Hoge Raad der Nederlanden

Uitspraak Hoge Raad LJN-nummer: AL8512 Zaaknr: R03/003HR


Bron: Hoge Raad der Nederlanden 's-Gravenhage Datum uitspraak: 19-12-2003 Datum publicatie: 19-12-2003 Soort zaak: civiel - civiel overig Soort procedure: cassatie


19 december 2003 Eerste Kamer Rek.nr. R03/003HR JMH/AS

Hoge Raad der Nederlanden

Beschikking

in de zaak van:


---
wonende te , VERZOEKER tot cassatie, advocaat: mr. A.L.C.M. Oomen,

t e g e n

GEMEENTE TILBURG, gevestigd te Tilburg, VERWEERSTER in cassatie, niet verschenen.


1. Het geding in feitelijke instanties
Met een op 16 januari 1998 ter griffie van de rechtbank te Breda ingekomen verzoekschrift heeft verweerster in cassatie - verder te noemen: de gemeente - zich gewend tot die rechtbank en verzocht om ten laste van verzoeker tot cassatie - verder te noemen: de man - een verhaalsbedrag vast te stellen van f 1.785,-- per maand met ingang van
12 november 1997 en de man te veroordelen de ontstane betalingsachterstand van f 4.700,50 met betrekking tot de periode van
12 november 1997 tot en met 31 januari 1998 te voldoen door betaling ineens van laatstgenoemd bedrag. De man heeft geen verweerschrift ingediend. De rechtbank heeft bij beschikking van 19 maart 1998 het verzoek toegewezen. Tegen deze beschikking heeft de man hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De man heeft verzocht de bestreden beschikking te vernietigen en, opnieuw rechtdoende, het verzoek van de gemeente alsnog af te wijzen, althans een zodanige beslissing te nemen als het hof in goede justitie zal vermenen te behoren. Na mondelinge behandeling op 19 september 2002 heeft het hof bij beschikking van 8 oktober 2002 de beschikking waarvan beroep bekrachtigd. De beschikking van het hof is aan deze beschikking gehecht.


2. Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van het hof heeft de man beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit. De gemeente heeft geen verweerschrift ingediend. De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda strekt tot vernietiging van de bestreden beschikking van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch en tot verwijzing van de zaak naar een ander gerechtshof ter verdere behandeling en beslissing.


3. Beoordeling van het middel

3.1 De gemeente verstrekt op de voet van de Algemene bijstandswet sedert 1 maart 1995 bijstand aan , mede ten behoeve van twee minderjarige kinderen van de man. De man is onderhoudsplichtig jegens de vrouw en de kinderen. Op verzoek van de gemeente heeft de rechtbank bij beschikking van 19 maart 1998 op grond van art. 92 Abw het verhaalsbedrag over de periode van 12 november 1997 tot 31 januari
1998 vastgesteld op f 4.700,50 en met ingang van 1 februari 1998 op f
1.785,-- per maand zolang de bijstandverlening voortduurt.

3.2 In het door hem tegen deze beschikking ingestelde hoger beroep heeft de man aangevoerd dat "hij niet draagkrachtig is om deze bijdrage te voldoen aan de gemeente Tilburg". Het hof heeft geoordeeld dat de man onvoldoende heeft aangetoond dat hij niet in staat is de door de rechtbank vastgestelde bijdrage te voldoen en de beschikking waarvan beroep bekrachtigd. Aan dit oordeel heeft het hof ten grondslag gelegd dat de man, behoudens een overzicht van de belastingdienst met betrekking tot de bruto-loonopgaven over de jaren
1997 - 2001, geen gegevens met betrekking tot zijn financiële situatie heeft overgelegd, en dat het hof de door de man verstrekte gegevens onvoldoende acht om inzicht te krijgen in zijn financiële situatie en aldus te kunnen oordelen over zijn draagkracht. Tegen deze overwegingen richt zich het middel.


3.3 Het middel is gegrond. In aanmerking genomen dat de man in zijn beroepschrift en bij de mondelinge behandeling in hoger beroep heeft aangevoerd dat hij is aangewezen op een bijstandsuitkering, dat hij een door de gemeente verstrekte specificatie daarvan als productie 3 bij het beroepschrift heeft overgelegd, en dat het hof blijkens rov.
2.3 van de bestreden beschikking heeft kennisgenomen van de producties bij het beroepschrift, is zonder nadere toelichting niet begrijpelijk op grond waarvan het hof tot de in de hiervoor weergegeven overwegingen vervatte vaststellingen en oordelen is gekomen.


4. Beslissing
De Hoge Raad: vernietigt de beschikking van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch van
8 oktober 2002; verwijst het geding naar het gerechtshof te Arnhem ter verdere behandeling en beslissing; veroordeelt de gemeente in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de man begroot op EUR 1.617,69 in totaal, waarvan EUR 1.560,19 op de voet van art. 243 Rv. te voldoen aan de Griffier, en EUR 57,50 te voldoen aan de man.

Deze beschikking is gegeven door de vice-president P. Neleman als voorzitter en de raadsheren A. Hammerstein en E.J. Numann, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.B. Bakels op 19 december
2003.

*** Conclusie ***

Rek.nr. R03/003HR Mr L. Strikwerda Parket, 10 okt. 2003

conclusie inzake

tegen

de gemeente Tilburg

Edelhoogachtbaar College,


1. Thans verweerster in cassatie, hierna: de Gemeente, verstrekt met toepassing van de Algemene bijstandswet (Abw) sedert 1 maart 1995 aan , mede ten behoeve van de minderjarige kinderen , geboren op 1991, en , geboren op 1993, een bijstandsuitkering. Thans verzoeker van cassatie, hierna: , is alimentatieplichtig jegens en de genoemde minderjarigen.


2. De Gemeente heeft op 16 januari 1998 bij de Rechtbank te Breda een verzoekschrift ingediend dat ertoe strekt dat de Rechtbank op grond van het bepaalde van art. 92 Abw ten laste van een verhaalsbedrag zal vaststellen van f 1.785,- per maand met ingang van
12 november 1997 en zal veroordelen de ontstane betalingsachterstand van f 4.700,50 met betrekking tot de periode van
12 november 1997 tot en met 31 januari 1998 te voldoen door betaling ineens van laatstgenoemd bedrag.


3. diende geen verweerschrift in.

4. Bij beschikking van 19 maart 1998 heeft de Rechtbank het verzoek van de gemeente toegewezen.


5. is bij een op 11 juni 2002 te griffie van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch ingekomen beroepschrift van de beschikking van de Rechtbank in hoger beroep gegaan. Hij stelde dat hij niet de draagkracht heeft om aan de hem opgelegde verhaalsbijdragen te voldoen.


6. De Gemeente heeft bij verweerschrift het Hof (onder meer) verzocht het hoger beroep van te verwerpen.


7. Nadat op 19 september 2002 de mondelinge behandeling had plaatsgevonden, heeft het Hof bij beschikking 8 oktober 2002 de beschikking van de Rechtbank bekrachtigd. Daartoe overwoog het Hof onder meer (r.o. 4.5):

"De man heeft gesteld dat hij niet de draagkracht heeft om de aan hem opgelegde verhaalsbijdragen te voldoen. De man heeft, behoudens een overzicht van de belastingdienst d.d. 19 juni 2002 met betrekking tot de bruto-loonopgaven over de jaren 1997 t/m 2001, geen gegevens met betrekking tot zijn financiële situatie overgelegd. Het hof acht de door de man verstrekte gegevens onvoldoende om inzicht te krijgen in zijn financiële situatie en aldus te kunnen oordelen over zijn draagkracht. Nu de man onvoldoende heeft aangetoond dat hij niet in staat is aan de door de rechtbank vastgestelde bijdrage te voldoen zal het hof de beschikking waarvan beroep bekrachtigen."


8. is tegen de beschikking van het Hof (tijdig) in cassatie gekomen met één middel. De Gemeente heeft geen verweerschrift in cassatie ingediend.


9. Het middel komt met een motiveringsklacht op tegen de zojuist aangehaalde rechtsoverweging van het Hof. Het acht die overweging onbegrijpelijk, nu heeft aangevoerd dat hij sinds 1 oktober
2001 een bijstandsuitkering ontvangt en daarvan een bewijsstuk - als productie 3 bij het beroepschrift - heeft overgelegd.


10. Het middel treft doel. heeft zowel in zijn beroepschrift (blz. 2, 2e alinea) als tijdens de mondelinge behandeling (proces-verbaal mondelinge behandeling op 19 september 2002, blz. 2) aangevoerd dat hij (sedert oktober 2001) is aangewezen op een Abw-uitkering. Ten bewijze daarvan heeft bij zijn beroepschrift als productie 3 overgelegd een door de Gemeente Tilburg verstrekte "Uitkeringsspecificatie" met betrekking tot de maand mei
2002 van een sinds "0110" aan verstrekte uitkering "ABW-42". In r.o. 2.3 van zijn beschikking heeft het Hof aangegeven dat het heeft kennisgenomen van de producties, behorende bij het beroepschrift en het verweerschrift. In het licht van dit een en ander is zonder nadere motivering, die ontbreekt, niet begrijpelijk 's Hofs oordeel dat , behoudens een overzicht van de belastingdienst d.d. 19 juni 2002 met betrekking tot de bruto-loonopgaven over de jaren 1997 t/m/ 2001, geen gegevens met betrekking tot zijn financiële situatie heeft overgelegd, alsmede 's Hofs daarop voortbouwende oordeel dat de door verstrekte gegevens onvoldoende zijn om te kunnen oordelen over zijn draagkracht.

De conclusie strekt tot vernietiging van de bestreden beschikking van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch en tot verwijzing van de zaak naar een ander gerechtshof ter verdere behandeling en beslissing.

De Procureur-Generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden,