Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 2509 LV Den Haag der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44 Telefax (070) 333 40 33 2513 AA 'S GRAVENHAGE

Uw brief Ons kenmerk
AVB/VDB/03 95916

Onderwerp Datum
Arbobalans 2003 11 februari 2004

Hierbij bied ik u ter informatie de rapportage `Arbobalans 2003: arbeidsrisico's, effecten en maatregelen' aan. Hierin worden met behulp van diverse monitorsystemen de belangrijkste ontwikkelingen op het terrein van de arbeidsomstandigheden in Nederland geschetst. Als bijlage treft u hierbij tevens aan de Arbomonitor 2002. Deze is gebaseerd op informatie die verzameld is door de Arbeidsinspectie, en vormt één van de belangrijkste bronnen voor de Arbobalans 2003.

De Arbobalans gaat in op de blootstelling aan verschillende arbeidsrisico's zoals die zich voordoen in de bedrijven in Nederland, op de gezondheidseffecten die als gevolg daarvan optreden, en op de preventiemaatregelen zoals die door werkgevers, werknemers en overheid worden genomen. De volgende hoofdpunten wil ik u onder uw aandacht brengen:

Arbeidsrisico's
Belangrijke arbeidsrisico's zijn repeterende bewegingen (waaraan 45% van de werknemers blootstaat) en statische belasting (eveneens 45%), werken onder hoge tijdsdruk (29%), blootstelling aan gevaarlijke stoffen (24%), en regelmatig kracht zetten (22%). De arbeidsrisico's die werknemers lopen hebben een nauwe samenhang met de bedrijfstak waarin zij werken.
Bedrijven waar arbeidsrisico's aanwezig zijn, nemen in de meeste gevallen hun verantwoordelijkheid door maatregelen te treffen om deze risico's tegen te gaan. Deze maatregelen worden in ruwweg 80% van de bedrijven door Arbeidsinspecteurs aangemerkt als goed of in ieder geval afdoende om de blootstelling te beheersen. Bij het beheersen van risico's wordt er overigens nog wel relatief veel gebruikgemaakt van persoonlijke beschermingsmiddelen. Bij werken met gevaarlijke stoffen is dit in 64% van de bedrijven die maatregelen nam het geval. Bij blootstaan aan lawaai zelfs 90%. Bronaanpak lijkt in deze gevallen nog te weinig gestalte te krijgen.

Gezondheidseffecten
Zoals elke bedrijfstak zijn eigen arbeidsrisico's kent, zijn er ook verschillen waar te nemen in gezondheidseffecten. Gegevens wijzen uit dat er grote verschillen tussen bedrijfstakken zijn in de WAO-instroom. In sommige bedrijfstakken ligt de instroom gemiddeld vijf keer

AVB/VDB/03 95916
---

hoger dan in andere bedrijfstakken. In totaal bedroeg het aantal nieuwe arbeidsongeschiktheidsuitkeringen voor werknemers (WAO) en zelfstandigen (WAZ) in 2002 ruim 100.000, een daling van 10% vergeleken met 2001. Dit is waarschijnlijk mede te danken aan de op 1 april 2002 in werking getreden Wet verbetering Poortwachter en de ingrijpende veranderingen in de procesgang eerste ziektejaar als voortraject van de WAO. Ook de bedrijfstakgewijze aanpak van arbeidsrisico's, de arboconvenanten, heeft hier een bijdrage aan geleverd. Het ziekteverzuim in het bedrijfsleven bleef stabiel, het verzuim bij de rijksoverheid is gedaald van 7,8% in 2001 naar 6,8% in 2002 en bij het onderwijs van 7,6% naar 7,0%.
In de door specifieke arbeidsrisico's veroorzaakte gezondheidseffecten zijn enkele veranderingen opgetreden. Het totale aantal arbeidsongevallen nam licht toe, maar het aantal ernstige arbeidsongevallen nam met 10% af. Vallen van hoogte is de meest voorkomende ongevallenoorzaak.
De bij het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten meest gemelde beroepsziekten zijn, evenals vorig jaar, de aandoeningen aan het houding- en bewegingsapparaat (43% van de meldingen). Ook gehooraandoeningen worden veel gemeld (25%).
Daarnaast is een opvallende stijging geconstateerd in het aantal ernstige incidenten met grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen. Werden voorheen gemiddeld één à twee ernstige incidenten per jaar gerapporteerd, in 2002 kwam het aantal incidenten op zes en in de eerste helft van 2003 zijn al zeven incidenten gemeld. Het ministerie van SZW zal in samenwerking met het ministerie van VROM en de industrie een onderzoek uitvoeren naar onder andere organisatorische en onderhoudskundige aspecten die mogelijk samenhangen met deze incidenten.

Maatregelen
Er vindt een forse inzet plaats om de negatieve gezondheidseffecten van blootstelling aan arbeidsrisico's tegen te gaan, zowel vanuit overheid als bedrijfsleven. Bedrijven hebben hun zaken voor wat betreft de naleving van een arbo-systeemaanpak steeds meer op orde. Het aantal bedrijven met een getoetste risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) is tussen 2001 en 2002 wederom gestegen en wel van 62% naar 71%. Grote bedrijven hebben nu nagenoeg allemaal een RI&E. Voornemen is sterker te bevorderen dat sociale partners adequate branche-RI&E-instrumenten opstellen. Bij gebruik daarvan door bepaalde kleine bedrijven is dan geen toets van de arbodienst meer nodig. Ik zie uit naar een positief advies van de SER hierover.

In de arbodienstverlening heeft een aanzienlijke schaalvergroting en intensivering plaatsgevonden; het aantal arbodiensten is gedaald, de omzet is toegenomen tot ca. 932 miljoen. Verder blijft handhaving door de Arbeidsinspectie een belangrijke rol spelen. De inspectiedichtheid (dat wil zeggen het percentage bedrijven jaarlijks bezocht door de Arbeidsinspectie) is in 2002 iets toegenomen tot 2,4 %. Hoogrisicosectoren worden extra vaak bezocht: 5,9% van de bedrijven in deze sectoren krijgt jaarlijks bezoek van de Arbeidsinspectie.

Ook buiten de wettelijke verplichtingen wordt er ingezet op verbetering van arbeidsomstandigheden. Zo wordt er in bipartiete afspraken tussen sociale partners meer en meer aandacht geschonken aan preventie van arbeidsrisico's. Vooral afspraken over reductie van werkdruk worden vaak in CAO's opgenomen. Ook het aantal arboconvenanten, waarin sociale partners uit bedrijfstakken afspraken maken over preventie, groeit nog steeds. Tot en met december 2003 zijn er 51 arboconvenanten (waarvan 48 eerstefaseconvenanten en drie tweedefaseconvenanten) afgesloten, waarmee ruim 3.5 miljoen werknemers worden bereikt.

AVB/VDB/03 95916
---

De convenantaanpak zal in de periode 2003-2007 worden voortgezet met meer aandacht voor verzuim- en reïntegratiebeleid. Ook in de juist gelanceerde programma's Versterking Arbeidsveiligheid en Versterking Arbobeleid Stoffen (VASt) wordt de aanpak van maatwerk door afspraken in bedrijfstakken vooropgezet. Inzet van deze programma's is om in samenwerking met betrokken branches/bedrijven het aantal ongevallen te verminderen en een reductie van blootstelling aan gevaarlijke stoffen te bewerkstelligen.

Vermindering administratieve lasten
Het gaat om goede arbeidsomstandigheden tegen zo laag mogelijke kosten. De inzet om administratieve lasten voor het bedrijfsleven te verminderen is fors.
Ten eerste gaat het om vermindering van regeldruk waar Europese regels daarvoor ruimte bieden. Op dat punt is overigens de laatste jaren al veel bereikt; in de periode 1995-2002 is al een reductie van 12% gerealiseerd. Thans vindt uitvoerig onderzoek plaats naar mogelijkheden van vereenvoudiging en de gevolgen daarvan voor de kwaliteit van arbeidsomstandigheden.
Ten tweede zet SZW in op verbetering van de informatievoorziening zodat ondernemingen betrouwbare en op hun situatie toegesneden informatie snel kunnen vinden. Dat gebeurt via een vernieuwde website www.arbo.nl (oktober 2004) en via partijen die door met name kleine ondernemingen worden vertrouwd (brancheorganisaties en administratiekantoren). Dat gaat samen met een in het najaar 2004 te starten PR-campagne.
Ten derde wordt gewerkt aan efficiencymaatregelen om de administratieve lasten te verminderen, zoals een vereenvoudigde toets door de arbodiensten op de RI&E en het creëren van duidelijkheid in de ervaren `brij' van eisen die op de onderneming afkomen, waardoor `de arbo' als negatief wordt gepercipieerd. Voor zover het direct om overheidseisen gaat, is dit vooral een kwestie van wegnemen van tegenstrijdigheden in de uitvoering en handhaving. Daartoe wordt actief samengewerkt met EZ en andere departementen.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(M. Rutte)