IP/04/6
Brussel, 6 Januari 2004
Industriële verontreiniging: de Commissie vraagt informatie aan
België, Denemarken, Griekenland, Ierland, Luxemburg en Nederland
De Europese Commissie heeft een eerste schriftelijke aanmaning
gezonden aan België (alleen met betrekking tot Vlaanderen en
Wallonië), Denemarken, Griekenland, Ierland, Luxemburg en Nederland
met het verzoek om toezending van het eerste verslag over de
tenuitvoerlegging van de EU-wetgeving inzake geïntegreerde preventie
en bestrijding van verontreiniging (IPPC). De IPPC-richtlijn moet
ervoor zorgen dat verontreinigende industriële en landbouwactiviteiten
aan strikte milieucontroles worden onderworpen. De desbetreffende
verslagen, die de periode 2000 tot en met 2002 bestrijken, dienden
uiterlijk op 30 september 2003 bij de Commissie te zijn ingediend.
Zonder deze verslagen kan de Commissie niet nagaan hoe goed en
gelijkmatig in de hele EU aan de voorschriften van de richtlijn wordt
voldaan.
In haar commentaar op het verzoek zei Commissaris Margot Wallström:
"Het is belangrijk dat de lidstaten hun rapporteringsverplichtingen
met betrekking tot deze richtlijn nakomen, omdat dit van essentieel
belang is voor de bescherming van het milieu en de volksgezondheid in
de Unie. Door de verslaglegging kunnen we een beter inzicht krijgen in
de vooruitgang die is geboekt bij het verwezenlijken van de
doelstellingen van de richtlijn. Ik spoor deze lidstaten dan ook
dringend aan de verslagen over 2000 tot en met 2002 in te dienen."
De IPPC-richtlijn
De IPPC-richtlijn(1)
is één van de belangrijkste elementen van de EU-milieuwetgeving. Het
is een voorbeeld van moderne wetgeving waarbij vergunningen worden
gebruikt als middel om milieueffecten te beperken. De richtlijn is van
toepassing op een significant aantal hoofdzakelijk industriële
activiteiten met een hoog verontreinigingspotentieel. Daartoe behoren
bijvoorbeeld de energiesector, de metaalproducerende en -verwerkende
industrie, de mijnbouw- en chemische industrie, installaties voor
afvalbeheer en levensmiddelenproductie. Zij is ook van toepassing op
bepaalde vormen van intensieve veeteelt.
De richtlijn heeft tot doel verontreiniging van lucht, water en bodem
te voorkomen of te verminderen door middel van een uitvoerig
vergunningensysteem waarbij alle milieucompartimenten gelijktijdig
worden beoordeeld. Voorts vallen onder het toepassingsgebied van de
richtlijn zowel afvalproductie als energieverbruik,
ongevallenpreventie en de sanering van bedrijfsterreinen. Deze
benadering garandeert een hoge graad van milieubescherming en
verschilt van de oudere milieuwetgeving, waarbij elk
milieucompartiment afzonderlijk werd gereglementeerd.
Een eerste uitvoerig verslag over de maatregelen die zijn genomen om
de richtlijn ten uitvoer te leggen moest worden ingediend tegen 30
september 2003. Het diende betrekking te hebben op de periode 2000 tot
en met 2002. De zes genoemde lidstaten hebben niet aan deze
verplichting voldaan.
Gerechtelijke procedure
De verzoeken zijn gedaan in de vorm van "schriftelijke aanmaningen",
de eerste fase van een inbreukprocedure in het kader van artikel 226
van het EG-Verdrag. Dit artikel 226 verleent de Commissie bevoegdheden
om gerechtelijke stappen te ondernemen tegen een lidstaat die zijn
verplichtingen niet nakomt. Als de Commissie van oordeel is dat er
sprake kan zijn van een inbreuk op EU-wetgeving die de inleiding van
een inbreukprocedure rechtvaardigt, zendt zij een eerste
"schriftelijke aanmaning" aan de betrokken lidstaat met het verzoek om
tegen een bepaalde datum - meestal binnen twee maanden - opmerkingen
in te dienen.
In het licht van het antwoord van de betrokken lidstaat of het
ontbreken daarvan, kan de Commissie besluiten een "met redenen omkleed
advies" (of tweede schriftelijke aanmaning) tot de lidstaat te
richten. Daarin wordt duidelijk en definitief uiteengezet waarom zij
van mening is dat er een inbreuk op het Gemeenschapsrecht is geweest
en wordt de lidstaat verzocht om binnen een bepaalde periode, meestal
twee maanden, zijn verplichtingen na te komen.
Als de lidstaat geen gevolg geeft aan het met redenen omklede advies,
kan de Commissie besluiten de zaak voor te leggen aan het Hof van
Justitie.
Voor recente statistieken over inbreuken in het algemeen kunt u de
volgende website raadplegen:
http://europa.eu.int/comm/secretariat_general/sgb/droit_com/index_en.h
tm#infractions
(1)
Richtlijn 96/61/EG inzake ge^ïntegreerde preventie en bestrijding van
verontreiniging.
European Commission