PERSBERICHT 09-02-2004
Advies Eenmalige maatregel c.a.
De ACVZ is bijzonder verontrust over het afkalvend vertrouwen onder groepen
in de Nederlandse samenleving, waaronder vele lagere overheden, in het
asiel - en terugzendbeleid van de Nederlandse centrale overheid. Een breed
draagvlak is onontbeerlijk en moet worden herwonnen.
Tegelijk constateert de ACVZ dat de eenmalige maatregel tesamen met de
individuele beslissingen over een verblijfsstatus (totaal ca. 2300
inwilligende beslissingen op ca. 10.000 personen die al zeer lang op een
definitief besluit wachten of hebben gewacht, niet volledig recht doet aan
de hypotheek uit het verleden namelijk de extreem lange verblijfsperiode en
de daardoor veroorzaakte worteling van een groep vreemdelingen in
Nederland.
Als een bijdrage aan het voorkomen van een dreigende patstelling adviseert
de ACVZ als volgt.
- de eenmalige algemene pardonregeling dient vanwege de aantrekkende
werking van dat soort regelingen (hoop dat er in de toekomst weer gebruik
van zal worden gemaakt) niet te worden verruimd.
- er is aanleiding om eenmalig een nadere individuele beoordeling te maken
in alle gevallen waarin asielzoekers langer dan 5 jaar op enigerlei
definitieve beslissing omtrent hun verblijf in Nederland wachten. Daarbij
gaat het om de vraag of klemmende redenen van humanitaire aard nopen tot
het berusten in het verblijf van de betrokkenen. De nu lagere instroom en
snellere procedures zullen nieuw langdurig verblijf voorkomen.
- De elementen die in deze nadere beoordeling dienen te worden afgewogen
zijn: lengte van de legale verblijfsduur, mate van binding met en worteling
in de Nederlandse samenleving, specifieke belangen van eventueel betrokken
minderjarige kinderen in gezinnen en overige bijzondere omstandigheden,
zoals bijvoorbeeld de medische situatie.
- Bij een verblijf van zeven jaar of langer in Nederland in afwachting van
enigerlei beslissing omtrent verblijf dient de binding met de Nederlandse
samenleving de doorslag te geven als er tevens sprake is van minderjarige
kinderen of jong volwassen die hun ontwikkeling en opvoeding gedurende die
periode in Nederland hebben doorgemaakt. Als er geen sprake is van
minderjarige kinderen, levert het niet basaal spreken van Nederlands door
de volwassene een contra-indicatie voor verder verblijf op omdat dan de
vooronderstelling van geworteldheid daardoor wordt ontkracht. Ernstige
criminele feiten blijven ook een contra-indicatie.
- Het is nuttig de gemeenten een advies te laten uitbrengen in de gevallen
waarin de nadere afweging dient plaats te vinden. Zij kunnen informatie
geven over de reële binding met de Nederlandse samenleving, de mate van
beheersing van het Nederlands en de positie van de betrokken kinderen. Deze
betrokkenheid kan mede dienen om draagvlak voor de uitvoering van het
gehele asielbeleid te herwinnen.
- Voor degenen die niet vijf jaar of langer op een beslissing omtrent
verblijf in Nederland hebben gewacht, dient het huidige beleid onverkort te
worden uitgevoerd.
Nadere inlichtingen kunnen worden verstrekt door de Secretaris van de ACVZ,
mevr.drs. A.L.N.M. Spanjersberg, 070-3811404 of via e-mail:
aspanjer@acvz.com
---
Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken (ACVZ)