Levenslang voor dubbele moord
Bron: Rechtbank Utrecht
Datum actualiteit: 6-02-2004
De rechtbank Utrecht heeft een 30-jarige Utrechter, die verdacht wordt
van moord op een studente uit Utrecht op 1 oktober 2002 en op een man
uit Ede op 29 november 1995, veroordeeld tot een levenslange
gevangenisstraf.
De rechtbank vindt het wettig en overtuigend bewezen dat de man de
studente, die in zijn woning een appartement huurde, op gruwelijke
wijze heeft vermoord met een Uzi-pistoolmitrailleur.
Het slachtoffer is in het afgesloten appartement van de man gevonden
en uit telefoongesprekken is gebleken dat hij aan zijn vader verteld
heeft dat hij haar heeft gedood. In zijn woning zijn verder onder meer
patronen gevonden, die op een speciale manier tot scherpe munitie zijn
geprepareerd.
De man heeft verklaard dat hij zich van de dag waarop de studente is
vermoord, niets meer kan herinneren. De rechtbank acht dat niet
geloofwaardig. De rechtbank heeft hem op zitting uitdrukkelijk en bij
herhaling geconfronteerd met de vele objectieve bewijzen tegen hem,
maar hij heeft geen enkele andere verklaring voor de feiten gegeven.
De rechtbank heeft de man ook veroordeeld voor de moord op een man in
Ede, die eveneens met een Uzi om het leven is gebracht. Een deskundige
heeft verklaard dat het zeer waarschijnlijk is dat dit hetzelfde wapen
was als bij de Utrechtse moord.
Op grond van technische onderzoeken is verder gebleken dat de munitie
die gebruikt is bij de moord in Utrecht, van dezelfde samenstelling
was als bij de moord in Ede; ook was die munitie op precies dezelfde
wijze bewerkt tot scherpe munitie zoals in de woning van de man is
aangetroffen. Ook is daar een afgezaagde loop van een Uzi gevonden.
Deze loop is afkomstig van een Uzi die in 1994 gestolen is in de
Maurits-kazerne in Ede, waar de man voor de diefstal enige tijd
gelegerd is geweest.
De rechtbank komt op grond van de aanwezige bewijsmiddelen tot de
overtuiging dat de dader het wapen in november 1995 voorhanden had.
Ook in deze zaak heeft de dader toen hij geconfronteerd is met deze
omstandigheden, elke verklaring voor de feiten achterwege gelaten.
De rechtbank acht, vooral vanwege de zeer gruwelijke wijze waarop
beide slachtoffers van zeer dichtbij en in koelen bloede zijn gedood,
een levenslange gevangenisstraf noodzakelijk. Vanwege de gruwelijkheid
van de feiten en de persoon van de dader dient de maatschappij
maximaal beschermd te worden tegen deze dader.
Voor de volledige tekst van de uitspraak LJN-nummer AO3150
Ga naar betreffende uitspraak met nummer: AO3150
Zie het origineel
Rechtbank Utrecht