Lijst Pim Fortuyn
PERSBERICHT
Den Haag, 13 februari 2004
LPF wil opheldering Remkes over benoeming Groen
De Lijst Pim Fortuyn vindt het onbegrijpelijk dat de heer H. Groen
(VVD) op voordracht van de minister van Binnenlandse Zaken tot
burgemeester van Noordwijk is benoemd.
De LPF acht de reputatie en integriteit van de heer Groen door
affaires rond diens declaratiegedrag in Amsterdam en Almere dermate
aangetast dat hij niet meer in aanmerking zou mogen komen voor een
dergelijke publieke functie. In 2003 hield de bevolking van Leiden een
eventuele benoeming tot burgemeester van Groen al tegen, op grond van
diens kwestieuze bestuurlijke verleden. Voorzitter van de Amsterdamse
afdeling van de VVD, de heer E. Sinke, sprak destijds over Groen:
iemand die regels ombuigt naar zijn eigen waarheid maak je geen
burgemeester.
Eerder trad Groen af als wethouder van Amsterdam, nadat het college
van B en W van die stad na onderzoek de conclusie trok dat hij zich
schuldig had gemaakt aan belangenverstrengeling. Ongeregeldheden rond
Groens declaratiegedrag betreffende het sportcomplex Omniworld in
Almere leidde ertoe dat de Koninklijke Nederlandse Atletiek Unie hem
uit zijn voorzittersfunctie onthief.
In Kamervragen heeft de Lijst Pim Fortuyn de minister van Binnenlandse
Zaken gevraagd of hij bij het benoemen van een burgemeester het
criterium van een boven alle twijfel verheven reputatie hanteert. De
Lijst Pim Fortuyn ziet de omstreden reputatie van de heer Groen als
een zwaarwegende grond, op basis waarvan minister Remkes, ingevolge
artikel 61 lid 6 van de Gemeentewet, had moeten besluiten van de
aanbeveling van de gemeenteraad van Noordwijk af te wijken. De LPF
wil, teneinde benoeming van besmette bestuurders als Groen in de
toekomst te voorkomen, weten welke criteria betreffende integriteit
van burgemeesters er nu gesteld worden. Indien deze tekortschieten zal
de LPF in de Tweede Kamer aandringen op aanscherping.