Verzekerd zijn voor de Algemene Kinderbijslagwet
Bron: Centrale Raad van Beroep Utrecht
Datum actualiteit: 17-02-2004
Betrokkenen is kinderbijslag geweigerd, omdat zij op grond van artikel
26, zesde lid van het Besluit uitbreiding en beperking kring van
verzekerden volksverzekeringen 1999 (KB 746) niet langer verzekerd
zijn voor de AKW. De Raad oordeelt dat artikel 26, zesde lid van KB
746 niet in strijd is met het Verdrag inzake sociale zekerheid tussen
het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Marokko (VNM). Deze
bepaling is evenmin in strijd met andere internationale
discriminatiebepalingen, zoals artikel 26 IVBPR. Artikel 5 VNM ziet
niet op uitkeringen ingevolge de AKW, zodat betrokkenen aan deze
bepaling geen aanspraak op kinderbijslag kunnen ontlenen. Artikel 5
VNM ziet alleen op de vraag of recht bestaat op uitkering en niet op
de voorvraag of de persoon in kwestie verzekerd is. Artikel 5 VNM
verzet zich er dan ook niet tegen dat regelgeving in die zin wordt
gewijzigd dat personen zoals betrokkenen niet langer als verzekerd
kunnen worden aangemerkt. Het beroep dat betrokkenen hebben gedaan op
de wijziging van artikel 5 VNM bij het Wijzigingsverdrag van 2000
maakt dit niet anders; de wijziging strekte enkel ertoe de export van
kinderbijslag ook na de inwerkingtreding van de Wet beperking export
uitkeringen mogelijk te maken. Het beroep op art. 41, lid 1,
Samenwerkingsovereenkomst baat ook niet. Gelet op het arrest van het
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen van 20 maart 2001
(C-33/99, RSV 2002/93, USZ 2001/144) kunnen een Marokkaanse werknemer
noch zijn kinderen zich op deze bepaling beroepen, wanneer de kinderen
niet binnen de Europese Gemeenschap wonen.
Ga naar betreffende uitspraak met nummer: AO2909
Zie het origineel
Centrale Raad van Beroep Utrecht