GroenLinks Heerlen

Notitie beleidsplan 2004 Parkstad - Limburg

Notitie voor de raadscommissie Regionale zaken, cultuur en beeldvorming van de gemeente Heerlen

Januari / februari 2004
Sjo Crapels & Harrie Winteraeken

Aanleiding:

In de vergadering van het algemeen bestuur van Parkstad Limburg op maandag 12 januari 2004 is het Beleidsplan 2004 behandeld. De aanwezige leden van de gemeenten Voerendaal en Heerlen hebben hierover een afwijkend standpunt ingenomen. Dit standpunt is niet door de algemene ledenvergadering overgenomen. Kern van het ingenomen standpunt van Voerendaal en Heerlen is dat de door het dagelijks bestuur voorgestelde koers te veel afwijkt van de afspraken die de gemeenteraden in de gemeenschappelijke regeling zijn gemaakt. Voordat de voorgestelde koers ook wordt ingeslagen, zou er eerst terugkoppeling dienen plaats te vinden in de afzonderlijke gemeenteraden. Met deze notitie rapporteren wij over dit debat plus de besluitvorming van het algemeen bestuur aan de commissie RCB. Mede aan de hand van deze notitie kan deze terugkoppeling plaatsvinden.

Excuses:

In de vergadering van het algemeen bestuur van Parkstad Limburg op maandag 29 september 2003 zijn de hoofdlijnen van het Beleidsplan 2004 aan de orde geweest, inclusief de nu aan de orde zijnde problematiek. Het debat dat toen is gevoerd bevatte niet de standpunten en argumentatie die op 12 januari jl. als zodanig wel zijn gegeven. Dit is uit oogpunt van een goede, richtinggevende relatie tussen algemeen bestuur en dagelijks bestuur niet netjes. Het valt het dagelijks bestuur dan ook niet te verwijten dat de voorstellen uit de "hoofdlijnen" - notitie nader zijn uitgewerkt (en ook in vanuit onze optiek deels verbeterd) in de concept - Beleidsnota 2004. Omdat het laat innemen van standpunt een goede beleidsvoorbereiding bemoeilijkt, zijn hiervoor excuses op zijn plaats.

Echter, naar onze mening moet het ook tot in het besluitvormende debat (over de vaststelling van de Beleidsnota 2004) mogelijk zijn om meningen uit te wisselen, elkaar trachten te overtuigen en een definitief standpunt in te nemen, zeker als er fundamentele aspecten bij betrokken zijn. Dat maakt weliswaar de voorbereiding van de besluitvorming lastig, maar het is niet onredelijk noch bestuurlijk onverantwoord. We nemen aan dat de opmerkingen van het dagelijks bestuur in deze richting ook niet bedoeld waren om het debat en de besluitvorming van het algemeen bestuur bij voorbaat te ontkrachten.

Kern van de voorstellen:

Voor het totaal van voorstellen van het dagelijks bestuur wordt nu kortheidshalve verwezen naar de Beleidsnota 2004. De oorsprong van het debat en dus het verschil van mening is gelegen in het volgende (zie onder meer de paragraaf Overwegingen voor de kernagenda 2004: luctor et emergo):

In de ab-vergadering van 16 juni 2003 is een beperkte stijging (2 %) van het budget 2003 van het Parkstad Limburgfonds als inzet voor de begroting 2004 vastgesteld: E 3.024.000. Oorspronkelijk zou dit ± 3,5 miljoen zijn. (Gemeenschappelijke regeling Parkstad Limburg 25 maart 2003: E 3.675.618).

Daarbij stelt het dagelijks bestuur dat de beperking van financiële middelen in 2004 dwingt tot prioriteiten, waarbij er vanuit wordt gegaan, dat in 2005 en 2006 een dusdanige inhaalslag kan plaatsvinden, dat de tussenresultaten over de periode 2003 - 2006 onverkort gehandhaafd kunnen blijven.

De uitgaven vanuit het Parkstad Limburgfonds in 2004 zijn in grote lijnen als volgt:

|Bestuurs- en apparaatskosten        |E             |
|                                    |1.627.000     |
|Overige vaste kosten                |E             |
|                                    |400.000       |
|Financiering ringwegen              |E             |
|                                    |400.000       |
|Maatschappelijke opvang (excl. inzet|E             |
|reserves)                           |400.000       |
|Netto beleidsruimte (reeds          |E             |
|geclaimd)                           |190.000       |
|Restant beleidsruimte kern- en      |E             |
|jaaragenda 2004                     |128.000       |
Voor de financiering van de binnen- en buitenring ad E 400.000 per jaar ten laste van het Parkstad Limburgfonds stelt het dagelijks bestuur dat dit voorfinanciering is, totdat derden - financiering is gerealiseerd, of garantiestelling indien geen overige bijdragen worden verkregen. In feite is er sprake van het vooralsnog ontbrekende deel van de financiering van de ringwegen ad. E 7 miljoen uit het Parkstad Limburgfonds te dekken. Daarbij gaf het dagelijks bestuur aan dat er nog geen externe middelen in het vooruitzicht zijn, anders dat het rijk aangegeven heeft om voor de aansluitingen op de A76 (eigen verantwoordelijkheid en eigen project) een bijdrage te willen geven. In het Meerjarenprogramma Infrastructuur en Transport (MIT) van het ministerie van verkeer en waterstaat is geen geld opgenomen voor de ringwegen.

Constateringen:

De voortvarendheid van het dagelijks bestuur ten aanzien van de ringwegen is op zich te prijzen, maar de voorstellen zijn te verstrekkend voor de dan gebrekkige uitvoering van de overige kerntaken en prematuur ten opzichte van de nog noodzakelijke besluitvorming in de verschillende raden.

Bij de besluitvorming over het instellen van de gemeenschappelijke regeling Parkstad Limburg is voor de uitoefening van de kerntaken gesteld dat Parkstad Limburg vooral in planvormende zin actief moet zijn. Met betrekking tot de overdracht van bevoegdheden (zie art. 20 gemeenschappelijke regeling en bijlage 1 onder kerntaak 4.2) kan worden gesteld dat er nog geen bevoegdheden zijn overgedragen die betrekking hebben op de binnen- en buitenring. Onder kerntaak 4.2 wordt de binnenring zelfs niet genoemd. Naar onze mening dient het onderhandelingsresultaat met de provincie en een hierop volgend plan van aanpak eerst te worden bekrachtigd door de gemeenteraden, alvorens er mogelijk verdere stappen door het dagelijks bestuur van Parkstad Limburg bij de uitvoering van de buitenring (en binnenring?) worden ondernomen.

In artikel 21 Parkstad Limburgfonds, lid 4 staat dat: "Voor de dekking van kosten voortvloeiend uit of verbandhoudend met de uitvoering van de regionale agenda die niet uit het Parkstad Limburgfonds kan plaatsvinden, is steeds afzonderlijke besluitvorming door alle raden van de deelnemende gemeenten vereist". Naar onze mening kan bij dit project het algemeen bestuur niet met een (voorlopige?) financiering vooruitlopen op de besluitvorming in de verschillende gemeenteraden, mede omdat deze van wezenlijke invloed kan zijn op de totale financiering van de ringwegen. De democratische legitimatie ontbreekt dus nog.

Bij de kerntaken is zonder uitzondering sprake van belangrijke opgaven en van een behoorlijke evenwichtigheid. De uitvoering is echter bijzonder onevenwichtig geworden. De uitgaven uit het Parkstad Limburgfonds komen te eenzijdig te liggen bij twee projecten, waarvan de uitvoering van de ringwegen nieuw is. De uitgaven voor maatschappelijke opvang zijn (exclusief de bezuinigingen) in lijn met het verleden. Door de nadruk op de financiering van de ringwegen blijven voor de uitvoering van 18 van de 20 (Wonen / welzijn / zorg en Recreatie en toerisme zijn vanuit de jaaragenda aan de kernagenda toegevoegd) de financiële mogelijkheden zeer beperkt Voor deze 18 kerntaken is in totaal "slechts" E 318.000 beschikbaar waarvan E 190.000 reeds beschikt Dat is gemiddeld E 17.667 per kerntaak Voor 9 kerntaken is er geen additioneel geld beschikbaar. Door deze onevenwichtige verdeling worden veel kerntaken alleen uitgevoerd door middel van inzet van eigen personeel. Het is zeer de vraag of hun inzet daarmee wel optimaal kan zijn en/of alleen (beperkte) menskracht voldoende is om deze kerntaken op een adequaat uitvoeringsniveau te brengen. Er zijn, in tegenstelling tot het dagelijks bestuur stelt, geen aanwijzingen dat in de hierop volgende jaren voldoende middelen beschikbaar komen om een inhaalslag op de nu gedane bezuinigingen te realiseren en dat alle gestelde doelen onverkort gehandhaafd en gerealiseerd kunnen worden.

De reservering van E 400.000 door Parkstad Limburg lijkt vooral ook een afwenteling van de kosten die de betrokken gemeenten eigenlijk (volgens de afspraak met de provincie) moeten dragen. Hoewel dit nog niet is uitgesproken, is vanwege de slechte financiële situatie de verleiding binnen de verschillende B&W's groot dat er slechts gezocht wordt naar gemeentelijke financiering voor maximaal het resterende deel dat niet gegarandeerd / gedekt wordt door Parkstad Limburg. Ook zullen de afzonderlijke gemeenten waarschijnlijk willen meeprofiteren van mogelijk te verwerven subsidies.

In de vergadering van 29 september 2003 heeft het algemeen bestuur niet ingestemd met de volgende zin: "in dit voorstel zouden de drie kleine gemeenten geen rechtstreekse bijdrage aan de ringwegen leveren, doch zou via een bijdrage uit het fonds een indirecte financiering door de kleine gemeenten plaatsvinden". Toch is dit indirect meebetalen materieel in het voorstel gehandhaafd.

Conclusies en mogelijke verwachtingen:

Omdat de financiering van de binnen- en buitenring voor de gemeenten dermate grote consequenties heeft (en wellicht ook bezwaren ontmoet), dient naar onze mening het onderhandelingsresultaat met de provincie eerst in de betreffende gemeenteraden worden geaccordeerd, alvorens er mogelijke financiële verwachtingen worden gecreëerd.

Door bezuinigingen op het Parkstad Limburgfonds en de onevenwichtige verdeling van het Parkstad Limburg fonds zal de realisatie van 18 van de 20 kerntaken achter blijven bij de wensen. Als bij zoveel kerntaken stagnatie kan optreden, dan lopen ook het functioneren van de gehele gemeenschappelijke regeling en daarmee de afspraken tussen de afzonderlijke gemeenteraden grote risico's. Daarmee staat ons inziens de toekomst van Parkstad Limburg op het spel.

Het functioneren van Parkstad Limburg wordt door velen zeer kritisch gevolgd. Zij zullen in de handelwijze van db en ab een bevestiging zien van de verwachting dat afspraken niet worden nagekomen. Onbetrouwbaar handelen zal leiden tot verder afbrokkelen van het draagvlak. Wij willen voorkomen dat eerdere afspraken worden omzeilt of genegeerd of dat het belang van een democratische legitimatie en terugkoppeling naar de gemeenteraden wordt onderschat. We willen zuinig zijn op het nog broze samenwerkingsverband Parkstad Limburg

Voorstel:

De gemeenteraden dienen vanuit deze (nieuwe) positie, zoals deze wordt geschetst in de Beleidsnota 2004 de volgende keuze te maken: de ambities van Parkstad Limburg worden gehandhaafd en er wordt zorg gedragen voor voldoende financiële middelen of de ambities van Parkstad Limburg worden (gezamenlijk) heroverwogen.

Bij 1. lijkt een heroverweging van de E 400.000 financiering van de ringwegen door Parkstad Limburg en daarna financiering na rato de gemeenten bij de wegen belang hebben een van de oplossingen.

Sjo Crapels & Harrie Winteraeken

Ps.: Tijdens de vergadering van het algemeen bestuur hebben wij de noodzaak van de aanleg van de binnen- en buitenring niet bekritiseerd. Daarbij hebben we geen standpunt ingenomen over het behaalde onderhandelingsresultaat met de provincie en het daaruit voortvloeiende kostenaandeel voor de binnen- en buitenring voor de gemeenten van Parkstad Limburg. Ook hebben wij geen standpunt ingenomen over de wijze van verdelen van deze kosten over de gemeenten. Al deze punten zullen primair bij de besluitvorming en in het debat over de randwegen in de Heerlense raad aan de orde komen.

:


---- --