Uitspraken notariszaken en gerechtsdeurwaarderszaken door de
Notariskamer van het gerechtshof Amsterdam op 29 januari 2004
Bron: Gerechtshof Amsterdam
Datum actualiteit: 2-02-2004
1. Hof Amsterdam 29 januari 2004, 546/2003 NOT, notariskamer. Klager
heeft de klacht ingediend met overschrijding van de in artikel 99 lid
2 WNA genoemde termijn en is derhalve niet-ontvankelijk in zijn
klacht.
Tekst uitspraak: 'AO2795'
2. Hof Amsterdam 29 januari 2004, 462/2003 GDW, notariskamer. De kamer
oordeelt de klacht ongegrond. Het hof acht klager niet ontvankelijk in
het beroep wegens overschrijding van de termijn, zoals gesteld in
artikel 45 lid 1 GDW.
Tekst uitspraak: 'AO2797'
3. Hof Amsterdam 29 januari 2004, 549/2003 GDW, notariskamer.
Ingevolge artikel 34, eerste lid juncto artikel 49 van de
Gerechtsdeurwaarderswet, hierna: GDW, kunnen slechts
gerechtsdeurwaarders (waaronder in de GDW en in deze beslissing mede
worden begrepen waarnemend gerechtsdeurwaarders en toegevoegd
kandidaat-gerechtsdeurwaarders) aan tuchtrechtspraak zijn onderworpen.
Hierom kan de maatschap niet worden aangemerkt als degene over wie
geklaagd wordt. Bij klachten tegen een samenwerkingsverband dient de
tuchtrechter te onderzoeken tegen welke gerechtsdeurwaarders de
klachten zich richten. Het hof merkt daarbij op dat de tuchtrechter
het er voor mag houden dat tegen een samenwerkingsverband gerichte
klachten, die niet betrekking hebben op gedragingen van een specifieke
gerechtsdeurwaarder, zijn gericht tegen de van het
samenwerkingsverband deel uitmakende gerechtsdeurwaarder die zich
namens het samenwerkingsverband tegen de klacht verweert, zoals in
deze zaak door de gerechtsdeurwaarder op onderdelen van de klacht
is geschied.
Het hof vernietigt de beslissing van de kamer en acht de klacht
ongegrond.
Tekst uitspraak: 'AO2798'
4. Hof Amsterdam 29 januari 2004, 375/2003 GDW, notariskamer. Het hof
zal voorbijgaan aan het verzoek van klaagster om de
gerechtsdeurwaarder te veroordelen tot een schadevergoeding, aangezien
daarvoor in een tuchtrechtelijke procedure, als de onderhavige, geen
plaats is. De kamer van toezicht acht de klacht ongegrond. Het hof
verwerpt het beroep.
Tekst uitspraak: 'AO2800'
5. Hof Amsterdam 29 januari 2004, 594/2003 GDW, notariskamer.
Ingevolge artikel 34, eerste lid juncto artikel 49 van de
Gerechtsdeurwaarderswet, hierna: GDW, kunnen slechts
gerechtsdeurwaarders, waaronder in de GDW en in deze beslissing mede
worden begrepen waarnemend gerechtsdeurwaarders en
kandidaat-gerechtsdeurwaarders, aan tuchtrechtspraak zijn onderworpen.
Hierom kan de maatschap niet worden aangemerkt als degene over wie
geklaagd wordt. Bij klachten tegen een samenwerkingsverband dient de
tuchtrechter te onderzoeken tegen welke gerechtsdeurwaarders de
klachten zich richten. Het hof merkt daarbij op dat de tuchtrechter
het er voor mag houden dat tegen een samenwerkingsverband gerichte
klachten, die niet betrekking hebben op gedragingen van een specifieke
gerechtsdeurwaarder, zijn gericht tegen de van het
samenwerkingsverband deel uitmakende gerechtsdeurwaarder die zich
namens het samenwerkingsverband tegen de klacht verweert. De kamer van
toezicht acht de klacht deels gegrond, deels ongegrond. Het hof
verwerpt het beroep.
Tekst uitspraak: 'AO2801'
Gerechtshof Amsterdam