Ministerie van Financiën

De Voorzitter van de

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Plein 2

2511 CR DEN HAAG

Datum Uw brief (Kenmerk) Ons kenmerk

FM 2004-00305 M

Onderwerp

Kabinetsreactie op de Nederlandse corporate governance code

De commissie corporate governance (ook wel commissie Tabaksblat genoemd) heeft op 9 december 2003 de Nederlandse corporate governance code gepubliceerd. De commissie heeft daarbij ook een aantal aanbevelingen aan de wetgever gedaan om de implementatie van de code te faciliteren. Hierbij bieden wij u de kabinetsreactie aan op de code en zijn aanbevelingen aan de wetgever.

Het kabinet wil voorop stellen dat het veel waardering heeft voor het snelle en gedegen werk van de commissie Tabaksblat. De commissie illustreert het zelfregulerend vermogen van de samenleving en haar code draagt bij aan een versterking van de corporate governance structuur van het Nederlandse beursgenoteerde bedrijfsleven. Goede corporate governance, dat wil zeggen efficiënt toezicht op het bestuur van beursgenoteerde vennootschappen, een evenwichtige verdeling van de invloed tussen het bestuur, de raad van commissarissen en de algemene vergadering van aandeelhouders (goede checks and balances), en een goede verantwoording door het bestuur en de raad van commissarissen met het oog op de continuïteit van de onderneming en een zorgvuldige afweging van de verschillende belangen, waaronder die van de werknemers en andere stakeholders van de vennootschap, is van groot belang voor een goed functionerende en concurrerende economie. Het inkomen en welzijn van miljoenen burgers, alsmede de waarde van hun pensioenen en beleggingen, hangen direct af van de prestaties van ondernemingen en van de wijze waarop deze worden bestuurd. Goed bestuurde ondernemingen dragen bij aan een vertrouwenwekkend arbeidsklimaat, en kunnen tegen lagere kosten kapitaal aantrekken. Dit stimuleert de investeringsbereidheid, de productiviteit en de concurrentiepositie van deze ondernemingen. Goede corporate governance verkleint ook het risico op boekhoudaffaires, omdat zij de transparantie en de verantwoordelijkheidstelling bevordert. Een aantal boekhoudaffaires in binnen- en buitenland en de perceptie van zelfverrijking aan de top hebben de laatste tijd echter de vraag doen rijzen of de controle op en de verantwoording van degenen die ondernemingen besturen wel goed is geregeld. Bij beleggers en bij het grote publiek is twijfel gerezen over de integriteit van bestuurders en commissarissen. De twijfel beperkt zich echter niet tot deze groep van personen. Ook bij de andere schakels in de keten tussen beleggers en beursgenoteerde vennootschap, zoals financieel analisten, investment banks, externe accountants en credit rating agencies, zijn de integriteit en de transparantie ter discussie komen te staan.

Het kabinet heeft daarom de gelegenheid te baat genomen om de Nederlandse corporate governance code in een breder perspectief te plaatsen van Europese en nationale initiatieven om het vertrouwen van de beleggers en het brede publiek in de integriteit van het bestuur en in de financiële markten te herstellen. Maatregelen om de concurrentiepositie van het Nederlandse bedrijfsleven te verstevigen door middel van een ?concurrerend ondernemingsrecht? zullen nader worden besproken in de kabinetsnota ?Modernisering ondernemingsrecht?. Deze nota is momenteel in voorbereiding en zal binnen afzienbare termijn aan de Tweede Kamer worden aangeboden.

In de bijgevoegde nota wordt een analyse gegeven van de achtergronden van het tanende vertrouwen. Uit deze analyse kan geconcludeerd worden dat binnen de beursgenoteerde vennootschappen soms de checks and balances niet op orde waren. Bij de spelers op de financiële markten zijn de problemen vooral terug te voeren op belangenconflicten. Gelet op de voortgaande internationalisering van het (Nederlandse) beursgenoteerde bedrijfsleven, de voortgaande integratie van de financiële markten en de daarmee gepaard gaande harmonisatie van de Europese effectenregelgeving en het grensoverschrijdende karakter van de boekhoudaffaires, verdient de hiervoor genoemde problematiek een internationale aanpak. De completering en tenuitvoerlegging van het EU Actieplan Financiële Diensten vormt naar de mening van het kabinet een belangrijke bijdrage aan het herstel van het vertrouwen van de beleggers in de Europese financiële markten. In de richtlijnen Marktmisbruik en Beleggingsdiensten zijn bijvoorbeeld bepalingen opgenomen om belangenconflicten binnen investment banks te voorkomen. De Transparantierichtlijn verscherpt de informatieverplichtingen voor beursgenoteerde vennootschappen. De verordening betreffende de toepassing van internationale standaarden voor jaarrekeningen zal vanaf 1 januari 2005 zorgen voor een betere vergelijkbaarheid en meer transparantie van de financiële cijfers van de Europese beursgenoteerde ondernemingen. De Europese Commissie heeft een aanbeveling gepubliceerd betreffende onafhankelijkheidsregels voor externe accountants. Deze aanbeveling is in Nederland reeds geïmplementeerd in de verordeningen van de publiekrechterlijke accountantsberoepsorganisaties. Daarnaast zal de Europese Commissie binnenkort een voorstel tot wijziging van de richtlijn betreffende accountantscontrole publiceren, waarin elke lidstaat wordt verplicht om een onafhankelijk, publiek toezichthouder op de externe accountants die wettelijke controles uitvoeren in te stellen.

Maatregelen ter versterking van de checks and balances binnen beursgenoteerde vennootschappen dienen vooral op nationaal niveau te worden genomen. De regels omtrent de verdeling van bevoegdheden tussen de organen van de vennootschap en de rechten en plichten van de organen en hun leden, inclusief individuele aandeelhouders, verschillen namelijk per land en zijn in Europees verband nauwelijks geharmoniseerd. Het ziet er ook niet naar uit dat een volledige harmonisatie op dit gebied snel zal worden bereikt. Dit behoeft geen probleem te zijn: concurrentie tussen vennootschapsvormen en ?stelsels kan heel goed leiden tot een betere corporate governance. Naar de mening van het kabinet kan de Nederlandse corporate governance code, als in- en aanvulling van het Nederlandse vennootschapsrecht, een belangrijke bijdrage leveren aan de concurrentiepositie van en het herstel van het vertrouwen in het Nederlandse beursgenoteerde bedrijfsleven. De naleving van de code kan niet vrijblijvend zijn: het bestuur en de raad van commissarissen van de beursgenoteerde vennootschappen dienen in het jaarverslag aan te geven in hoeverre wordt afgeweken van de bepalingen van de code en zij moeten afwijkingen motiveren (?pas toe of leg uit?-regel). De Autoriteit Financiële Markten zal, in het kader van het binnenkort te introduceren toezicht op de financiële verslaggeving van beursgenoteerde vennootschappen, toetsen of elke beursgenoteerde vennootschap in het jaarverslag een beschrijving heeft opgenomen van haar corporate governance structuur en een verklaring over de naleving van de code. Het kabinet neemt de Nederlandse corporate governance code integraal en ongewijzigd over als gedragscode voor beursgenoteerde vennootschappen. Daarnaast merkt het kabinet op dat de code noodzaakt tot een aantal wijzigingen in de wetgeving.

Eén van de onderwerpen waarbij zich de laatste jaren belangenconflicten voordeden én waarbij gebreken in de checks and balances zijn geconstateerd, is de besluitvorming omtrent de bezoldiging van bestuurders en commissarissen. Soms hadden bestuurders en commissarissen (grote) invloed op de hoogte en vormgeving van hun eigen bezoldiging. Dat past niet bij een goede corporate governance. Het kabinet heeft daarom maatregelen genomen om de besluitvorming over de bezoldiging binnen beursgenoteerde vennootschappen evenwichtiger tot stand te laten komen. Onderdeel van het wetsvoorstel betreffende de aanpassing van de structuurregeling is dat het bezoldigingsbeleid ten aanzien van het bestuur dient te worden vastgesteld door de algemene vergadering van aandeelhouders, waarbinnen de raad van commissarissen vervolgens de individuele bezoldiging van bestuurders kan vaststellen. De Nederlandse corporate governance code bevat een bepaling welke informatie het voorstel voor het te voeren bezoldigingsbeleid dient te bevatten. De bezoldiging van de commissarissen dient te worden vastgesteld door de algemene vergadering. Voorts dienen de optie- en aandelenregelingen voor bestuurders te worden goedgekeurd door de algemene vergadering. Deze maatregelen zullen worden gecompleteerd door het afschaffen van het keuzeregime voor de belastbaarheid van opties in de loonbelasting. Voortaan zal alleen nog op het realisatiemoment belasting worden geheven bij de werknemer, zodat (ook) bestuurders voor het werkelijk behaalde voordeel in de loonbelasting worden betrokken. Daarnaast zal wettelijk worden voorzien in een soberder richtlijn voor de ontslagvergoeding in het geval bestuurders en werknemers zich tot de rechter wenden.

Hieronder kort de kabinetsplannen op een rij:

Nationaal

1. Indiening van het wetsvoorstel toezicht accountantsorganisaties: deze zomer;

2. Indiening van het wetsvoorstel toezicht financiële verslaggeving: deze zomer;

3. Voorhangprocedure om de Tabaksblat code aan te wijzen als gedragscode in de zin van artikel 2:391 lid 4 BW: na aanvaarding van het wetsvoorstel betreffende de aanpassing van de structuurregeling door de Eerste Kamer: naar verwachting deze zomer;

4. Instellen van de Monitoring Commissie Tabaksblat code: dit voorjaar;

5. Een wetsvoorstel betreffende het gebruik van moderne communicatiemiddelen bij besluitvorming in rechtspersonen is in voorbereiding;

6. Een wetsvoorstel facilitering proxy voting/solicitation is in voorbereiding;

7. Indiening beleidsnotitie implementatie overnamerichtlijn en beschermingsconstructies: dit voorjaar;

8. Onderzoek inzake invoering bestuursverbod;

9. Omzetting aantal aanbevelingen van de commissie Tabaksblat aan de wetgever in wetgeving:

a. Verplichtingen inzake verantwoordelijkheid institutionele beleggers;

b. Externe accountant toegang verschaffen tot de algemene vergadering van aandeelhouders en recht om daarin het woord te voeren;

c. Voordracht voor benoeming van bestuurder of commissaris hoeft niet meer dan één persoon te bevatten;

d. Wettelijke facilitering benoemingstermijn van maximaal vier jaar voor bestuurders, met mogelijkheid van herbenoeming.

10. Afschaffing keuzeregime opties: Belastingplan 2005;

11. Wettelijk verankerde, soberder richtlijn voor de ontslagvergoeding in het geval bestuurders en werknemers zich tot de rechter wenden;

12. Implementatie van de richtlijn Marktmisbruik; het wetsvoorstel dienaangaande zal rond de zomer naar de Tweede Kamer worden gestuurd;

Europees

13. Afronding van de onderhandelingen over de ontwerp richtlijn beleggingsdiensten: naar verwachting dit voorjaar;

14. Afronding van de onderhandelingen over de ontwerp Transparantierichtlijn: naar verwachting dit voorjaar.

Ook met deze maatregelen kunnen boekhoudaffaires in de toekomst niet worden uitgesloten. De maatregelen zijn erop gericht om bestuurders, commissarissen en aandeelhouders te stimuleren hun verantwoordelijkheid te nemen op het terrein van corporate governance en hiermee de kans op nieuwe boekhoudaffaires zo klein mogelijk te maken en om een bijdrage te leveren aan het herstel van het vertrouwen bij beleggers, en het brede publiek in de integriteit van bestuurders, commissarissen en financiële marktpartijen. Deze maatregelen worden in meer detail beschreven en gemotiveerd in de bijgevoegde nota. Wij hopen hierover op korte termijn met de Tweede Kamer van gedachten te kunnen wisselen.

De minister van Financiën,

G. Zalm

De minister van Economische Zaken,

L.J. Brinkhorst

De minister van Justitie,

J.P.H. Donner

Nota: kabinetsreactie op de Nederlandse corporate governance code