partijen (Kanton Tuzla, UNHCR, en OHR) onderling overeengekomen criteria: het gaat hierbij om herregistreerde displaced persons (DP's); DP's die, om diverse redenen, niet kunnen of willen terugkeren naar hun oorspronkelijke woonplaats; en DP's zonder naaste familieleden.
Een aantal inwoners van Grab Potok, die specifieke medische zorg nodig hebben, zal in een bejaardenhuis in Tuzla worden geplaatst. De verantwoordelijke autoriteiten hebben aangegeven hiertoe een wettelijke verplichting te hebben, waarvan zij overigens in eerdere fasen niet gerept hadden. De rechtstreeks betrokken organisaties (Snaga Zene, UNHCR, en OHR) zijn het er echter over eens dat de professionele zorg die deze mensen nodig hebben niet in het relatief afgelegen Grab Potok kan worden
gegeven.
De Nederlandse ambassade heeft in eerdere contacten met de verantwoordelijke ministers (de kantonale Minister van Sociale Zaken en kantonale Minister voor Vluchtelingen) de toezegging gekregen dat de definitieve regeling van de juridische status en bestemming van het centrum Grab Potok uiterlijk eind februari rond zou zijn. De ambassade blijft ter plekke politieke druk uitoefenen opdat alle noodzakelijke juridische en administratieve aspecten betreffende Grab Potok worden geregeld.
De verantwoordelijke autoriteiten van het Kanton Tuzla willen het centrum op 2 maart a.s. officieel openen. Wanneer zij daartoe wordt uitgenodigd, zal de ambassade deze opening bijwonen.
-
De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven
===
Ministerie van Buitenlandse Zaken