Verbond van Verzekeraars

SER bekijkt eventuele invoering EGB opnieuw

De SER realiseert zich dat maatschappelijke ontwikkelingen aanleiding kunnen geven om opnieuw naar een eventuele invoering van een verplichte (directe) beroepsrisicoverzekering te kijken. Op dit moment acht de raad de tijd daar niet rijp voor. Dat is de strekking van het advies dat de SER onlangs uitbracht. Het Verbond is en blijft een groot voorstander van een private beroepsrisicoverzekering die er ook zo snel mogelijk zou moeten komen.

Het kabinet koos eind vorig jaar voor een private uitvoering (binnen een wettelijk kader) van een verplichte beroepsverzekering van werkgevers voor hun werknemers. Het kabinet is namelijk van mening dat een aparte beroepsrisicoverzekering garandeert dat de Nederlandse wetgeving op het gebied van de sociale verzekeringen en zorg in overeenstemming is met internationale normen en bovendien de enige mogelijkheid is om een ontwikkeling richting claimcultuur te voorkomen. De SER vraagt zich in zijn jongste advies af óf het wel wenselijk dan wel noodzakelijk is om een aparte verzekering voor het beroepsrisico in te voeren. Een antwoord op die vraag is mede afhankelijk van de invulling die het kabinet geeft aan de nieuwe regelingen inzake het nieuwe WAO-stelsel, aldus de SER, die geen internationaal-rechtelijke noodzaak ziet voor de invoering van een afzonderlijke regeling voor dekking van het beroepsrisico.

Aanvullingsregeling

De SER erkent dat een toenemend beroep op de
werkgeversaansprakelijkheid en het mogelijk ontstaan van een claimcultuur kunnen leiden tot knelpunten in de verzekerbaarheid van risicos. Een verwachting die het Verbond al veel vaker heeft uitgesproken. Werknemers zullen in sterk toenemende mate de werkgever aansprakelijk stellen voor de financiële schade die zij oplopen door een beroepsziekte of een arbeidsongeval, is de stellige overtuiging van het Verbond.

Het Verbond verwacht zelfs dat er dusdanige druk op de aansprakelijkheid kan komen te staan, dat werknemers straks geen garantie meer hebben dat de werkgever adequaat is verzekerd. Reden genoeg om te pleiten voor de invoering op korte termijn van een wettelijk verplichte verzekering voor beroepsrisicos, met genormeerde schadebedragen en daaraan verbonden de uitsluiting van werkgeversaansprakelijkheid. Dat heeft grote voordelen voor zowel de werknemer als de werkgever, meent het Verbond. De werknemer kan direct bij de verzekeraar voor zijn schade terecht en hoeft niet langer complexe en onzekere juridische procedures te doorlopen. En de werkgever heeft een adequate en toekomstbestendige dekking voor het beroepsrisico. Met een directe beroepsrisicoverzekering behoren discussies over schuld, aansprakelijkheid en de hoogte van de schade tot het verleden.

Verzekerd!, maart 2004