De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van
uw kenmerk
ons kenmerk
TRCDL/2004/155
datum
19-01-2004
onderwerp
Brief LNV inzake couperen schapenstaarten
bijlagen
1
Geachte Voorzitter,
In het op 1 september 1996 inwerking getreden Ingrepenbesluit is het
couperen van schapen verboden, waarbij in artikel 2 is bepaald dat het
couperen van staarten nog vijf jaar na inwerkingtreding van het
besluit is toegestaan. Tegen de achtergrond van het gedachtegoed van
het Ingrepenbesluit - de integriteit en het welzijn van het dier zijn
belangrijke aspecten die moeten worden meegewogen - werd het couperen
van schapenstaarten niet meer nodig gevonden. Gesteld werd dat door
het nemen van managementmaatregelen - het scheren van de staart of de
achterhand, een aanpassing van het graslandmanagement, medicatie en
een andere rassenkeuze - eventuele problemen konden worden voorkomen.
De overgangsperiode van 5 jaar is destijds ingesteld om de sector de
mogelijkheid te bieden op het coupeerverbod te anticiperen.
datum
19-01-2004
kenmerk
TRCDL/2004/155
bijlage
Vanaf het moment dat het coupeerverbod daadwerkelijk van kracht is
geworden, heeft uw Kamer het onderwerp regelmatig aan de orde gesteld
omdat in de praktijk welzijnsproblemen worden gemeld bij ongecoupeerde
schapen. In verband daarmee heeft de Tweede Kamer tijdens de
begrotingsbehandeling van mijn departement eind 2003 een motie
ingediend en aangenomen waarin wordt gevraagd de sector via een
ontheffingsmaatregel tegemoet te komen. Daarbij zou volgens het
voorstel van de Tweede Kamer een praktiserend dierenarts moeten
vaststellen dat de ontheffing noodzakelijk is.
Tijdens de genoemde begrotingsbehandeling heb ik al aangegeven dat de
vorm waarin de ontheffing wordt gevraagd voor mij niet acceptabel is.
Het is ongewenst om een privaat persoon (in dit geval de dierenarts)
te laten bepalen of een bedrijf van een bepaalde wettelijke plicht kan
worden ontheven. Als deze weg toch zou worden ingeslagen dan wordt een
bepaalde bevoegdheid bij een privaat persoon neergelegd waarvoor ik
geen verantwoordelijkheid meer kan dragen. Voorts zal er
waarschijnlijk een situatie ontstaan waarbij zich verschillen voordoen
in de beoordeling door dierenartsen zonder een kaderstellend en
regisserend beeld. Bovendien komt de dierenarts in een ongewenste
dubbelrol omdat hij enerzijds een objectief oordeel moet vellen over
de gezondheidssituatie op het bedrijf en hij anderzijds door de
schapenhouder wordt ingeroepen om de gevraagde hulp te verlenen.
Geconcludeerd moet worden dat bij de uitvoering van de motie een
ongewenste en bovendien een ondoorzichtige situatie zou ontstaan.
Niettemin ben ik - zoals ik tijdens de begrotingsbehandeling al had
aangegeven - bereid geweest om de inhoud van de motie nader te bezien.
Zoals aangegeven in mijn brief van 17 december jl., heb ik de
Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde (KNMvD) om
advies gevraagd inzake de problematiek van het couperen van
schapenstaarten. Ik heb de KNMvD bereid gevonden hier op korte termijn
gevolg aan te geven zodat thans een advies van hen op tafel ligt (zie
bijlage).
Ten behoeve van het advies hebben vertegenwoordigers van de KNMvD in
verschillende delen van het land de ervaringen met het coupeerverbod
geïnventariseerd. Daaruit is gebleken dat de dierenartspraktijken
vrijwel geen klachten ontvangen over welzijnsproblemen bij schapen die
optreden in relatie tot het niet-couperen. De KNMvD geeft aan dat er
geen doorslaggevende veterinaire gronden zijn gevonden die het
couperen van schapen noodzakelijk maken met als gevolg dat een
dierenarts geen grond zal hebben voor het op individuele basis
verstrekken van een schriftelijke ontheffing, zoals die in de motie
van de Kamer wordt gevraagd. Indien er sprake is van een
welzijnsprobleem dan gaat het hier volgens de KNMvD om een
managementprobleem, dat met de juiste managementmaatregelen kan worden
opgelost. De KNMvD noemt onder andere het kort houden van de wol door
op tijd te scheren, juiste voeding, preventieve middelen,
vliegenbestrijding en graslandmanagement. Voorts geeft de KNMvD aan
dat het schapenras eveneens een rol speelt omdat voor een aantal
rassen meer inspanning nodig is voor het houden van schapen met
niet-gecoupeerde staarten dan voor andere rassen. Om die reden stelt
de KNMvD dat de reeds verleende vrijstellingen tot en met 2006 nodig
kunnen zijn om managementaanpassingen mogelijk te maken.
Alles afwegende kom ik tot de conclusie dat de door de Kamer
voorgestelde ontheffingsmaatregel niet uitgevoerd kan worden.
Desalniettemin zijn er door de praktijk problemen gemeld die voor de
Kamer aanleiding zijn geweest tot het opnieuw aannemen van de motie.
Aangegeven wordt dat ondanks de overgangstermijnen in het
Ingrepenbesluit de schapensector nog niet klaar is voor een feitelijk
coupeerverbod; de juiste managementmaatregelen zijn nog niet
geïmplementeerd. De Kamer blijft daarom nadrukkelijk aandringen op een
oplossing.
Om feitelijk toch tegemoet te komen aan de wens van de Kamer zie ik
mij dan ook genoodzaakt het coupeerverbod van de schapenstaarten nader
op te schorten tot 1 september 2006. Ik zal hiertoe de
vrijstellingsregeling Ingrepen zo spoedig mogelijk aanpassen, zodat
het couperen gedurende dit lammer-seizoen weer is toegestaan. Met dit
uitstel tot 2006 geef ik de schapensector opnieuw gelegenheid om het
management daadwerkelijk aan te passen, dan wel om te kiezen voor een
ras waarbij het niet-couperen van de staart minder problemen oplevert.
Na 1 september 2006 ga ik er vanuit dat de sector in brede zin zijn
verantwoordelijkheid heeft genomen zodat er geen problemen meer zullen
optreden en zal het coupeerverbod, in navolging van hetgeen reeds nu
praktijk is in enkele noordelijke EU-lidstaten, onverkort voor alle
schapenrassen gelden.
De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,
dr. C.P. Veerman
Bijlage:
Standpunt Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde
inzake het couperen van schapenstaarten (PDF-formaat, 49 Kb)
Voor downloaden van PDF-bestanden:
Zie het origineel
---
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit