Eigen Huis: Onrust over VvE reserves storm in glas water
De Belastingdienst zal geen ander beleid gaan voeren met betrekking
tot de onderhoudsreserves bij appartementcomplexen. Dit antwoordt
staatssecretaris Wijn van Financiën op vragen van Vereniging Eigen
Huis. Eerder was hierover beroering ontstaan door een besluit van de
staatssecretaris waarin benadrukt werd dat de voor onderhoud
gereserveerde bedragen van appartementseigenaren in belastingbox 3
thuishoren.
Het aandeel dat een appartementseigenaar heeft in het gezamenlijke
reserveringsfonds behoort tot zijn persoonlijke vermogen. De waarde
dient bij de belastingaangifte te worden opgegeven als een box
3-vermogensbestanddeel. Voorzover het bedrag het heffingsvrije
vermogen van box 3 te boven gaat, is hierover per saldo 1,2%
vermogensrendementsheffing verschuldigd. De staatssecretaris geeft in
zijn brief aan dat deze behandeling van de onderhoudsreserves niet
anders is dan de bestaande regelgeving en dat ook al onder het oude
belastingstelsel (van voor 2001) de onderhoudsreserves tot het eigen
vermogen werden gerekend.
Er bestaat bij de Belastingdienst geen voornemen om grootschalige
onderzoeken uit te voeren naar de omvang van de reservefondsen van
VvEs. Bij een individuele aangifte kunnen echter wel concrete vragen
worden gesteld over de hoogte van de reserves. Ook kan er navraag
worden gedaan als er een vermoeden of een aanwijzing is van fraude,
bijvoorbeeld als een aanzienlijk bedrag in de reserves van een VvE
wordt geparkeerd en dit niet in de aangifte is opgegeven.
De Belastingdienst geeft in de toelichting op de jaarlijkse
belastingaangifte geen aandacht aan reserves van VvEs, zo geeft de
Staatssecretaris aan. Eigenaar-appartementsbewoners kunnen bij
aangifte hun aandeel in de VvE-reserves bij benadering bepalen door
uit te gaan van de laatste (vastgestelde) jaarstukken van de VvE.
Eventueel kan een redelijke schatting worden gemaakt op basis van de
bedragen die aan de VvE zijn betaald in combinatie met het geschatte
verloop van de reserves. Belastingheffing vindt alleen plaats
voorzover het opgegeven bedrag het heffingsvrije vermogen van box 3
overschrijdt. Als dit al het geval is, is het verschuldigde
belastingbedrag in de meeste gevallen betrekkelijk gering. Bij een
aanzienlijk aandeel in de VvE-reserve van bijvoorbeeld EUR 10.000 is
men, zonder rekening te houden met het heffingsvrije vermogen, EUR 120
aan vermogensrendementsheffing verschuldigd.
Vereniging Eigen Huis wijst er overigens op dat de koper van een
appartement geen overdrachtsbelasting verschuldigd is over het bedrag
in de koopprijs dat wordt betaald ter vergoeding van het aandeel in de
onderhoudsreserves van de verkoper. Bij de taxatie van het appartement
in het kader van de WOZ wordt het aanwezige aandeel niet meegenomen.
Over de onderhoudsreserve is de eigenaar daardoor geen OZB en
waterschapsheffing verschuldigd, evenmin is het een bijtelling van het
eigenwoningforfait.
Amersfoort, 11 februari 2004
Vereniging Eigen Huis