Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801
2509 LV Den Haag
der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4
Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44
2513 AA `s-GRAVENHAGE Telefax (070) 333 40 33
Uw brief Ons kenmerk
30 december 2003 SV/A&L/04/006
nr. 2030405360
Onderwerp Datum
Kamervragen van de leden Bussemaker en 22 januari 2004
Stuurman
Hierbij zend ik u - mede namens de minister van Justitie - de antwoorden op de vragen van de
leden Bussemaker en Stuurman (PvdA) over de afhandeling van schadeclaims bij beroepsziekten.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(M. Rutte)
2030405360
Antwoorden op de vragen van de leden Bussemaker en Stuurman (beiden PvdA) aan de staatssecretaris van
Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de afhandeling van schadeclaims bij beroepsziekten.(Ingezonden 30
december 2003)
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht van het Bureau Beroepsziekten FNV dat van alle schadeclaims, die het FNV-
bureau namens werknemers met een beroepsziekte bij een verzekeraar indient, slechts een klein deel tot een
minnelijke regeling komt?
2
Antwoord
Ja
Vraag 2
Deelt u de opvatting van het Bureau Beroepsziekten FNV dat voor verzekeraars elk middel geoorloofd lijkt om
niet tot schadevergoeding over te gaan?
Vraag 3
Beschikt u over cijfers die dit bericht ondersteunen, dan wel ontkrachten? Zo ja, kunt u deze de Kamer doen
toekomen?
Antwoord 2 en 3
Ik heb niet de beschikking over actuele cijfers over onderhandelingen rond c.q. het verloop van
schadevergoedingsprocedures bij beroepsziekten en de opstelling van partijen daarbij. Anders dan de
constatering dat uit genoemd bericht blijkt dat er ook op dit onderdeel van de letselschadeproblematiek
duidelijk problemen zijn, wil ik dan ook geen uitspraak doen over het gedrag van de daarbij betrokken partijen.
Voor de opvattingen van het kabinet over de problemen die er bestaan in de verzekeringsbranche bij het
afhandelen van letselschadezaken wil ik verwijzen naar de antwoorden van de minister van Justitie en de
staatssecretaris van Economische Zaken op de vragen van het lid Algra van uw Kamer (ingezonden 28
november) en de antwoorden van de minister van Justitie op de vragen van de leden Van der Laan en Dittrich
van uw Kamer (ingezonden 2 december) (zie ook bijlage). Daarin wordt aangegeven welke maatregelen de
overheid neemt om de letselschadepraktijk te verbeteren.
Vraag 4
Wat bent u van plan te doen om de afhandeling van schadeclaims bij beroepsziekten beter te laten verlopen,
zodat meer zaken «in der minne» geschikt kunnen worden?
Vraag 5
Bent u bereid om in navolging van het advies van het Bureau Beroepsziekten FNV, een zwarte lijst van
verzekeraars op te stellen?
Vraag 6
Deelt u de kritiek van het Bureau Beroepsziekten FNV dat medische adviseurs en expertisebureaus, die door
verzekeraars worden ingehuurd, feiten verdraaien, ondeskundig zijn en zelfs liegen?
Vraag 7
Is het u bekend dat, ingeval een medisch adviseur zegt dat er sprake is van een beroepsziekte, de verzekeraar
gewoon een andere adviseur inschakelt?
Vraag 8
Welke mogelijkheden hebt u tot uw beschikking om de genoemde problemen met medische adviseurs en
expertisebureaus aan te pakken? Bent u van plan om ook hier te komen tot een zwarte lijst?
Antwoord 4 tot en met 8
Voor het specifieke terrein van de letselschade ten gevolge van beroepsziekten en arbeidsongevallen wil ik het
volgende opmerken. Zowel vanuit de juridische literatuur, uit de activiteiten van het Bureau Beroepsziekten, als
uit de steeds weer terugkerende discussies over fondsvorming voor werknemers die aan bepaalde
beroepsziekten lijden, blijkt de afdoening van claims in verband met beroepsrisico's tot problemen te leiden.
Een regeling voor beroepsrisico's (EGB, Extra garantieregeling beroepsrisico's) maakt thans onderdeel uit van
een adviesaanvraag aan de SER in het kader van de voorgenomen herziening van het stelsel van
arbeidsongeschiktheidsverzekeringen.
3
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid