Dwangsombeschikkingen van Minister van LNV vernietigd
Bron: College van Beroep voor het Bedrijfsleven 's-Gravenhage
Datum actualiteit: 1-03-2004
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft op 26 februari
2004 uitspraak gedaan in vier vergelijkbare zaken (zie onderstaande
links voor de uitspraken) en daarbij de beroepen gegrond verklaard en
- onder meer - de bestreden beslissingen vernietigd.
Het College heeft geoordeeld dat de Minister van Landbouw, Natuur en
Voedselkwaliteit niet in redelijkheid bij afweging van de betrokken
belangen tot oplegging van een last onder dwangsom heeft kunnen
besluiten.
De Minister heeft in de bestreden beslissingen overwogen dat de
beoordeling van de aangifte van de mineralenheffingen door een
accountant kan bijdragen aan een belangrijke besparing van de
controle-inspanning door de Algemene Inspectiedienst in het kader van
de Meststoffenwet. De accountant legt namelijk een koppeling tussen de
financiële boekhouding en de op de aangifte vermelde gegevens,
waardoor onregelmatigheden eerder kunnen worden ontdekt.
De Minister blijkt daarbij echter genoegen te nemen met overlegging
van een rapport van een accountant waarbij door deze accountant wordt
verklaard dat de financiële administratie van het bedrijf niet is
gecontroleerd en aldus de genoemde koppeling niet wordt gelegd.
Gelet hierop ziet het College niet in welk te respecteren belang nog
kan zijn gediend met het door middel van het opleggen van een last
onder dwangsom afdwingen van het overleggen van het accountantsrapport
bij de aangifte.
In de zaak met nr. AWB 03/558 heeft het College voorts nog overwogen
dat niet kan worden staande gehouden dat door de wetgever is beoogd om
appellante, die zich ontegenzeggelijk bezig houdt met extensieve
veehouderij, onder het bepaalde in artikel 42a Meststoffenwet te laten
vallen.
'AO4492'
'AO4507'
'AO4497'
'AO4495'