Hoezo marktwerking...?
20-02-2004
Liberalisering, privatisering, verzelfstandiging en deregulering zijn
in vrijwel alle infrastructuurgebonden sectoren aan de orde van de
dag. De beoogde doelen zijn een betere afstemming van vraag en aanbod,
meer kwaliteit en keuzevrijheid voor de gebruiker en betere
betaalbaarheid van diensten. In de loop van de veranderingsprocessen
blijken deze doelen echter steeds verder uit beeld te raken. Dat komt,
naar het oordeel van de Raad, omdat de politieke besluitvorming te
veel gericht is op de gewenste eindsituatie. Men heeft te weinig oog
voor de valkuilen tijdens de lastige veranderingstrajecten, die zich
afspelen tussen de politieke besluitvorming en de feitelijke
implementatie.
Ten eerste is het volgens de Raad van belang om duidelijk onderscheid
te maken tussen diensten waarbij echte marktwerking mogelijk is, en
diensten waarbij een effectieve afstemming van vraag en aanbod in de
praktijk alleen tot stand kan komen door het bevorderen van
vraagsturingsmaatregelen vanuit de overheid. Dat laatste is zeker aan
de orde bij de exploitatie van de infrastructuur en de
verkeersregulering. Hier blijft immers vaak sprake van publiek
eigendom of zware overheidsinvloed.
Ten tweede signaleert de Raad, dat infrastructuurgebonden diensten
niet ophouden bij de grens; zij zijn bij uitstek internationaal.
Nederland moet zich niet blindstaren op wat er binnen onze
landsgrenzen mogelijk is, maar veel eerder dan tot nu toe gebeurt
invloed uitoefenen op wat in Europees verband geregeld wordt.
Nederland moet in een vroeg stadium de richting van Europese
besluitvorming helpen meebepalen en bewuster gebruik maken van de
interpretatieruimte in Europese regelgeving. Nederland dient ook
actiever in te spelen op de strategieën die andere lidstaten van de
Europese Unie uitzetten rond de marktordening van hun
infrastructuurgebonden sectoren.
Als derde ingang voor het verbeteren van de effectiviteit van
veranderingen in de marktordening van infrastructuurgebonden sectoren
signaleert het advies een noodzaak tot het expliciteren en prioriteren
van de te borgen publieke belangen. Vaak zijn deze publieke belangen
onderling tegenstrijdig. Iedereen op alle punten tegelijk tevreden
stellen kan niet, zegt de Raad voor Verkeer en Waterstaat. Maak de
publieke belangen daarom per veranderingsstap expliciet en
onderscheidt consumentenbelangen van bredere collectieve belangen als
veiligheid, duurzaamheid of de continuïteit van een sector. De
politiek moet uitdrukkelijker aangeven welke concrete belangen wanneer
tijdens het veranderingstraject prioriteit hebben. Alleen dan zijn
veranderingsprocessen ook effectief door de overheid en
toezichthouders te monitoren.
Ten vierde stelt de Raad stelt dat er meer politieke aandacht dient te
komen voor effectief trajectmanagement, d.w.z. voor sturen en
bijsturen tijdens het complexe veranderingsproces, Dat is geen bijzaak
maar hoofdzaak. In deze veranderingsprocessen is altijd sprake van
strategisch gedrag van bestaande marktpartijen en nieuwe spelers.
Hierop dient van tevoren beter te worden geanticipeerd. De eenmalige
kosten die met de veranderingen zelf gepaard gaan, en de extra kosten
die jaarlijks in de nieuwe situatie gemaakt moeten worden, zijn in de
praktijk. aanzienlijk. Zij spelen in de politieke besluitvorming
echter nauwelijks een rol.
Tenslotte beveelt de Raad aan om te streven naar een betere balans
tussen zelforganisatie en zelfregulering enerzijds, en de inrichting
van geïnstitutionaliseerd overheidstoezicht anderzijds. Het toezicht
op veranderingen in infrastructuurgebonden sectoren dient waar
mogelijk gebundeld te worden en de positie van toezichthouders dient
tijdelijk te worden versterkt, met name voor de duur van het complexe
veranderingsproces. Daarnaast moeten ook de vragers en aanbieders in
de infrastructuurgebonden sectoren zelf uitdrukkelijker op hun
maatschappelijke verantwoordelijkheid worden aangesproken. Dit vraagt
om meer zelfregulering aan de aanbodkant en om organisatie van
gezamenlijke inkoopmacht aan de vraagkant. Voorkomen moet worden dat
Nederland onbedoeld een toezichthouderseconomie wordt, aldus de Raad.
Raad voor Verkeer en Waterstaat