Speech minister Dekker ondertekening subsidiebeschikking COA-eenheden
voor studenten Den Haag 2 februari 2004
De problematiek rond vluchtelingen die in ons land asiel zoeken is een
zwaar en delicaat dossier. Het is immers altijd een ernstige zaak
wanneer mensen menen hun land te moeten ontvluchten.
Het is mogelijk gebleken om het beroep op de asielprocedure op een
verantwoorde wijze te verminderen. Dat is een goede zaak. Zo kan de
opvang zich richten op de mensen die daarvoor echt in aanmerking
komen. Het is aan gemeenten en verhuurders om erkende vluchtelingen
vervolgens zo snel mogelijk reguliere huisvesting te bieden.
Met de VNG en het IPO is afgelopen september afgesproken dat
achterstanden op dit punt zo snel mogelijk worden ingelopen.
De vermindering van het aantal asielaanvragen betekent geen directe
oplossing voor het huisvestingsvraagstuk. Afnemende druk op de
capaciteit van het COA en urgente huisvestingsproblemen voor studenten
hebben daarom tot een onorthodox initiatief geleid. 2400 tot 3000
studenten zullen kunnen wonen in de vrijgekomen COA-units.
Bij het begin van het nieuwe studiejaar moeten de eerste 1600
studenten-eenheden in Tilburg, Eindhoven, Nijmegen, Enschede, Utrecht
en Leiden klaar zijn. Mijn complimenten aan iedereen die heeft
bijgedragen aan dit resultaat!
In mijn actieplan studentenhuisvesting, dat begin november naar de
kamer ging, heb ik voorgesteld leegstaande COA-woonunits in te zetten
voor studentenhuisvesting. Bij de begrotingsbehandeling is het plan
omarmd en werd financiering mogelijk gemaakt. De afgelopen maanden is
door alle betrokkenen intensief gewerkt aan de invulling van het plan.
Vandaag zal ik de subsidiebeschikking tekenen. Maar voor ik dat doe
eerst nog een kanttekening.
Dit plan biedt slechts een oplossing voor de meest acute problemen
door middel van tijdelijke huisvesting. Voor de structurele tekorten
aan woonruimte voor studerenden bestaan bij corporaties plannen voor
het realiseren van 12.000 studenten-eenheden. De behoefte is
aanzienlijk groter.
Het blijft dus zaak dat studentensteden, onderwijsinstellingen én
corporaties hun verantwoordelijkheid actiever nemen dan ze nu doen.
Een aantal steden met instellingen voor hoger onderwijs en
universiteiten beschikt inmiddels over adequate informatie. Men kent
de tekorten en knelpunten. Mijn departement is ze daarbij behulpzaam
geweest. Andere plaatsen moeten zelf nog aan de slag met de
inventarisatie.
Maar alleen harde afspraken tussen gemeenten, corporaties en
marktpartijen zorgen er uiteindelijk voor dat er ook echt en snel
gebouwd gaat worden. De verantwoordelijkheid daarvoor ligt primair bij
deze partijen. Als dat onvoldoende oplevert, zal ik mijn belofte
gestand doen: dan ga ik op mijn beurt enkele vermogende corporaties
individueel verzoeken om een concreet project voor
studentenhuisvesting te adopteren.
Het aanpakken van de structurele tekorten in de studentenhuisvesting
vraagt dus lange adem. Inventiviteit brengt op korte termijn wel
degelijk verlichting. COA-units voor studenten is daar een goed
voorbeeld van. Maar ook het omzetten van leegstaande kantoren naar
tijdelijke studentenhuisvesting hoort daarbij. Flexibele oplossingen
voor de switch terug naar kantoorbestemming, kunnen eigenaren over de
streep trekken. Het werven van hospita's kan - tijdelijk - uitkomst
bieden voor eerstejaars en een aanpassing van het Burgerlijk Wetboek
moet het voor verhuurders veel eenvoudiger maken het huurcontract op
te zeggen zodra de studie is beëindigd. En ik zal de nieuwbouw voor
starters blijven stimuleren.
We gaan het woningtekort onder studenten dus langs twee sporen te
lijf: structureel én inventief. Nu moeten vooral snel alle praktische
zaken rond de eerste lichting COA-appartementen voor studenten
geregeld zijn. Het studiejaar 2004-2005 staat voor de deur. Ik ga
daarom snel over tot het tekenen van de subsidiebeschikking en tot het
uitreiken van een symbolische cheque.
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer