ip/04/86
Brussel, 22 januari 2004
Interne markt: de Commissie daagt acht lidstaten voor het Hof wegens
niet-omzetting van EU-verzekeringswetgeving
De Commissie heeft besloten België, Griekenland, Frankrijk, Luxemburg,
Nederland, Finland, Zweden en het VK voor het Europese Hof van
Justitie te dagen omdat zij Richtlijn 2001/17/EG nog niet ten uitvoer
hebben gelegd (zie IP/01/216), welke richtlijn voornamelijk bedoeld is
om consumenten in geval van liquidatie van verzekeringsondernemingen
te beschermen. De uiterste termijn voor omzetting van de richtlijn in
nationaal recht was 20 april 2003.
Sinds die datum heeft de Commissie alle bij artikel 226 van het
Verdrag voorgeschreven procedurele stappen genomen om de zaken bij het
Hof aanhangig te maken (aanmaningsbrieven, gevolgd door met redenen
omklede adviezen). De snelheid waarmee deze procedure ten uitvoer
wordt gelegd toont aan dat de Commissie vastbesloten is ervoor te
zorgen dat de lidstaten de maatregelen waartoe zij zelf in de Raad
hebben besloten, correct en tijdig ten uitvoer leggen. In het najaar
van 2003 werden inbreukprocedures tegen vijf andere lidstaten
Denemarken, Ierland, Italië, Portugal en Oostenrijk beëindigd nadat
deze landen de Commissie de nationale maatregelen hadden meegedeeld
die zij hadden vastgesteld om de richtlijn ten uitvoer te leggen. Ook
Duitsland heeft zeer onlangs zijn maatregelen meegedeeld.
Overeenkomstig deze richtlijn dient in geval van de liquidatie van een
gefailleerde verzekeringsonderneming met bijkantoren in andere
lidstaten een geheel van procedures te worden gevolgd die worden
geopend in de lidstaat waar de verzekeringsonderneming haar statutaire
zetel heeft ("de lidstaat van herkomst"), en is hierbij één en
dezelfde faillissementswet van toepassing die van het land van
herkomst. Deze benadering strookt met het beginsel van toezicht door
het land van herkomst dat de grondslag voor de verzekeringsrichtlijnen
van de EU vormt. Bovendien waarborgt de richtlijn de bescherming van
schuldeisers uit hoofde van verzekering (zoals polishouders en
verzekerde personen) door hun een voorkeursbehandeling te verlenen
wanneer een verzekeringsonderneming wordt geliquideerd.
Indien EU-richtlijnen niet vóór de uiterste termijnen die door de
lidstaten zelf zijn vastgesteld in nationale wetgeving worden omgezet,
ontstaat een ongelijke concurrentiesituatie en wordt het
concurrentievermogen van de economie van de EU als geheel aangetast.
De Commissie heeft op 12 januari aangekondigd (zie IP/04/33) dat
slechts vijf lidstaten (Denemarken, Spanje, Ierland, Finland en het
VK) het door de Europese Raad gestelde doel hadden bereikt en hun
omzettingsachterstand - het percentage in werking getreden
interne-marktrichtlijnen dat op de overeengekomen datum nog niet in
nationaal recht is omgezet onder 1,5% hadden gehouden. Van de
lidstaten die in verband met de verzekeringsrichtlijn voor het Hof
worden gedaagd, hebben België, Griekenland, Frankrijk en Luxemburg
alle een omzettingsachterstand van 3% of meer.
Voor recente informatie over inbreukprocedures tegen lidstaten kan de
volgende website worden geraadpleegd:
http://europa.eu.int/comm/secretariat_general/sgb/droit_com/index_en.h
tm
European Commission