Uitzendbranche controleert naleving CAO (27-1-2004)
Binnenkort starten de ABU (Algemene Bond Uitzendondernemingen), FNV
Bondgenoten, CNV Dienstenbond en De Unie een onderzoek naar de
naleving van de CAO voor Uitzendkrachten bij 250 uitzendondernemingen.
Daarbij wordt gekeken of ze sinds de algemeenverbindendverklaring in
juli 2003 de CAO correct toepassen. Het onderzoek maakt deel uit van
de eerder gemaakte CAO-afspraken tussen vakbonden en werkgevers en
richt zich zowel op georganiseerde als ongeorganiseerde ondernemingen.
Nagenoeg alle uitzendondernemingen moeten zich sinds de
algemeenverbindendverklaring van 20 juli 2003 houden aan de afspraken
uit de CAO voor Uitzendkrachten 1999 - 2003. Het betekent dat
uitzendkrachten onder meer lonen, vakantiedagen en toeslagen ontvangen
conform de CAO voor Uitzendkrachten. Om na te gaan of
uitzendondernemingen inderdaad de CAO naleven, worden binnenkort 250
willekeurig geselecteerde ondernemingen onderzocht. Partijen hebben
hiertoe de Stichting Naleving CAO voor Uitzendkrachten (SNCU) in het
leven geroepen. De SNCU vormt een nieuw onderdeel van de CAO voor
Uitzendkrachten 1999 - 2003.
De grondslag van het onderzoek wordt gevormd door de nalevingsbepaling
in de CAO voor Uitzendkrachten 1999 - 2003 die op 23 januari 2004 door
het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid algemeen
verbindend is verklaard. Met de algemeenverbindendverklaring heeft de
nieuwe stichting de vereiste bevoegdheden verkregen om de voorgenomen
acties in te zetten.
Het onderzoek duurt tot 1 april 2004 en richt zich onder meer op de
toepassing van de loonsverhoging van 0,9% van 5 januari jl. en het
gebruik van de juiste loonspecificaties. Na het onderzoek zullen
partijen zich buigen over de uitkomsten en beoordelen of en op welke
wijze de nalevingsacties kunnen worden gecontinueerd.
---
Voor de redactie,
ABU