FIRM UNITED HEALTHCARE

Vrouwen niet betrokken bij keuze anticonceptie

Eigen kennis en ervaring van vrouwen speelt nauwelijks een rol bij de keuze voor een geschikt anticonceptiemiddel. 54% van de vrouwen gebruikt de pil als anticonceptiemiddel. 45% van de pilgebruiksters is wel eens veranderd van pil (gemiddeld 1,8 keer). Van alle pilgebruiksters is 20% met name ontevreden over de gewichtstoename die 'de pil' met zich meebrengt.

Gebruiksters van moderne pillen zijn veel tevredener over hun anticonceptiemiddel dan gebruiksters van oudere pillen. De gegevens zijn afkomstig uit marktonderzoek onder ruim 207 pilgebruiksters en 199 huisartsen, uitgevoerd naar aanleiding van de maatregel anticonceptie per 1 januari 2004 uit de wettelijke vergoeding te nemen.

Uit het onderzoek blijkt een grote discrepantie tussen de zaken die de huisarts belangrijk vindt in relatie tot pilgebruik en die de pilgebruikster zelf belangrijk vindt. De huisarts speelt nog altijd de meest prominente rol bij de keuze van de vorm en het merk anticonceptie. Hij/zij bepaalt in 70% of meer van de gevallen welk merk pil er geslikt wordt.

Ondanks het aanbod van diverse moderne pillen lijken huisartsen een sterke voorkeur te hebben voor het voorschrijven van de oudere pillen (83%). Deze oudere pillen hebben veelal een lichte gewichtstoename tot gevolg, terwijl dit bij een deel van de moderne pilvormen niet het geval is. 38% van de huisartsen verwacht dat naar aanleiding van de maatregel de patiënt op zoek gaat naar een andere pil of vorm van anticonceptie tegenover 21% van de patiënten.

De belangrijkste criteria die de huisarts hanteert bij het voorschrijven van anticonceptie zijn dan ook 'ervaring' (72 %) en 'richtlijnen en afspraken'(59%). Effect op lichaamsgewicht is het minst belangrijke criterium waarop de huisarts voorschrijft (1%), terwijl dit voor vrouwen juist een van de drie belangrijkste aandachtspunten is.

Per 1 januari 2004 krijgen vrouwen vanaf 21 jaar de anticonceptiepil niet meer vergoed via het ziekenfonds. Ook voor andere anticonceptiemiddelen, zoals prikpil, hormoonspiraaltje, spiraaltje, anticonceptiering, hormoonimplantaat, pessarium en hormoonpleister, moeten zij zelf gaan betalen.