Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801
2509 LV Den Haag
der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4
Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44
2513 AA `s-GRAVENHAGE Telefax (070) 333 40 33
Uw brief Ons kenmerk
AAM/ASAM/04/8764
Onderwerp Datum
Uitbreiding EU/Bestuurlijke boete 9 februari 2004
In het debat over de uitbreiding van de Europese Unie en het vrij verkeer van personen hebben de
Kamerleden Bussemaker en Bruls een motie ingediend, waarin de regering wordt verzocht te
streven naar invoering van de bestuurlijke boete per 1 juli 2004 en naar een substantiële verhoging
van de bestuurlijke boete.
In het debat heb ik de motie ontraden omdat invoering per 1 juli 2004 wat betreft het tijdspad niet
mogelijk is. Tegelijk heb ik aangegeven de motie wel naar de geest te willen uitvoeren in die zin dat
ik het wetsvoorstel wel zo snel mogelijk wil invoeren. Gelet op het belang dat ik aan het onderwerp
hecht, wil ik u graag informeren over de voortgang van het voorliggende wetgevingstraject.
Op dit moment ligt het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet arbeid vreemdeling in verband met de
invoering van de bestuurlijke boete voor advies bij de Raad van State.
Na ommekomst van het advies van de Raad van State zal het wetsvoorstel zo snel mogelijk aan de
Tweede Kamer worden aangeboden, waarna parlementaire behandeling kan aanvangen. Een
belangrijk onderwerp in het wetsvoorstel is de scheidslijn tussen bestuursrechtelijke en
strafrechtelijke handhaving. Ik ben dan ook voornemens om de AMvB die deze scheidslijn nader
concretiseert pas naar de Raad van State om advies te zenden na het debat in de Tweede Kamer
over het wetsvoorstel, zodat ik de opvattingen van de Tweede Kamer terzake daarin kan
meenemen.
De gemiddelde termijn waarbinnen de Raad van State adviseert op een AMvB bedraagt ongeveer
3 maanden. Na voltooiing van de parlementaire behandeling en mededeling in de Staatscourant
inzake de inwerkingtreding, kan daadwerkelijk inwerkingtreding van het wetsvoorstel conform de
Tijdelijke Referendumwet pas 6 weken daarna plaatsvinden, tenzij in het wetsvoorstel zelf een
andere bepaling inzake de inwerkingtreding staat. Vanwege het belang dat zowel de Tweede
Kamer als ik aan een spoedige inwerkingtreding hechten, zal in het wetsvoorstel een dergelijke
bepaling opgenomen worden. Gelet op mijn streven om zo spoedig mogelijk de bestuurlijke boete
2
in te voeren, is naar mijn mening het verzoek dat in de motie wordt gedaan aan de regering dan
ook feitelijk overbodig.
3
Wat betreft de substantiële verhoging van de boete waar de motie om vraagt, wil ik u ten slotte
meedelen dat dit inderdaad het kabinetsbeleid is, om zo illegale tewerkstelling sterker te
ontmoedigen.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(M. Rutte)
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid