De Pont stichting
Tacita Dean
overzichtstentoonstelling
17 januari tm 16 mei 2004
De Pont heeft enkele belangrijke werken van Tacita Dean in de
collectie maar heeft nog niet eerder een grote tentoonstelling aan
haar oeuvre gewijd. Recent heeft zij onder meer in Porto, Düsseldorf
en Parijs geëxposeerd en was er werk van haar te zien op de Biënnale
van Venetië. In 1998 was Dean genomineerd voor de Turner Prize en in
2002 ontving zij de Kunstpreis Aachen.
Tien jaar na haar eerste presentatie in Nederland (in 1994 bij Witte
de With in Rotterdam) toont De Pont nu een tiental installaties uit de
tussenliggende periode. Een belangrijk deel hiervan vormen de films
waarmee Dean vooral bekendheid heeft gekregen en die de kern van haar
werk vormen. De complexe thematiek van tijd, geschiedenis en
herinnering staat hierin centraal.
Tacita Dean (Canterbury 1965, woont en werkt in Berlijn) maakt gebruik
van de verschillende invalshoeken en mogelijkheden die het medium film
haar biedt. Het documentaire onderzoek, de verhalende structuur en de
relatie tussen beeld en geluid vormen hierbij belangrijke elementen.
Dean is gefascineerd door de magie van het filmbeeld. Ooit zei ze in
een interview: Bij film kijk je, terwijl je bij video alleen maar
ziet, om aan te geven dat film een eigen aandachtig kijken afdwingt.
Deze aandacht geeft Dean ook aan haar onderwerpen. Een geconcentreerde
observatie kenmerkt bijvoorbeeld haar 16-mm film Disappearance at Sea
I (1996, collectie De Pont), waarin vuurtorenlampen in een trage
rondgang hun lichtbundel vanaf een klif over kust en zee laten
schijnen. De zee is hier niet alleen het weidse decor voor de eeuwige
cyclus van de tijd maar vormt tevens de setting voor de tragische dood
van amateur-zeezeiler Donald Crowhurst, die in 1969 aan boord van zijn
trimaran volledig gedesoriënteerd raakte en spoorloos verdween. Aan
zijn geschiedenis refereert Dean in verschillende van haar werken. De
film Teignmouth Electron (2000) gaat over de lotgevallen van de
gelijknamige boot waarmee Crowhurst indertijd zijn fatale reis maakte.
De boot is leeg teruggevonden, verkocht en uiteindelijk in 1994 weer
herontdekt op het strand van een Caribisch eiland.
In veel van Deans werk speelt de zee een belangrijke rol. Het vroege
werk Girl Stowaway (1994) is gebaseerd op de geschiedenis van een
meisje dat, vermomd als jongen, in 1928 als verstekeling op een groot
zeilschip van Australië naar Engeland reisde. Dean raakte gefascineerd
door dit merkwaardige avontuur en laat in haar werk verschillende
verhaallijnen door elkaar lopen. Ze schrijft naar aanleiding hiervan:
Haar reis () had een begin en een einde, en bestaat als een
geregistreerd verloop van tijd. Mijn eigen reis heeft niet een
dergelijk lineair verloop. Hij begon op het moment dat ik de foto vond
maar is daarna steeds blijven slingeren van het ene naar het andere
ongeplande onderzoek, zonder duidelijk einddoel. Het is een duik in de
geschiedenis geworden op de scheidslijn van feit en fictie. Het is
meer een reis door een onderwereld van toevallige ingrepen en epische
ontmoetingen dan een bepaalde plaats die ik herken. Mijn verhaal gaat
over toeval en over wat uitgelokt werd en wat niet.
Ook aan Bubble House (1999) ligt het verhaal van een excentrieke
avonturier ten grondslag, een Fransman die op een van de
Kaaiman-eilanden een futuristisch huis wilde bouwen dat bestand zou
zijn tegen de kracht van de tropische stormen. Het huis is nooit
afgebouwd en de man is wegens oplichting in de gevangenis beland.
Voor alle films van Tacita Dean geldt dat ze in belangrijke mate
worden bepaald door de zorgvuldige montage en door de relatie tussen
beeld, geluid en ruimtelijke installatie: In Disappearance at Sea gaat
het met name om de relatie tussen projector, scherm en lampen het
geprojecteerde licht, zowel in het beeld als in de ruimte. De schermen
hebben een nauwkeurig bepaalde afmeting. Het is allemaal heel precies
uitgedacht. Dit geldt eveneens voor Baobab (2002), een korte film en
enkele fotos van de imposante Afrikaanse apenbroodboom tegen het licht
van de ondergaande zon. En Pie (2003) toont eksters die hun plek in de
boomtoppen zoeken als de avond valt. Het gedrag van de vogels en de
verandering van het licht zijn als een metafoor voor het verloop van
de tijd.
Het recente Boots (2003) is een trilogie, gefilmd in de leegstaande
villa Casa Serralves (tegenwoordig deel uitmakend van het museum voor
moderne kunst) in Porto. In de film haalt een oude man (Boots) in drie
taalversies herinneringen op. Hierbij zijn fictie en werkelijkeid
evenals heden en verleden met elkaar verweven.
Naast de films is in de tentoonstelling het werk Jukebox 2 (2001)
opgenomen. In deze zelfgemaakte jukebox kunnen geluidsfragmenten
worden gekozen door een geografische bestemming en een moment van de
dag te selecteren. Net als de films gaat ook dit werk over een
wanhopig verlangen naar een verplaatsing in ruimte en tijd.
Bij Girl Stowaway worden twee schoolbordtekeningen getoond. Verder
zijn de grafiekserie The Russian Ending (2001) en de Alabaster
Drawings (2002) in de tentoonstelling opgenomen. Het laatstgenoemde
werk bestaat uit vier tekeningen waarvan de voorstelling in het zachte
albast is gekerfd. De tekeningen van Tacita Dean zijn gerelateerd aan
haar filmwerk door de storyboard-achtige notities en aanwijzingen.
Tegelijk zijn het zelfstandige werken, uitgevoerd in een virtuoos
handschrift en getuigend van dezelfde scherpe observatie die haar
films kenmerkt.
Persfotos kunnen worden gedownload van bij de beeldbank. Meer
informatie is verkrijgbaar bij het secretariaat van De Pont