Persbericht
Ministerie van Buitenlandse Zaken
Datum: 6 februari 2004
Samenwerking Nederland-Suriname: voortgaan op ingeslagen weg
Het lessons learned-rapport dat Nederland samen met Suriname heeft
opgesteld is zeer waardevol. Dat zegt Minister van Ardenne
(Ontwikkelingssamenwerking) in een reactie op het rapport Een belaste
relatie, 25 jaar ontwikkelingssamenwerking Nederland-Suriname
1975-2000, dat voorzien van een adviesrapport van een
Surinaams-Nederlandse referentiegroep aan de Tweede Kamer is
aangeboden.
Het rapport vormt een ondersteuning van de sinds 2000 ingeslagen weg
in de samenwerking tussen de beide landen. Bij de hervatting van de
hulprelatie in dat jaar besloten beide landen af te stappen van de
weinig succesvolle projectmatige aanpak en over te gaan naar de
uitvoering van geïntegreerde programmas per sector, waarvoor Suriname
zelf de prioriteiten stelt.
Het rapport, dat Van Ardenne typeert als een kritisch en nuttig
rapport met waardevolle conclusies, is een gezamenlijk
Surinaams-Nederland product, opgesteld door prof. D. Kruijt
(Universiteit Utrecht) en mevrouw ir. M. Maks (Ministerie van Planning
en Ontwikkelingssamenwerking, Suriname). Het doel van het rapport is
om lessen te trekken uit het verleden. Ook dient het ter ondersteuning
van de nieuwe wijze van samenwerken sinds de hervatting van de
hulprelatie.
Het rapport signaleert een aantal tekortkomingen aan zowel Surinaamse
als Nederlandse zijde, die in de onderzochte periode tot weinig
duurzame resultaten hebben geleid. Zo is de hulp als gevolg van
politieke ontwikkelingen drie keer opgeschort. Er waren
meningsverschillen over de richting waarin in ontwikkelingen in
Suriname moesten gaan. Ook van invloed waren de institutionele zwakte
in Suriname, de verslechterende economische situatie tot 2000 en het
gebrek aan inzichtelijkheid en duidelijkheid over gemaakte afspraken.
De conclusies schetsen de randvoorwaarden waaraan de toekomstige
relatie moet voldoen. Zo zal wederzijds belang voorop komen te staan
in de relatie tussen Suriname en Nederland. Nederland zal zijn
verplichtingen, zoals vastgelegd in de verdragen van 1975 en 1992,
blijven nakomen. Tegelijkertijd zal er meer aandacht komen voor de
verdere verankering van de democratie en voor versterking van de
rechtsstaat, mede met het oog op de bestrijding van
drugscriminaliteit. Verder zullen Nederland en Suriname ernaar streven
de hechte banden tussen hun samenlevingen uit te bouwen tot
partnerschappen tussen het maatschappelijk middenveld, lokale
overheden en bedrijfsleven.
In het voorjaar komt Van Ardenne met een beleidsnotitie waarin de
relaties tussen Suriname en Nederland aan de hand van de conclusies
van het rapport verder worden uitgewerkt.
Noot voor de redactie /
Ministerie van Buitenlandse Zaken