Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Tonkens over mogelijke klachten inzake het
functioneren van Regionale Indicatieorganen (Rio's).
(2030406600)
1.
Kent u het rapport "overgeleverd aan het RIO" van de Stichting Ondersteuning
Klachtopvang Gezondheidszorg en de Landelijke Organisatie Regionale Patiënten
Consumenten Platforms (LOREP)?
1.
Ja
2.
Hoe beoordeelt u de conclusies van dit rapport?
2.
De conclusies die getrokken worden en de aanbevelingen die gedaan worden om op een
aantal punten de werkwijze van de Rio's te verbeteren verdienen zeker onze aandacht bij de
verdere kwaliteitsverbeteringen van de Rio's. Vooral de conclusies die gericht zijn op de
verhoging van de klantvriendelijkheid (bejegening), wachttijden en regie neem ik uitermate
serieus. De conclusies en ook de aanbevelingen in het rapport zijn zeer evenwichtig. Naast
de negatieve ervaringen is er ook duidelijk aandacht voor de zaken die goed gaan. Ik heb
waardering voor deze genuanceerde benadering.
3.
Welke stappen gaat u nemen om de procedure in termen van termijnen, stappen en
betrokkenen duidelijk te maken voor cliënten?
3.
Het is de verantwoordelijkheid van elk Rio om er zorg voor te dragen dat de klant goed
geïnformeerd wordt over de werkwijze, de afhandelingstermijnen en de gevolgen van het
indicatiebesluit. De Rio's zullen op het punt van de informatievoorziening, via de Landelijke
Vereniging van Indicatieorganen (de LVIO) nogmaals op deze verantwoordelijkheid worden
gewezen.
4.
Hoe beoordeelt u het belang van een wettelijke termijn van 6 weken als die zo vaak wordt
overschreden? Welke mogelijkheden heeft u om de wettelijke termijn af te dwingen?
4.
De wettelijke termijn van 6 weken is van belang omdat het handelen van het Rio moet
passen binnen de regels van de Algemene wet bestuursrecht. De ambitie van de Rio's met
betrekking tot de afhandelingstermijn ligt veel hoger. Rio's streven ernaar om de aanvragers
gemiddeld binnen een periode van twee weken af te handelen en spoedgevallen nog sneller.
De Kamer wordt in het kader van het Groot Project Modernisering AWBZ elk half jaar
geïnformeerd over de stand van zaken met betrekking tot de afhandelingstermijnen.
Eind 2003 was de situatie als volgt:
De overheid heeft op dit moment geen directe mogelijkheden om de wettelijke termijn af te
dwingen. Op het moment dat er van een centrale aansturing van Rio's vanuit het Centrum
Indicatiestelling Zorg sprake is, zijn de mogelijkheden (als dat nodig zou zijn) aanzienlijk
groter.
2
5.
Wat gaat u doen om de afstemming met andere schakels in de zorgketen te verbeteren?
5.
Het Lorep-rapport is ook op dit punt genuanceerd. Er worden zowel positieve als negatieve
ervaringen gemeld. In dit voorjaar vinden er regionale bijeenkomsten plaats in het kader van
de AWBZ-brede zorgregistratie waar de onderlinge regionale keten afstemming expliciet aan
de orde is. De positieve ervaringen zullen daarbij als voorbeeld dienen.
6.
Hoe beoordeelt u de situatie dat de zorg waarvoor cliënten geïndiceerd zijn niet kan worden
aangeboden en dat er ook geen alternatieve zorg kan worden aangeboden?
6.
Door de extra investeringen in de zorg doet het probleem dat er wel zorg geïndiceerd is,
maar dat die zorg niet voorhanden is zich steeds minder voor. Zorgkantoren spelen een
steeds effectievere rol als het gaat om het leveren van alternatieve of overbruggingszorg.
Vooral knelpunten in de intramurale zorg, laten zich nog niet snel oplossen. Het beleid is
erop gericht om ook hier de ongewenste situatie zo snel als mogelijk is te laten verdwijnen.
7.
Wat vindt u van het voorstel om de Rio's alleen in te schakelen bij complexe zorgvragen en
voor aanvragen voor een persoonsgebonden budget over te nemen.
7.
Het recht op zorg van een verzekerde zijn keuzevrijheid en de mogelijkheid om bezwaar aan
te tekenen op grond van de Algemene wet bestuursrecht, hangen samen met het besluit
zoals dat alleen door een Rio kan worden afgegeven. Door het invoeren van
standaardindicaties en mandatering en toetsing achteraf zal de directe bemoeienis van de
Rio's bij het afgeven van indicatiebesluiten worden beperkt.
---- --
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport