Heupafwijkingen baby's beter op te sporen met echografie
Door screening met echografie zijn op het consultatiebureau meer
kinderen met een heupafwijking op te sporen. Daarmee onderscheidt de
nieuwe methode zich gunstig van de huidige screening die berust op het
signaleren van kinderen met een verhoogd risico en/of een afwijkend
lichamelijk onderzoek. Anders dan men zou denken, zijn de totale
kosten van de echografische screening niet hoger dan die van de
huidige screening. De screening kan het best plaatsvinden bij een
leeftijd van drie maanden. Dit zijn de belangrijkste resultaten uit
een onderzoek van mevr. E. A. Roovers, epidemioloog, onder ruim 5000
zuigelingen in de werkgebieden van Thuiszorg Carint in Hengelo en
Icare in Zwolle. Vrijdag 27 februari om 15.00 hoopt zij op het
onderzoek te promoveren aan de faculteit Bedrijf, Bestuur en
Technologie van de Universiteit Twente.
Dysplastische heupontwikkeling (`heupafwijking') komt bij drie tot
vier op de honderd zuigelingen voor. Vroege opsporing is van groot
belang, omdat een tijdig begin van de behandeling in het algemeen de
beste resultaten geeft. In Nederland is het gebruikelijk dat een arts
alle kinderen in het eerste levensjaar meerdere keren op het
consultatiebureau onderzoekt. Bij het vermoeden van een heupafwijking
wordt het kind doorverwezen naar de huisarts. Deze kan vervolgens
nader onderzoek laten verrichten door een specialist. Eerder onderzoek
van de Universiteit Twente toonde aan dat met deze methode bij één op
de zeven kinderen met een heupafwijking deze vóór de leeftijd van zes
maanden niet wordt opgespoord. Kinderen die niet of niet tijdig onder
behandeling komen, kunnen daar in hun latere leven nadelige gevolgen
van ondervinden. Ze gaan bijvoorbeeld mank lopen of krijgen al op jong
volwassen leeftijd problemen door `slijtage' van het heupgewricht.
Echografie
Echografisch onderzoek van alle kinderen vindt al plaats in Duitsland,
Oostenrijk en Zwitserland. Er werd daarom onderzocht of het in
Nederland zinvol en haalbaar is alle kinderen op het consultatiebureau
echografisch te onderzoeken. Omdat de heup in de eerste levensmaanden
nog volop in ontwikkeling is, werd daarnaast bepaald op welke leeftijd
het onderzoek het beste plaats kan vinden. Ruim 5000 zuigelingen
hebben aan het onderzoek, genaamd Soundchec, deelgenomen. Zij zijn op
de leeftijd van één, twee, en drie maanden op het consultatiebureau
onderzocht door radiologisch laboranten. Bij verdenking op een
heupafwijking werden de kinderen in overleg met de huisarts verwezen
voor nader onderzoek door een specialist.
Leeftijd drie maanden
Uit het onderzoek is gebleken dat bij echografische screening meer
kinderen met een heupafwijking worden opgespoord terwijl er minder
kinderen voor nader onderzoek worden verwezen in vergelijking met de
huidige screening. De beste leeftijd om het echografisch onderzoek uit
te voeren is drie maanden. Het is vroeg genoeg om een goed
behandelresultaat te behalen en voornamelijk kinderen die
daadwerkelijk behandeling nodig hebben worden opgespoord. De totale
kosten van screening, verwijzing en behandeling bleken bij de
echografische methode niet hoger te zijn dan bij de huidige methode op
het consultatiebureau. Weliswaar is de screening wel wat duurder is,
maar het aantal kinderen dat wordt verwezen is veel lager .
Implementatie
Roovers concludeert dat echografische screening op de leeftijd van
drie maanden de beste methode is om in Nederland heupafwijkingen op
een jonge leeftijd op te sporen. Aangezien de echografische screening
nog zal moeten worden ingebed in dagelijkse praktijk, zal een
implementatiestudie een volgende stap zijn.
Samenwerking
Het onderzoek werd uitgevoerd door het Centrum Onderzoek
Gezondheidszorg van de Universiteit Twente in samenwerking met
Thuiszorgorganisatie in Twente en Zwolle en de afdeling Epidemiologie
en biostatistiek van het UMC St Radboud te Nijmegen. Huisartsen en
specialisten in de regio werkten, indien nodig, mee aan het verzamelen
van gegevens. De screening werd gesuperviseerd door een radioloog uit
ziekenhuis de Gelderse Vallei te Ede en twee orthopedisch chirurgen
uit de Isala Klinieken te Zwolle. Financieel werd het onderzoek
mogelijk gemaakt door ZonMw, een organisatie die werkt aan de
verbetering van preventie, zorg en gezondheid door het stimuleren en
financieren van onderzoek, ontwikkeling en implementatie.
Noot voor de pers
Bij haar promotie op 27 februari (15.00 uur; gebouw Spiegel) zijn
prof. dr. A.H.M. Kerkhoff en prof. dr. ir. G.A. Zielhuis de
promotoren.
Het proefschrift `Post-neonatal ultrasound screening for developmental
dysplasia of the hip, a study on cost-effectiveness in the
Netherlands' is te bestellen bij de promovenda, en de samenvatting van
het proefschrift wordt op verzoek per email toegezonden
(earoovers@planet.nl).
Contactpersoon voor de pers: Wiebe van der Veen, tel (053) 4894244,
email w.r.vanderveen@utwente.nl
Laatst gewijzigd op 26-02-2004 © Universiteit Twente Printversie
Universiteit Twente