Reactie JF op uitspraken Brinkhorst over kennisimmigratie
Rotterdam, 1 maart 2004
De Jonge Fortuynisten (officiele jongerenorganisatie van de
Lijst Pim Fortuyn) plaatsen enkele kanttekeningen bij de
uitspraken van minister Brinkhorst (economische zaken) over
arbeidsimmigratie.
Na een reis in Azie, stelde minister Brinkhorst afgelopen
zondag dat Nederland economisch veel laat liggen door
immigratiebeperkingen op te leggen aan buitenlandse
ingenieurs en softwareontwikkelaars. "We gaan nu met een
LPF-achtige benadering met dergelijke immigranten om",
aldus Brinkhorst.
Wij vragen ons op de eerste plaats af wat de minister
verstaat onder een "LPF-achtige benadering". Ons inziens
bedoelt hij dit denigrerend en baseert hij zich op
vooroordelen. Wij vragen ons dan ook ten zeerste af of de
minister zich wel heeft verdiept in de standpunten van de
LPF. Desalniettemin zullen wij als Jonge Fortuynisten bij
deze onze mening hierover geven.
Op de eerste plaats vinden wij de door Brinkhorst bepleitte
kennismigratie een schijnoplossing. Nederland heeft een
structureel tekort aan geschikte Beta-wetenschappers. Door
kennisimmigratie te bevorderen gaat de minister geheel
voorbij aan de oorzaken van dit probleem, namelijk de
problemen in het Nederlandse onderwijs. Om een structurele
oplossing te kunnen bieden voor de langere termijn, zal
hieraan het nodige moeten veranderen.
Door de kabinetten van de afgelopen 10 jaar, waarvan
Brinkhorsts partij D'66 vrijwel onafgebroken deel uit
maakte, is het Nederlands onderwijs steeds verder
uitgekleed. Door bezuinigingen, fusies, schaalvergroting en
onderwijskundige experimenten heeft het onderwijs in
Nederland een relatief grote achteruitgang gekend. Al deze
pijnpunten heeft Pim Fortuyn uitstekend blootgelegd in de
onderwijs-paragraaf van De Puinhopen van acht jaar Paars.
Dit beleid is juist een ondermijning geweest van de door
D'66 zo vurig bepleitte kenniseconomie.
Bovendien worden de toch al zo schaarse exacte
wetenschappers Nederland uitgejaagd. Dit komt niet alleen
door de deplorabele staat van het Nederlandse onderwijs,
maar ook door vieze politieke spelletjes op universitair
niveau. Zo werd de uitstekende wiskundige professor Eduard
Bomhoff geweigerd als docent op de Universiteit Leiden
omdat hij geen afstand wilde nemen van de LPF. Uitgerekend
hij is nu in Azie werkzaam als hoogleraar. Wij vinden het
volstrekt onacceptabel om iemand een beroepsverbod op te
leggen omdat hij actief was voor een democratische partij,
die bovendien in parlement en regering vertegenwoordigd
was. De houding van de Universiteit Leiden is zodoende
zelfs anti-democratisch te noemen.
Daarnaast moeten wij ons afvragen of het wel zo verstandig
is om geleerden uit ontwikkelingslanden, zoals India, naar
Nederland te halen. Deze landen krijgen hierdoor te maken
met een brain-drain, het wegtrekken van de broodnodige
kennis uit deze landen. Hierdoor zullen deze landen weer
een achterstand oplopen in hun ontwikkeling, wat weer tot
gevolg kan hebben dat Nederland deze landen extra
ontwikkelingshulp verstrekt. Hierdoor worden dus ook weer
de economische voordelen van kennisimmigratie voor beide
landen teniet gedaan.
Wij spreken de hoop uit dat minister Brinkhorst gaat werken
aan structurele oplossingen, in plaats van het bieden van
schijnoplossing en het en passant schofferen van een
democratisch gekozen politieke partij.
Namens het bestuur van de Jonge Fortuynisten,
Alexander van Hattem
Vice-voorzitter
Jonge Fortuynisten
Albert Plesmanweg 43P
3088 GB Rotterdam
Jonge Fortuynisten