Tweederde van de Amsterdammers maakt gebruik van de fiets
9 januari 2004 - Marjan Lansdaal
Bijna tweederde van de Amsterdammers ouder dan 12 jaar maakt gebruik
van de fiets. Dat blijkt uit het onderzoek `Amsterdam op de fiets',
waarvan het college van B&W heeft kennis genomen. Verantwoordelijk
wethouder Mark van der Horst ziet deze uitkomst als een uitdaging voor
de gemeente. "Een derde deel van de bevolking maakt dus geen gebruik
van de fiets. We willen hen graag over de streep trekken, want de
fiets is het beste vervoersmiddel voor de korte afstand." Amsterdam
streeft naar meer fietsgebruik, omdat de stad hier leefbaarder van
wordt en bereikbaar blijft.
Gebruikers en niet-gebruikers
Uit het onderzoek blijkt verder dat de fiets vaker door autochtone
Amsterdammers wordt gebruikt dan door Amsterdammers met een allochtone
afkomst. Vooral bewoners met een Marokkaanse, Surinaamse, Antilliaanse
of Turkse achtergrond fietsen minder. Zo gebruikt ca. 40% van de
Amsterdammers van Marokkaanse afkomst de fiets, terwijl van de
autochtone Amsterdammers 75% fietst. Ook blijkt dat over het algemeen
geldt: hoe hoger het inkomen is, hoe meer men de fiets gebruikt.
Mensen van 25 tot 55 jaar gebruiken de fiets vaker dan jongere of
oudere Amsterdammers. Onder jongeren is het fietsbezit zelfs
afgenomen. Van de jongeren van 16-18 jaar heeft 55% een fiets, tien
jaar geleden was dat nog 79%. Opmerkelijk is dat nog ruim 20% van de
zelfstandig wonende 80-plussers dagelijks op de fiets stapt.
Redenen wel/geen gebruik
Fietsers kiezen voor de fiets, omdat zij dan sneller op hun plaats van
bestemming zijn. Ook gezondheid en het onafhankelijk zijn van het
openbaar vervoer spelen een rol. Bijna een kwart van de Amsterdammers
heeft geen fiets. Zes procent van de bevolking kan niet fietsen. De
meest genoemde reden (30%) van de overige niet-fietsers is dat zij
beschikken over een auto of zich verplaatsen met het openbaar vervoer.
Automobilisten geven de voorkeur aan de auto, omdat zij fietsvervoer
te langzaam vinden, autogebruik comfortabeler is en zij zo de
mogelijkheid hebben combinaties van ritten maken. Gebrek aan comfort
wordt ook door openbaar vervoergebruikers als belangrijke reden
genoemd om de fiets niet te pakken. Daarnaast spelen grote afstanden
en snelheid een rol. Andere redenen om niet te fietsen: ze houden niet
van fietsen (15%), ze vinden het onveilig in het verkeer (13%), of ze
vinden het risico op fietsendiefstal te groot (12%).
Bestemmingen
De fiets wordt relatief veel gebruikt voor woon-werkverkeer en voor
vervoer als men gaat winkelen. Opvallend is dat schoolgaanden en
studenten vaak het openbaar vervoer kiezen. Deze groep fietst minder
dan werkenden.
Imago en wensen
Fietsen geniet onder Amsterdammers van 12 jaar en ouder een positief
imago. De fiets is een volwaardig en geaccepteerd vervoermiddel.
Minder te spreken zijn Amsterdammers over het risico van
fietsendiefstal. Amsterdammers willen graag meer ruimte voor de
fietser op straat (60%), een minderheid (44%) vindt dat deze extra
ruimte ten koste van de auto moet gaan (44%). Daarnaast willen
Amsterdammers meer fietsenstallingen en fietsenrekken en meer
vrijliggende fietspaden.
Gebruik resultaten onderzoek
Van der Horst voelt zich door de onderzoeksresultaten gesterkt in de
aanpak van de gemeente om het fietsgebruik te stimuleren en de
verkeersveiligheid voor fietsers te vergroten. Zo realiseert de
gemeente samen met de stadsdelen extra bewaakte fietsenstallingen en
werkt de gemeente aan een samenhangend netwerk van veilige
fietsroutes. Ook pakt de gemeente, samen met de stadsdelen, de plekken
aan waar veel ongelukken met fietsers gebeuren, de zogenaamde `black
spots'. De gemeente gebruikt de gegevens uit het onderzoek voor de
ontwikkeling van het Meerjarenplan Fiets 2005-2010, waarin meetbare
beleidsdoelen zullen worden opgenomen.
Aanleiding en uitvoering onderzoek
Aanleiding voor het onderzoek is de behoefte aan actuele informatie
voor het ontwikkelen van fietsbeleid en een motie van het raadslid
drs. A. Bijlsma (PvdA) over een kwaliteitsenquête fietsbeleid. Het
onderzoek is uitgevoerd door de Dienst Onderzoek en Statistiek (O+S),
die de gegevens in de periode december 2002-januari 2003 heeft
verzameld. O+S heeft ca. 2000 Amsterdammers van 12 jaar en ouder
telefonisch geïnterviewd en heeft ruim 100 straatinterviews met
Turken, Marokkanen, Surinamers en Antillianen afgenomen.
Behandeling van het onderzoeksrapport in de raadscommissie is op 11
februari. Het volledige onderzoeksrapport is te lezen op
www.fiets.amsterdam.nl (zie rechts in scherm).
Pb-105
© Gemeente Amsterdam
Gemeente Amsterdam