VNO-NCW wil geen verplichte werkgeversbijdrage
In een brief aan minister Hoogervorst breekt VNO-NCW een lans voor een
systeem van vrijwillige afspraken over de werkgeversbijdragen aan de
nieuwe basisverzekering. Dat kan heel goed op de manier waarop
werkgevers nu collectieve (ziektekosten)contracten afsluiten met
zorgverzekeraars. Die zorgen straks ook voor maximaal efficiënte zorg,
en voor het in de hand houden van de kosten.
Het kabinet wil dat werkgevers straks de helft van de totale
premielasten van het nieuwe stelsel opbrengen via een loongerelateerde
bijdrage. Daar is de werkgeversorganisatie op tegen. Werkgevers hebben
zo geen bewegingsruimte om zelf vorm te geven aan gezondheidsbeleid en
gezondheidsmanagement. Een wettelijk verplichte werkgeversbijdrage die
gekoppeld is aan het loon, beperkt namelijk de onderhandelingsruimte
van werkgevers richting verzekeraars. Dat kan ertoe leiden dat het
collectieve ziektekostencontract van het toneel verdwijnt, terwijl dat
voordelen heeft voor werkgever, verzekerde en verzekeraar.
Tegen de verplichte loongerelateerde werkgeversbijdrage pleit
bovendien de kans dat stijgingen in de kosten van de gezondheid steeds
worden afgewenteld op het collectief van werkgevers. Zorgaanbieders en
-verzekeraars ondervinden zo geen prikkel om maximaal efficiënt te
werken. Werkgevers krijgen van slecht gedrag van anderen de rekening
gepresenteerd zonder dat ze in staat zijn aan de oorzaak iets te
veranderen.
Juiste prikkel
Het Verbond deelt het standpunt van VNO-NCW ten aanzien van de
verplichte werkgeversbijdrage aan de basisverzekering. Een
inkomensafhankelijke bijdrage die in een centrale kas moet worden
gestort, levert niet de juiste prikkel op voor een werkgever om met
zijn verzekeraar in onderhandeling te gaan over een op maat gesneden
verzekeringspakket rond ziekte en arbeidsongeschiktheid voor zijn
werknemers. De ook door VWS gewenste samenhang tussen zorg en sociale
zekerheid wordt hierdoor belemmerd. Een goed alternatief is echter nog
niet zo eenvoudig. Daarover voert het Verbond momenteel gesprekken met
het ministerie.
Verzekerd!, januari 2004
Verbond van Verzekeraars