Partijen ten onrechte buiten elkaars aanwezigheid gehoord door
adviescommissie; beginsel van hoor en wederhoor
Bron: Centrale Raad van Beroep Utrecht
Datum actualiteit: 6-02-2004
Betrokkenen en de vertegenwoordiger van gedaagde zijn buiten elkaars
aanwezigheid gehoord door de adviescommissie. Met het bepaalde in
artikel 7:13, vijfde lid, Awb en het daaraan mede ten grondslag
liggende beginsel van hoor en wederhoor is niet verenigbaar dat de
adviescommssie voor het horen van de vertegenwoordiger van gedaagde
-zonder een bijzondere rechtvaardigingsgrond- een afzonderlijke
hoorzitting heeft belegd, waarvoor betrokkenen niet zijn uitgenodigd,
en dat betrokkenen niet behoorlijk in de gelegenheid zijn gesteld op
het betoog van die vertegenwoordiger te reageren. Een vernietiging van
de bestreden besluiten om die reden kan niet met toepassing van
artikel 6:22 Awb achterwege worden gelaten, reeds omdat niet kan
worden gezegd dat betrokkenen door het gebrek niet zijn benadeeld.
Ga naar betreffende uitspraak met nummer: AO2004
Zie het origineel
Centrale Raad van Beroep Utrecht