Ministerie van Buitenlandse Zaken

Aan de Voorzitter van de TweedeKamerderStaten-Generaal

Binnenhof4

Den Haag


- Directie Azië en Oceanië

Afdeling Zuidoost-Azië en Oceanië

Bezuidenhoutseweg 67

Postbus 20061

2500 EB Den Haag


Datum


1 maart 2004

Behandeld


- Roeland Kollen


Kenmerk


- DAO/110-04

Telefoon


- + 31 (0)70 348 4715


Blad


- 1/4

Fax


- + 31 (0)70 348 5323


Bijlage(n)


- - Emailrad.kollen@minbuza.nl


Betreft


- Beantwoording vragen vande leden Rambocus en Çörüz (beiden CDA) over de humanitaire situatie van Birmese vluchtelingen in Thailand


-

Graag - bieden wij u hierbij- de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door - de leden- Rambocus en Çörüz (beiden CDA) over - de humanitaire situatie van Birmese vluchtelingen in Thailand. Deze vragen werden ingezonden op 15 december 2003 met kenmerk - 2030404900. Voor de beantwoording van de vragen is uitstel gevraagd per brief d.d. 23 januari 2004 (Aanhangsel vergaderjaar 2003-2004, nr. 746).


-

De Minister De Minister
van Buitenlandse Zaken, voor Ontwikkelingssamenwerking,

Dr. B.R. Bot A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven

Antwoorden van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken en mevrouw Van Ardenne-van der Hoeven, minister voor Ontwikkelingssamenwerking- , op vragen van de leden Rambocus en Çörüz over de positie van Birmese vluchtelingen.

Vraag 1-

Is er, met name sinds het afgelopen jaar, sprake van toegenomen politieke druk van de Thaise regering op de honderdduizenden Birmese vluchtelingen in Thaise vluchtelingenkampen? Zo ja, wat betekent dit voor de leefsituatie van deze vluchtelingen?

Antwoord-

Ja, de druk op de Birmese vluchtelingen in Thailand is de afgelopen twee à drie jaar toegenomen. De bewegingsvrijheid van de vluchtelingen is gaandeweg verder beperkt. Het is vluchtelingen bijvoorbeeld niet langer toegestaan de kampen te verlaten om in de nabijheid voedsel te verzamelen of (illegaal) betaalde werkzaamheden te verrichten. Hierdoor zijn deze mensen in toenemende mate afhankelijk van hulp van de donorgemeenschap. De mogelijkheden voor vervolgonderwijs zijn in de kampen bijzonder beperkt, hetgeen de uitzichtloosheid van de situatie verder versterkt.-

In sommige kampen is sprake van ernstige overbevolking, terwijl de Thaise overheid geen toestemming geeft voor uitbreiding van de kampen. Dit leidt tot een groter risico op overdracht van ziektes en spanningen in de kampen. Voorts is zorgwekkend dat sommige vluchtelingenkampen vlak aan de grens liggen met Birma en kwetsbaar zijn voor militaire aanvallen.
-

Naast de toegenomen druk op de vluchtelingen in de kampen is ook de druk op Birmese politieke activisten in Thailand verder toegenomen. Deze ontwikkeling moet in verband worden gezien met het Thaise beleid de betrekkingen met de Birmese junta verder te verbeteren.-

Vraag 2-

Wat is het Nederlandse beleid inzake de opvang van Birmese vluchtelingen in Thailand en in hoeverre draagt Nederland financieel aan deze opvang bij? Geeft de huidige situatie van Birmese vluchtelingen in Thailand u aanleiding tot beleidsaanpassing?-


-

Antwoord-

Het Nederlandse beleid is erop gericht actief bij te dragen aan leniging van humanitaire noden van de Birmese vluchtelingen in Thailand. Vandaar dat de Nederlandse regering reeds jaren ruimhartig projecten van onder andere het Burmese Border Consortium (BBC) ondersteunt. Nederland zal deze steun in 2004 continueren met een bijdrage van ¤ 1.5 miljoen. Voor zover nu kan worden overzien zal in de periode daarna, zij het mogelijk met afnemende intensiteit, de steun worden voortgezet.
-

Gezien de huidige situatie van Birmese vluchtelingen in Thailand is een directe beleidsaanpassing, ook in financiële zin, niet gewenst. Hoge noden elders in de wereld, in combinatie met stagnerende financiële middelen, zullen echter onvermijdelijk consequenties hebben voor de humanitaire hulp aan vluchtelingen in Thailand op de langere termijn.-


-

De Nederlandse regering zal zich ervoor blijven inzetten dat situatie van de Birmese vluchtelingen in Thailand hoog op de internationale agenda blijft staan. In het gesprek met de Thaise minister van Buitenlandse Zaken, tijdens het Staatsbezoek in januari dit jaar, heb ik deze kwestie ook onder zijn aandacht gebracht.-


- Deze vragen dienen als aanvulling op eerdere vragen ter zake van het lid Koenders (PvdA), ingezonden 11 december 2003.

===