Persbericht Universiteit Utrecht
Faculteit Geowetenschappen
1 maart 2004
Hebben popbands de muziekindustrie nog nodig?
De popgroep Van Katoen weet het zeker: 'je bent beter af zonder de platenindustrie'. De Nederlandstalige rockband verkocht van hun als beginselverklaring bedoelde album Doe het dan zelf maar liefst 5000 exemplaren. Alles in eigen beheer want ze hebben hun reguliere maatschappij de deur gewezen. 'Staat Van Katoen hier nu alleen in of is het een rage onder popbands om alles in eigen beheer te doen', was de vraag die Daan van Rossum zich stelde in zijn afstudeeronderzoek Economische Geografie aan de Universiteit Utrecht.
Van Rossum, die zelf als componist en gitarist de wereld van de popmuziek behoorlijk kent, benaderde een groot aantal bands, waarvan er uiteindelijk 81 participeerden in het onderzoek. Het merendeel van de bands ziet net als Van Katoen het internet als een uniek promotiekanaal. Zij vinden het downloaden en kopiëren van hun cd's dan ook geen probleem, maar zien het eerder als een opstap naar succes. Wel blijkt uit het onderzoek dat naarmate een band succesvoller is, men meer moeite krijgt met het downloaden en kopiëren. Het zijn ook deze relatief succesvolle bands die benadrukken dat je zonder een platenmaatschappij nooit echt zult doorbreken. Want het wordt weliswaar steeds makkelijker om cd's op te nemen en te verspreiden, maar het wordt steeds lastiger om op te vallen. Of in de woorden van de door Van Rossum geïnterviewde directeur van muziekmaatschappij BMG Rob Schouw: 'voordat een ruw talent klaar is voor de doorbraak, zijn we vaak zo'n twee jaar en ¤ 150.000 verder'.
Hazes
Uit het onderzoek blijkt overduidelijk dat de muziekbranche geen vetpot is. Meer dan de helft van de bands verdient minder dan ¤10.000 bruto per jaar. Rob Schouw meent zelfs dat in Nederland alleen de allergrootsten zoals Marco Borsato, Frans Bauer, André Hazes en Kane structurele successen behalen met hun cd-verkoop in Nederland. Henk Hofstede, de voorman van The Nits verwondert zich er in het onderzoek over: 'dat iedereen geld verdient in de muziekbranche behalve de muzikant zelf'.
Concerten
Opvallend is dat het vooral de concerten zijn die winst opleveren. Zo slaagt bijna 20% van de bandleden in het onderzoek erin om via optredens jaarlijks bruto ¤ 50.000 of meer te verdienen. Met de cd-verkoop daarentegen verdiende slechts 10% van de bands meer dan ¤ 5000 per jaar. Dat verklaart wellicht ook waarom driekwart van de bands kiest voor een oplage van onder de 1500 stuks. Cd's zijn dus slechts ter promotie en mogen dan ook van vrijwel alle bands gedownload worden. Het gaat tenslotte om de optredens, want ondanks een prijsstijging van zo'n 38% ten opzichte van 1995 bezoeken meer mensen dan ooit concerten, terwijl de relatieve prijsdaling bij de cd's de verkoop in het geheel niet stimuleerde.
Kakofonie
Het past volgens Van Rossum allemaal binnen het begrip beleveniseconomie, waarbij het er steeds meer om draait iets mee te maken in plaats van passief te ondergaan. Opvallen in deze kakofonie van geluid wordt echter steeds lastiger. Paradoxaal hebben de mogelijkheden van het internet het aanbod aan muziek dusdanig vergroot, dat om echt door te breken een platenmaatschappij meer dan ooit nodig is. De investeringen om zichtbaar te worden voor een groot publiek zijn inmiddels namelijk zo hoog dat zelfs platenmaatschappijen ze moeilijk kunnen opbrengen. In die zin kan dus worden gesteld dat Internet de positie van bands juist heeft verzwakt.
Voorlichter Johan Vlasblom (030) 253 4073, j.vlasblom@csc.uu.nl
www.uu.nl/nieuws
Universiteit van Utrecht