Uitkomsten overleg minister Verdonk met VNG en G4 over het
terugkeerbeleid
6 februari 2004
Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Onderdeel: Directie Vreemdelingenbeleid
Datum: 6 februari 2004
Ons kenmerk: 5266002/04/DVB
Onderwerp: overleg met VNG en G4 over terugkeerbeleid
Door middel van mijn brief van 23 januari jl heb ik uw Kamer
geïnformeerd over de eenmalige regeling en het plan van aanpak
terugkeer van langdurig in Nederland verblijvende asielzoekers. Dit
naar aanleiding van een overleg hierover op 9 januari jl. met een
vertegenwoordiging van de VNG en de G4.
Op 4 februari jl. heeft over het genoemde plan van aanpak nader
overleg plaatsgevonden tussen bovengenoemde partijen. Door middel van
deze brief informeer ik u over de uitkomsten van dit overleg.
Inleiding
Tijdens het overleg is gesproken over een nadere uitwerking van het
plan van aanpak gericht op een extra inspanning om de terugkeer van
langdurig in Nederland verblijvende uitgeprocedeerde asielzoekers te
realiseren.
De gemeenten hebben nogmaals aangegeven dat zij het in hoge mate
betreuren dat er niet voor gekozen is een grotere groep asielzoekers
alsnog een verblijfsvergunning te geven in het kader van de eenmalige
regeling en mijn bevoegdheden, zoals eerder door de VNG voorgesteld
is. Hierdoor zou volgens hen veel maatschappelijke onrust zijn
voorkomen.
In aansluiting op bovengenoemde brief van 23 januari jl. aan uw Kamer
hebben de gemeenten zich echter bereid getoond om constructief te
overleggen over een aantal door gemeenten geconstateerde knelpunten
met betrekking tot de in die brief genoemde maatregelen inzake het
terugkeerbeleid.
Het betreft het proces van facilitering en de rol van gemeenten, de
doelgroep van het plan van aanpak en de toepassing van het
buiten-schuld-criterium.
Doelgroep
De doelgroep van het plan van aanpak zijn asielzoekers die zijn
ingestroomd onder de oude Vreemdelingenwet, die verblijven in de
reguliere opvang en die onherroepelijk niet in aanmerking zijn gekomen
voor een verblijfsvergunning.
Met betrekking tot de doelgroep van het plan van aanpak hebben de
gemeenten aangegeven dat er in de achterliggende periode als gevolg
van het gevoerde beleid uitgeprocedeerde asielzoekers uit
voorzieningen zijn gezet. Een deel van deze groep bevindt zich op dit
moment in (gemeentelijke) noodopvang. Op verzoek van de gemeenten heb
ik aangegeven dat de aangekondigde facilitering voor terugkeer ook op
deze groep vreemdelingen van toepassing zal zijn voor zover zij zelf
aangeven te willen terugkeren. Ook voor deze groep zal gelden dat daar
waar van toepassing ik mijn eerder genoemde bevoegdheden zal aanwenden
en het eventuele buiten-schuld-criterium van toepassing zal verklaren.
Op verzoek van de gemeenten heb ik nogmaals bevestigd om - behoudens
contra-indicaties - te voorkomen dat in het kader van het
terugkeerbeleid gezinnen worden gescheiden.
Facilitering terugkeer
Voor wat betreft de facilitering van de terugkeer is afgesproken dat
op dossierniveau onder leiding van de IND steeds naar gemeenten op
effectieve wijze over de stappen in het proces wordt gecommuniceerd.
Op deze wijze zijn gemeenten op de hoogte van de stappen die genomen
worden in het proces van terugkeer teneinde hun activiteiten daarop af
te kunnen stemmen. Gemeenten en de burgemeesters zullen de eigen
verantwoordelijkheden met betrekking tot de beëindiging van
voorzieningen daadwerkelijk nemen. Het uit de woning zetten zonder
vervolg is hiermee van de baan, omdat betrokkenen overgeplaatst worden
naar het vertrek- of uitzetcentrum.
Het terugkeerproces is in eerste instantie gericht op vrijwillige
terugkeer. Daarom is overeengekomen dat de IND ook in de eerste fase
van het proces van terugkeer behulpzaam kan zijn als het gaat om het
verkrijgen van reis- en verblijfsdocumenten. Dit geschiedt dan op
verzoek van de betrokken asielzoeker. In de fase waarin betrokkene is
overgeplaatst naar het vertrekcentrum zal sprake van een verplichte
presentatie van betrokkene bij de vertegenwoordiging van het land van
herkomst ter verkrijging van de benodigde documenten.
Ik heb richting de VNG en de gemeenten aangegeven dat ik lopende het
gehele proces van facilitering, daar waar van toepassing gebruik kan
maken van mijn eerder genoemde bevoegdheden.
Het buiten-schuld-criterium
Gesproken is over de realisering van de terugkeer en de medewerking
van betrokken vreemdelingen die daarvoor is vereist. Indien betrokken
asielzoeker niet in staat is geweest op zelfstandig wijze in het bezit
te komen van de benodigde documenten, vindt, zoals gezegd, verplichte
presentatie bij de ambassade plaats. In die gevallen waarin de
benodigde documenten worden verkregen kan betrokkene terugkeren.
In die gevallen waarin de benodigde documenten niet worden verkregen
kan sprake zijn van de situatie waarin objectief komt vast te staan
dat betrokkene buiten zijn schuld niet terug kan keren naar
herkomstland, land van eerder verblijf of regio en zal alsnog een
verblijfsvergunning worden verleend.
De VNG en de G4 hebben hun zorgen uitgesproken over de uitwerking van
het buiten-schuld-criterium en de objectiveerbaarheid van het bewijs.
Ik heb mij daarop bereid verklaard om over de toepassing van het
buiten-schuld-criterium periodiek gedurende het project aan uw Kamer
verslag uit te brengen.
Beëindiging facilitering
Voor diegenen die niet mee willen werken aan terugkeer wordt bezien in
hoeverre er sprake kan zijn van uitzetting vanuit het vertrekcentrum
of de vreemdelingenbewaring. Mocht in bepaalde gevallen uitzetting
niet mogelijk zijn waardoor de vreemdelingenbewaring beëindigd moet
worden, dan is sprake van illegaliteit. Ik heb de gemeenten toegezegd
dat ik deze problematiek zal betrekken bij de opstelling van de
illegalennota die ik uw Kamer dit voorjaar zal doen toekomen.
Bovendien is afgesproken dat over de concept-nota overleg zal worden
met de VNG.
De gemeenten wijzen erop dat terugkeer naar het land van herkomst of
een derde land in sommige gevallen veel tijd in beslag kan nemen,
waardoor de termijn van 2 maal 8 weken overschreden wordt. Zij zijn
van mening dat er tot afronding van het gehele proces sprake moet zijn
van facilitering zoals bedoeld in het plan van aanpak. Ik heb de
gemeenten erop gewezen dat vreemdelingenbewaring, indien geïndiceerd,
in dergelijke gevallen gedurende de benodigde termijn het sluitstuk
vormt.
Tot slot
Tot slot hecht ik eraan te vermelden dat met de VNG en de G4
constructief overleg is gevoerd waarbij werkafspraken zijn gemaakt
over de aanpak van de terugkeer van de groep langdurig in Nederland
verblijvende asielzoekers. Gedurende het gehele project zal regelmatig
met gemeenten geëvalueerd worden teneinde knelpunten vroegtijdig te
kunnen signaleren en oplossingen te bespreken.
De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie
Ministerie van Justitie