De Unie
Uitzendbranche - Laatste ontwikkelingen
16 januari 2004 - Eind 2003 lieten wij u weten dat er met de ABU een
principeakkoord was over de nieuwe CAO voor uitzendkrachten. Inmiddels
hebben wij niet stilgezeten maar uitvoerig overleg gehad met partijen
over de teksten in die nieuwe CAO.
Immers het is niet alleen zaak om correct op te schrijven wat we
hebben afgesproken maar vooral ook om dat leesbaar en begrijpbaar te
doen. Een lastige operatie kijkend naar de op dit moment van
toepassing zijnde CAO.
Het ziet er naar uit dat deze tekstoperatie binnenkort gereed is
waarna u er via de gebruikelijke weg nader over geïnformeerd zult
worden.
Omdat aan enkele lastige juridische teksten in die CAO niet te
ontkomen valt, zullen wij in goed overleg met de ABU trachten een
populaire versie te maken. Zodra daar iets meer over te melden valt,
hoort u uiteraard van ons.
Een ander verhaal is de NBBU CAO. Zoals u mogelijk weet bestaat er
naast de ABU
(de grootste werkgeversorganisatie in uitzendland) nog een tweede
werkgeversvereniging,
De NBBU.
De leden van de NBBU (doorgaans te vinden onder de middelgrote en
kleine uitzendbureaus) hanteren voor het vaste personeel en voor de
uitzendkrachten een eigen CAO.
Deze CAO wijkt ondermeer af op de belonings- en de pensioenregeling
voor langdurige uitzendkrachten.
Ten aanzien van die pensioenregeling is inmiddels een zogenaamde
verplichtstelling van toepassing. Dat betekent dat alle langdurige
uitzendkrachten, dus niet alleen zij die werken via ABU bureaus, hun
pensioenvoorziening via de STIPLU, het ABU pensioenfonds, moeten
krijgen. Voor de NBBU betekent dat een hele operatie omdat de
pensioenen voor langdurige uitzendkrachten onder de STIPLU gebracht
zullen moeten worden. Nu is dat de SBLUM (het NBBU pensioenfonds).
Over de andere verschillen is De Unie (samen met FNV en CNV) enkele
maanden terug in onderhandeling gegaan met de NBBU. Doel was (en
blijft) om uiteindelijk te komen tot één CAO voor de gehele
uitzendbranche.
Dat overleg heeft afgelopen week geleerd dat de verschillen welke er
op dit moment tussen de twee CAOs bestaan, nog te groot zijn voor het
afspreken van een CAO met de NBBU: Voor ons is het namelijk van belang
dat er voor de gehele uitzendbranche eenduidige afspraken zijn over de
werkingssfeer. Duidelijk moet zijn wanneer er sprake is van
uitzendarbeid; wanneer de CAO moet worden toegepast. Met de NBBU was
helaas (nog) niet af te spreken dat aan de aanbeveling welke de
Stichting van de Arbeid in dit verband heeft gedaan, onverkorte
uitvoering wordt gegeven.
Dat betekent dat De Unie vooralsnog geen partij zal zijn bij de NBBU
CAO voor uitzendkrachten.
Dat betekent overigens niet dat er niet meer met elkaar gesproken
wordt: integendeel!
Vooral om het verder uiteenlopen van de twee CAOs te beperken en waar
mogelijk te voorkomen, zullen wij in het kader van de zogenaamde
carrouselafspraken (zie principeakkoord oktober 2003), met beide
werkgeversorganisatie overleggen en onderhandelen.
Mogelijk komt er in de toekomst een moment waarop de verschillen
dusdanig klein zijn dat er afspraken over één CAO voor de gehele
sector gemaakt kunnen worden.
Uiteraard zullen wij u daarover geïnformeerd houden.
Andere actualiteiten:
Deze week wordt de Stichting Opleiding en Ontwikkeling Flexbranche
(STOOF) opgericht. Deze stichting heeft als doel het bevorderen van
het opleidingsbeleid voor flexwerkers en vaste medewerkers waarbij via
deze stichting ook de in dit verband lopende geldstromen gekanaliseerd
worden (zie in dit verband ook het principeakkoord van oktober 2003).
Over de ontwikkelingen van STOOF houden wij u als vanzelfsprekend ook
op de hoogte.
Rest ons u te wijzen op het belang van het Unielidmaatschap, waarvoor
u uw nog niet georganiseerde collegas kunt wijzen op het
aanmeldingsformulier.
Wim Brouwer
bestuurder
donderdag, 15 januari 2004