European Commission

IP/04/251

Brussel, 23 februari 2004

Eurobarometer 60 en Eurobarometer 2003.4 betreffende de kandidaat-lidstaten: de EU wordt beschouwd als een positieve kracht in tijden van pessimisme

Uit de meest recente Eurobarometer-opiniepeilingen in de huidige vijftien lidstaten en in de tien toekomstige lidstaten, waarvan de volledige resultaten vandaag worden gepubliceerd, blijkt dat hoewel de meeste burgers van de EU tevreden zijn met hun leven, de bezorgdheid over de economische perspectieven en de werkgelegenheidsvooruitzichten toeneemt. Ondanks de algemene daling van het optimisme zijn de meeste burgers van mening dat de EU een positieve rol speelt op gebieden waarop bij de burgers grote bezorgdheid bestaat, zoals bijvoorbeeld de bestrijding van terrorisme. Uit de enquête blijkt, naar aanleiding van een vraag die voor het eerst werd gesteld, dat meer dan een derde van de burgers in de EU-15 van mening is dat de nationale media EU-aangelegenheden niet voldoende prominent behandelen. De burgers in de toetredende landen voelen zich evenmin goed geïnformeerd over de uitbreiding. Met minder dan vier maanden te gaan tot de verkiezingen voor het Europees Parlement bevatten de enquêtes een rubriek over het Parlement. In de huidige lidstaten zegt minder dan één derde van de respondenten beslist te zullen gaan stemmen. In de toekomstige lidstaten hebben de burgers, die de gelegenheid zullen hebben voor het eerst hun stem uit te brengen, ook minder belangstelling voor de verkiezingen dan mocht worden verwacht.

De Eurobarometer-opiniepeiling voor het najaar 2003 werd in de 15 huidige lidstaten uitgevoerd tussen 1 oktober en 7 november 2003. Er werden 16 082 personen ouder dan 15 jaar ondervraagd. De Eurobarometer betreffende de kandidaat-lidstaten (Candidate Countries Eurobarometer
- CCEB)) werd in de dertien toetredende landen en kandidaat-lidstaten uitgevoerd tussen 11 oktober en 9 november 2003. De mening van 12 165 personen ouder dan 15 jaar werd gevraagd. De eerste resultaten werden gepubliceerd in december (IP/03/1680 en IP/03/1722).

De belangrijkste resultaten van de Eurobarometer 60 kunnen als volgt worden samengevat:

* De meeste respondenten zijn van mening dat de EU een positieve rol speelt bij de bevordering van de groei, de handhaving van de vrede en de bescherming van het milieu, de bestrijding van armoede en het afwenden van de dreiging van het terrorisme.
* Hoewel gemiddeld 79% van de ondervraagden zegt tevreden te zijn met zijn leven, zijn de respondenten minder optimistisch over de economische perspectieven en de werkgelegenheidsvooruitzichten voor 2004.

* Van de respondenten is 42% van mening dat werkloosheid het ernstigste probleem is waaraan Europa het hoofd moet bieden, gevolgd door criminaliteit (28%) en de economische situatie (27%).
* In het kader van de enquête werd aan de burgers voor het eerst de vraag gesteld of de EU volgens hen een positieve of negatieve rol speelt op een aantal uiteenlopende gebieden. Het meest positief waren de meningen over de rol van de EU bij de bestrijding van terrorisme (49% positief en 18% negatief), het buitenlands beleid (46% positief en 16% negatief) en defensie (44% positief en 16% negatief).

* De perceptie van de rol van de EU in aangelegenheden zoals werkloosheid en immigratie is helaas iets minder positief.
* Op de vraag wat de EU voor hen betekent, antwoorden de meeste burgers: de vrijheid om te reizen, te studeren en te werken in andere EU-landen (49%) en de euro (48%).

* Circa 53% van de ondervraagden is voorstander van een verdere stap in de richting van een politieke unie, terwijl 26% daar tegenstander van is. Het percentage tegenstanders is hoger dan het percentage voorstanders in het VK en in de drie Scandinavische lidstaten.

* Uit de antwoorden op een vraag die voor het eerst werd gesteld, blijkt dat 37% van de mensen van mening is dat de nationale media niet voldoende aandacht besteden aan de Europese Unie. Ongeveer 41% is van mening dat de EU in de media objectief wordt behandeld, 12% is van mening dat zij te negatief en 23% dat zij te positief wordt behandeld. In het Verenigd Koninkrijk, in het algemeen het meest "eurosceptische" land, is het hoogste percentage mensen (27%) van mening dat de pers te negatief is over de EU.
* Slechts 15% verklaart vertrouwen te hebben in de politieke partijen (dit is een daling met één procentpunt), slechts 31% heeft vertrouwen in de nationale regering (een daling met 6 procentpunten) en slechts 35% heeft vertrouwen in het nationaal parlement (een daling met 7 punten). Ongeveer 41% verklaart vertrouwen te hebben in de EU (een daling met 3 punten), 46% verklaart vertrouwen te hebben in de Commissie (een daling met 4 punten), terwijl 48% verklaart vertrouwen te hebben in de VN.
* Het Europees Parlement en de Europese Commissie blijven de best bekende instellingen en worden ook als het belangrijkst beschouwd. Het Comité van de Regio's en het Economisch en Sociaal Comité zijn het minst bekend.

* In een rubriek met vragen over het Europees Parlement verklaart minder dan een derde van de ondervraagden bij de verkiezingen in juni zeker zijn stem zullen uitbrengen. De kans dat zij dat doen is het kleinst bij de Britten en het grootst bij de Denen. De respondenten verklaren dat de kandidaten in hun campagnes hoofdzakelijk aandacht moeten besteden aan onderwerpen zoals werkgelegenheid, veiligheid en immigratie.

* De steun voor de euro neemt sinds het voorjaar 2003 af, hoewel het gemiddelde in de twaalf landen van de eurozone met 70% hoog blijft (een daling met 5 procentpunten).

* De steun voor de uitbreiding is sinds de enquête van het voorjaar stabiel gebleven. Achter een algemeen steunpercentage van 47% gaan aanzienlijke verschillen in de wijze van denken tussen de lidstaten schuil.

De belangrijkste resultaten van de Eurobarometer 2003.4 betreffende de kandidaat-lidstaten kunnen als volgt worden samengevat:
* In de landen die in de komende maand mei tot de Europese Unie toetreden, heerst enig pessimisme over wat het jaar 2004 de burgers zal brengen. Als gevolg daarvan is het vertrouwen in politieke instellingen (parlement, regering) afgenomen.
* Hoewel de steun voor het lidmaatschap van de Europese Unie in de toetredende landen hoog blijft, is deze sinds het voorjaar 2003 met 6 procentpunten afgenomen.

* Hoe meer de dag van de toetreding, 1 mei, nadert, hoe slechter de burgers zich geïnformeerd voelen over de uitbreiding. Slechts 37% verklaart zich goed of zeer goed geïnformeerd te voelen.
* De burgers van de kandidaat-lidstaten en de toetredende landen blijven voorstander van de invoering van een grondwet van de Europese Unie alsmede van een meer uitgesproken Europese aanwezigheid bij de beslechting van internationale geschillen. Alle maatregelen in het kader van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid, inclusief de invoering van een gemeenschappelijke minister van Buitenlandse Zaken en een snelle militaire interventiemacht, krijgen sterke steun.
* Twee derde van de burgers denkt dat de EU een positieve rol speelt als het gaat om de vrede in de wereld, terwijl slechts een derde van mening is dat de VS in dit opzicht een positieve rol speelt.
* Hoewel de burgers in de toetredende landen voor het eerst aan de verkiezingen voor het Europees Parlement kunnen deelnemen, verklaart slechts 39% van hen zeker zijn stem te willen uitbrengen.

Deze opiniepeilingen zijn op papier beschikbaar in het Engels en het Frans (de Eurobarometer betreffende de kandidaat-lidstaten alleen in het Engels). Alle Eurobarometer-opiniepeilingen zijn on line beschikbaar op:

http://europa.eu.int/comm/public_opinion.